Vordering bij overlijden langstlevende
19 maart 2010
Vraag nummer: 13710 (oude nummer: 15508)
Geachte heer Van de Griend,
graag leg ik u het volgende voor.
Mijn vader is overleden in 2000. Ik ben een van de 4 kinderen uit zijn eerste huwelijk.
Mijn vader is hertrouwd met een vrouw die zelf 2 dochters had. Via zijn testament hebben wij een 'niet direct opeisbaar' zuiver erfdeel, wat als vordering op zijn 2e echtgenoot is omgezet.
De contacten met de 2e vrouw zijn na het overlijden van mijn vader op haar verzoek verbroken. Recent is zij overleden. In principe zou ons deel nu opeisbaar moeten zijn. De dochters weten dit ook.
Via veel voorbeeldvragen in deze rubriek begrijp ik dat bij een ouderlijke boedelverdeling de langstlevende alles met geld en goederen mag doen.
Maar is dat ook zo wanneer zij haar eigen dochters duidelijk bevoordeeld zou hebben?
Wij hebben het vermoeden dat er genoeg middelen zijn geweest om onze vorderingen te betalen.
1
In het testament van mijn vader zat een handige constructie waarbij hij op geld leende van haar met een redelijke rente waardoor er 160.000 in mindering van zijn bezittingen werd gebracht ten gunste van 2e vrouw.
2
Twee jaar geleden heeft zij het huis, wat zij met onze vader had gekocht, goed verkocht (± 4x de waarde) en is daarna gehuurd gaan wonen.
3
Ze is 2 jaar geleden ziek geworden en wist dat zij zou gaan overlijden.
Volgens de door ons bij de notaris opgevraagde informatie hebben de 2 dochters van 2e vrouw de erfenis benificair aanvaard, wat bij ons doet vermoeden dat het geld de afgelopen 2 jaar 'in veiligheid' is gebracht.
Is er iets wat wij kunnen doen of ondernemen? Gewoon vragen aan de dochters heeft geen zin. Zij willen absoluut geen contact met ons.
De notaris meldt alleen dat het lang kan duren voor een staan van baten en lasten is opgemaakt. Maar dat gaat dan ook alleen maar over de laaste stand van zaken, terwijl wij juist willen weten of er nog iets te doen is als blijkt dat er de afgelopen 2 jaar grote sommen geld alvast aan dochters of kleinkinderen zijn geschonken.
Ben benieuwd naar uw antwoord. Bij voorbaat dank.
Antwoord:
Geachte heer/mevrouw,
De vordering van de kinderen is een schuld van de langstlevende aan de kinderen. Deze is inderdaad doorgaans opeisbaar bij overlijden van de langstlevende. Je meldt jezelf dus als schuldeiser aan en eist de vordering op bij de erfgenamen van de langstlevende. Omdat vanwege intering het inderdaad zo kan zijn dat er meer schulden zijn dan tegoeden kan het verstandig zijn beneficiair te aanvaarden (door de erfgenamen van de langstlevende).