Nieuwe column Mariska Overman-Bruntink: Het gekke van rouw
woensdag 8 november 2017
Weet je wat een van de gekke dingen van rouw is? Dat je denkt dat je mensen lastigvalt, als je er weer over begint. Op 13 november is het zesentwintig jaar geleden dat mijn broertje overleed aan de gevolgen van een verkeersongeval. Zesentwintig jaren, dat is een hele generatie. En al die tijd heb ik vooral gezwegen. Pas sinds ik columns schrijf, is het verlies van mijn broertje een vaker uitgesproken onderwerp geworden.
Voor mij is die zesentwintig jaar niets. Voor anderen voelt het misschien als een eeuwigheid. En dan ga ik een en ander invullen voor die anderen. Bijvoorbeeld dat ze denken: man, zesentwintig jaar, get over it. Of: Oké, heel sneu van je broer, maar dat verhaal kennen we nu wel. Terwijl ik alleen maar denk: jullie hebben geen idee. Jullie weten nog niets. Jullie weten niets van al de keren dat hij door mijn hoofd gaat. Van allerlei triviale en bijzondere situaties waarin ik denk: was hij er nog maar. Van de momenten dat ik een vrachtwagen zie rijden van het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het ongeval (ik zeg niet schuldig, maar verantwoordelijk…) en ik me instant misselijk voel. Of als ik andere vrachtwagens zie, en mijn blik op die enorme wielen valt, en dat ik me dan afvraag wat dat gewicht met een lijf doet. En dat ik dan voor mijn geestesoog mijn broertje weer zie liggen op de IC, mezelf afvragend hoe dat er onder de dekens allemaal uitziet. Naar? Ja. Maar al zesentwintig jaren in mijn hoofd.
Net als duizend andere gedachten. Over het gemis van die extra persoon op verjaardagen. Het gemis van een oom voor mijn kinderen. Het gemis van tante zijn. Het gemis van neefjes en nichtjes voor mijn kinderen. Het gemis van… van alles.
Wat rouw vervolgens dan ook doet, als een venijnig staartje aan het geheel: je laten denken dat je niet normaal bent. Want wie is er na zesentwintig jaren nog mee bezig? Is dat normaal? Of heb ik last van complexe rouw (alsof er ongecompliceerde rouw bestaat…)?
En tijdens het schrijven van deze column heb ik minstens 10 keer gedacht: Mariska, hier zit toch niemand op te wachten? Schrijf toch iets leuks. Iets scherps. Iets zinnigs. Maar sorry mensen. Ik kan het niet. Niet zo in de buurt van 13 november.
Want zesentwintig jaren is misschien lang, maar ook heel kort tegelijkertijd.