nieuws

Facultatieve
Sponsors

‘De dood legt een vergrootglas op het leven en leert ons wijze en soms ook harde lessen’

19 januari 2017


Foto: Adriana Helena

Op donderdag 26 januari a.s. wordt het boek Dood. Wegwijs in de Nederlandse uitvaartcultuur gepresenteerd in Nijmegen. Dit boek vertelt aan de hand van actuele thema’s over de menselijke ervaring en omgang met de dood, en brengt in beeld welke ontwikkelingen zich in Nederland voordoen. Een gesprek met de auteurs, Claudia Venhorst en Brenda Mathijssen.

Door: Greco Idema

Ik ken jullie vooral via facebook. Daar zie ik zeer regelmatig foto’s van begraafplaatsen en activiteiten over de dood geplaatst worden door jullie. Ik weet dat jullie allebei religiewetenschappers zijn en werkzaam voor het Centrum voor Thanatologie in Nijmegen. Toch de vraag waarom jullie zo gefascineerd zijn door de dood.

“Vroeg of laat wordt ieder van ons met de dood geconfronteerd: met de eigen aanstaande dood of met het verlies van dierbaren. Of we willen of niet, de dood laat zich niet negeren. Die onvermijdelijke confrontatie maakt de dood zo interessant. Het is niet altijd gemakkelijk om onder woorden te brengen wat je belangrijk vindt in het leven, maar de confrontatie met de dood laat zien wat mensen ten diepste bezighoudt. Het blijft intrigeren hoe mensen op zo’n moment woorden weten te vinden om uitdrukking te geven aan wat ze voelen, denken en geloven. En er gaat geen dag voorbij dat we niet onder de indruk zijn van de creativiteit van nabestaanden die we voor ons onderzoek spreken. De dood legt een vergrootglas op het leven en leert ons wijze en soms ook harde lessen. Interessant vanuit het oogpunt als religiewetenschapper, maar ook als mens.”


‘The Sisters of Death’ worden jullie ook genoemd. Is ook een leuke naam voor een theaterduo over de dood. Daar wel eens over nagedacht?

“Ja, het zou zo maar kunnen! We zoeken nu vooral naar manieren om ons onderzoek te delen met een breed publiek en met de mensen die professioneel met de dood te maken hebben. Hoewel de dood steeds vaker in beeld komt, is het voor veel mensen toch een lastig en emotioneel onderwerp. Er blijft een zekere afstand bestaan tussen een televisieprogramma, zoals Bakkie troost of Kijken in de ziel, en je eigen gevoelens en ervaringen rond de dood. We koesteren de ‘gezusters dood’ bijnaam die door onze studenten bedacht is, want daardoor wordt het thema dood laagdrempelig. En het haalt ook direct een aantal vooronderstellingen weg. Wanneer mensen tijdens een lezing, etentje of feestje constateren dat wij tamelijk normale en best wel vrolijke jonge vrouwen zijn, gaat er een wereld open. We worden ingewijd in de sterfgevallen die de afgelopen jaren indruk hebben gemaakt, en het hemd word je van het lijf gevraagd.”

Geloven jullie in een leven na de dood? Of is dood gewoon dood en dus alles finito?

Claudia: “De dood heeft me vooral een besef van leven gegeven. Een opdracht om iets in dit leven te doen, er met de mensen om je heen iets moois van te maken en wat te betekenen voor anderen. Zo wil ik graag voortleven na mijn dood. Daar geloof ik in. De dood is nooit gewoon dood.”
Brenda: “Ik moet erg lachen, want ondanks dat we het hier niet zo vaak over hebben, denken we er blijkbaar hetzelfde over. Ik vind het persoonlijk niet zo relevant of er een leven na de dood is. Als het fysiek finito is, vind ik dat prima. Dat betekent echter niet dat dood gewoon dood is. Juist door de dood wordt het leven urgent. Dat wat we achterlaten krijgt meer nadruk en betekenis omdat het leven eindig is.”

Later deze maand verschijnt dus jullie boek Dood. Ik las dat Yarden en DELA ook betrokken zijn bij dit boek. Vertel…

“We hebben in ons onderzoek vaak prettig samengewerkt met de uitvaartverzorgers van Yarden en DELA. Samen met Monuta en de vele kleine uitvaartondernemers geven zij vorm aan het Nederlandse uitvaartlandschap. Met het wegvallen van vertrouwde tradities, door secularisering en individualisering, vervullen zij een belangrijke rol in het faciliteren van wat wij zo gemakkelijk een ‘persoonlijke’ uitvaart noemen. Uitvaartverzorgers en begeleiders zijn in veel gevallen de rituele experts van deze tijd. Wij hebben veel geleerd van de mensen die dag in dag uit werken met de dood en die ons met veel openheid mee op sleeptouw hebben genomen. En wij hebben op onze beurt onze kennis en bevindingen weer gedeeld door het geven van trainingen en masterclasses. Het is een vruchtbare uitwisseling gebleken. Toen we na voltooiing van het boek op zoek waren naar sponsoren om publicatie mogelijk te maken, aarzelden ze geen moment en hebben Yarden en DELA een bijdrage toegezegd.”

Ik las in de informatie over jullie boek iets over ‘crematietoerisme’. Wat bedoelen jullie daar precies mee?

“Nederland, België en Duitsland hebben zo hun eigen manieren en wetgeving rond dood en uitvaart. Zo bestaat er bij onze oosterburen de zogenaamde ‘Friedhofszwang’ oftewel de verplichting om de as van de overledene te begraven op een begraafplaats. Deze mag dus niet thuis worden bewaard of worden uitgestrooid op een plek naar keuze. Hierdoor worden in de Nederlandse grensstreek ook veel Duitsers gecremeerd. Aanvankelijk leken deze crematies vooral te maken te hebben met de vrijheid om zelf te kunnen beschikken over de as. Deze werd na de crematie door de familie opgehaald en meegenomen naar Duitsland. Al snel werd er gesproken van as-smokkel! Het vrij beschikbaar stellen van de as strookt namelijk wel met de Nederlandse wet, maar zodra de as de grens over gaat is men weer aan Duitse regelgeving gebonden. Inmiddels heeft men ook andere voordelen van cremeren in Nederland ontdekt. Zo steken de ‘technische crematies’ in Duitsland schril af tegen de persoonlijke uitvaarten in Nederlandse crematoria.
Nederlanders in het zuiden van het land kiezen op hun beurt steeds vaker voor crematie in Vlaanderen, waar men geen wettelijke wachtperiode kent. In Nederland kun je de as pas vier weken na de crematie ophalen, terwijl in België de uitvaart steeds vaker rond de urn plaatsvindt.”

In Nederland zijn steeds meer uitvaartondernemers, waardoor de prijs voor een uitvaart flink naar beneden gaat. Goede ontwikkeling, vinden jullie niet?

“Natuurlijk is een betaalbare uitvaart belangrijk. Maar het is ook interessant dat geld zo’n gevoelig onderwerp is bij een uitvaart. Er zijn nogal wat vaste kosten aan verbonden: een kist, drukwerk en bloemen, er hangt een prijskaartje aan. En ook een crematorium of begraafplaats draaiend houden, kost geld. Met name uitvaartverzorgers steken er meestal veel tijd, energie en regelwerk in. En wanneer daar een prijs aan hangt, wordt dat snel als ongepast of als geldklopperij gezien. Het is een moeilijke mix van empathie en commercie, maar ook die uitvaartondernemer moet een bedrijf draaiend houden. Voor veel crematoria in Nederland is dat een serieuze uitdaging. Natuurlijk zijn er mensen die veel zelf kunnen en willen regelen rond de uitvaart, maar heel veel mensen zijn gebaat bij het werk van mensen uit de branche.”

Is er in jullie boek ook aandacht voor de culturele en religieuze diversiteit in Nederland?

“Natuurlijk! Diversiteit is de kern van de Nederlandse uitvaartcultuur. Bij dood en diversiteit denken veel mensen aan ‘multiculturele’ uitvaarten, of aan de variëteit van islamitische, hindoeïstische en joodse rituelen. Maar die diversiteit zien we ook heel sterk in christelijke en niet-kerkelijke afscheidsceremonies. Elke uitvaart is vandaag de dag een persoonlijke uitvaart. Dat betekent dat de uitvaart reflecteert wat van betekenis is voor de overledene en diens nabestaanden. Wanneer mensen religieus zijn, of betrokken zijn bij een religieuze gemeenschap, wordt vaak gekozen voor een uitvaart binnen die gemeenschap. Dat past bij de leefstijl van de betrokkenen. Een uitvaart kan niet langer als kant-en-klaar pakket uit de schappen worden gehaald, maar bestaat uit een groot aantal persoonlijke keuzes. Ook een religieuze uitvaart is één van de opties waaruit men kan kiezen. Ons boek is geen handleiding voor een concrete uitvaart, maar geeft vooral inzicht in de uitvaartcultuur en wat daar typisch Nederlands aan is. Die culturele en religieuze diversiteit is daar onlosmakelijk mee verbonden.”

Abdij Koningsoord heeft onlangs besloten een natuurbegraafplaats te gaan realiseren. Wat vinden jullie hiervan?

“Het aantal natuurbegraafplaatsen lijkt explosief te groeien en het is maar de vraag of daar echt een ‘markt’ voor is. Het crematiecijfer loopt gestaag op (nu iets meer dan 63%) en veel bestaande begraafplaatsen hebben moeite om de kosten dekkend te houden. Natuurbegraven op zich is een boeiend verschijnsel. Veel mensen voelen zich aangesproken door het idee van terug naar de natuur. Daarbij hoort meestal een graf dat minimaal gemarkeerd is met enkel natuurlijke materialen, en dat nauwelijks of geen onderhoud vergt. Maar een rondje langs natuurbegraafplaatsen leert dat nabestaanden vaak wel de behoefte hebben om het graf te bezoeken en aan te kleden. Alle bordjes met regels ten spijt. En wat ‘natuurlijke materialen’ zijn, blijkt een heel rekbaar begrip. In ons boek besteden we hier ruim aandacht aan. Wist je trouwens dat we in Nederland ook een al dierennatuurbegraafplaats hebben?”
Nee, dat wist ik niet. Grappig. Welke verwachtingen hebben jullie als het gaat om de dood en het internet, online zijn?

“Het internet en de sociale media hebben de dood een nieuw gezicht gegeven. Er zijn virtuele begraafplaatsen, herdenkingswebsites voor overledenen, dode profielen op facebook, blogs die het thema van de dood centraal stellen en de omgang met de dood bekritiseren. Maandelijks overlijden er zo’n 300.000 facebook-gebruikers waardoor het ook een plaats van de doden is geworden: een digitale plek van rouw waar vrienden berichten plaatsen, herinneringen ophalen en hun banden met de overledene continueren. Het internet is ook een broedplaats voor subculturen, taboes en kritiek. Onderwerpen die als te ongepast of te confronterend worden gezien, gedijen uitstekend op het web. Dat geldt ook voor vragen die we maar moeilijk durven te stellen. Het speelt een belangrijke rol in het bespreekbaar maken van de dood. Thema’s die nu in de veilige anonieme ruimte van het internet verkend worden, vinden langzaam hun weg naar het mainstream debat.”

Hebben jullie al nagedacht over jullie eigen begrafenis of crematie?

“De vraag die je wist dat zou komen!
Claudia: “Ik laat het helemaal aan mijn nabestaanden. Zij kunnen doen wat ze gepast lijkt en wat prettig voelt voor hen. Zo denk ik er nu over. Misschien dat dat nog verandert wanneer de omstandigheden daar aanleiding toe geven. Voor nu vind ik dit – ook voor mezelf – een prettige gedachte.”

Brenda: “Bij mij thuis komt dit thema eens in de zoveel maanden terloops langs. De tussenstand staat nu op begraven, maar dat verandert nogal eens. Ik heb geen vaste voorkeur, maar het zijn boeiende gesprekken. Is begraven bijvoorbeeld wel een optie, als je familie aan de andere kant van het land of aan de andere kant van de wereld woont? Ik heb wel twee dingen vaststaan, nu ik erover nadenk. Ik ben donor en ‘Time to say goodbye’ staat op de zwarte lijst qua muziek. En wie het waagt…”


Voor meer informatie over het boek: klik hier.


Greco Idema is eindredacteur van Nieuwwij.nl

Heeft u op dit moment een
uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219
Dag en nacht bereikbaar



Nee, ga verder >