Wij verzorgen uitvaarten
bekijk de reviews

Overlijden melden: 088 - 848 82 27

Onjuistheden m.b.t. lijkvinding (2 x)

8 november 2011

Vraag nummer: 26632

persoon X (voltooid leven, artsen werken niet mee aan euthanasie) pleegt suïcide in het bijzijn van iemand anders. Deze persoon wacht tot er zekerheid is dat X is overleden, waarschuwt arts. Niet natuurlijke dood. Vermoedelijk tijdstip overlijden rond 23.00 uur. Politie en lijkschouwer worden ingeschakeld. Lijkschouwer geeft een verklaring af met de conclusie dat er sprake is van lijkvinding. In mijn ogen onjuist. Lijkvinding staat vermeld in de akte van overlijden.

Nog een geval, zelfde lijkschouwer:
Persoon X wordt verpleegd in een verpleeghuis. Valt, raakt ernstig gewond aan het hoofd, wordt opgenomen in het ziekenhuis, wordt daar opgegeven en gaat na enkele dagen terug naar het verpleeghuis, overlijdt na enkele dagen als gevolg van de verwonding. Overlijden tussen de rondes van verplegend personeel. Er is niemand bij. Tijdvak zeker minder dan een uur, maar kan enkele minuten voor het middernachtelijk uur zijn of enkele minuten daarna. Conclusie lijkschouwer: lijkvinding. In mijn ogen onjuist.

Ik ben met beide gevallen geconfronteerd in mijn hoedanigheid als uitvaartleider. In het tweede geval hoefde ik geen aangifte overlijden te doen. Beide gevallen speelden zich in een andere gemeente af.

Wie bepaalt of er sprake is van lijkvinding, politie, justitie, arts of lijkschouwer? Zijn er nog andere consequenties dan vermelding in de akte? Is er sprake van vervalsing van de statistiek? Kunnen / moeten dingen worden rechtgezet?

Antwoord:

Geachte heer,

Ik ben het met u eens dat de conclusie van deze lijkschouwer onjuist is.

Lijkvinding is geen term van de Wet op de lijkbezorging. Ook geen term op zichzelf. Maar lijkvinding is een situatie waar het Burgerlijk Wetboek (BW) een regeling voor heeft.
De context is dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van overlijden op moet maken, nadat aangifte van overlijden is gedaan. Feitelijk vindt dat doen van aangifte (vaak) plaats aan de hand van een verklaring van overlijden van een arts (wat formeel niet nodig is). Artikel 19h BW zegt slechts:
"1. Tot de aangifte van een overlijden is bevoegd wie daarvan uit eigen wetenschap kennis draagt.
2. Binnen de in de Wet op de lijkbezorging (Stb. 1991, 130) gestelde termijn voor de begraving of verbranding, kan de persoon die in de lijkbezorging voorziet, door een in het eerste lid bedoelde persoon worden gemachtigd tot het doen van de aangifte."
Concreet komt artikel 19h er op neer dat bijvoorbeeld moeder weet dat vader overleden is en dat zij de uitvaartondernemer machtigt om aangifte van het overlijden te doen. De wet eist niet dat een verklaring van overlijden wordt overgelegd bij het doen van aangifte. Die verklaring van overlijden is alleen nodig om een verlof tot begraven of cremeren te kunnen krijgen.
In de praktijk echter wordt tegelijk met het doen van aangifte van overlijden ook het verlof tot begraven of cremeren gevraagd en worden de doodsbriefjes A en B afgegeven.

Artikel 19f van het BW regelt o.a.:
"1. Een akte van overlijden wordt opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden.
2. Indien een lijk is gevonden en de plaats of de dag van overlijden niet met voldoende nauwkeurigheid kan worden vastgesteld, wordt de akte van overlijden opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waarin het lijk is gevonden of aan land gebracht."
Bij het vinden van het lijk gaat het er om dat de plaats of de dag van het overlijden niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld. De plaats van overlijden is van belang voor de vraag in welke gemeente het overlijden plaats vond en waar dus aangifte van overlijden moet worden gedaan. Het tijdstip is van belang voor de termijn van artikel 16 Wlb (binnen hoeveel dagen moet de uitvaart plaats vinden). Maar het tijdstip kan ook om andere redenen heel belangrijk zijn, bijvoorbeeld als het gaat om het erfrecht.

Artikel 19h lid 4 schrijft voor: "4. In de gevallen bedoeld in artikel 19f, tweede (en derde) lid, geschiedt de aangifte schriftelijk door de hulpofficier van justitie."

Tot zover het juridisch kader.

U vraagt: wie bepaalt of sprake is van lijkvinding? Wel, dat bepaalt niemand. Het is zo of het is niet zo. De kernvraag is of de persoon die aangifte van overlijden doet een (voldoende nauwkeurig) tijstip van overlijden opgeeft. Als geen tijdstip wordt opgegeven, is sprake van lijkvinding.

In het eerste geval dat u beschrijft geeft de lijkschouwer een verklaring van overlijden af met de conclusie dat er sprake is van lijkvinding. Maar daarnaast is het zo, dat bij het overlijden een persoon aanwezig was die wetenschap heeft hoe laat dat overlijden aan de orde was. Die persoon zou dus ook aangifte van het overlijden kunnen doen met het juiste tijdstip van overlijden. Dan is geen sprake van het niet met voldoende zekerheid kunnen vaststellen van het tijdstip van overlijden. Er is juridisch gezien geen enkele reden om van lijkvinding te spreken. Belanghebbenden kunnen mijns inziens om correctie van de akte van overlijden vragen. (Hoe dat precies moet - gewoon vragen of via een procedure - zou ik zo snel niet weten, maar ik zou ook niet weten waarom dat niet zou kunnen. Maar feitelijk is er vermoedelijk geen groot belang om het exacte tijdstip te weten en vast te leggen).

In het tweede geval lijkt mij het uur van overlijden ook met voldoende zekerheid te bepalen. In gewone gevallen is er ook geen reden om met zekerheid de minuut van het overlijden exact te kunnen bepalen. Ook hier is het het punt: wie doet aangifte van overlijden en wat verklaart die persoon dan? Er is geen reden en geen noodzaak om de verklaring van de lijkschouwer te volgen.

Eigenlijk is de persoon die de aangifte van overlijden doet, degene die feitelijk bepaalt of sprake is van lijkvinding of niet: kan hij naar eer en geweten een voldoende concreet tijdtip noemen of niet? Noemt hij een concreet tijdstip, dan is er niets aan de hand.
Er zal in veel gevallen een inschatting gemaakt moeten worden. Als iemand bijvoorbeeld in zijn slaap overlijdt en hij wordt om 08.00 uur gevonden, dan zal een arts, een verpleegkundige of een uitvaartondernemer een inschatting kunnen maken of iemand al ongeveer 1 of 6 uur dood is. Dan kan 07.00 uur of 02.00 uur als tijdstip van overlijden worden genoemd.

U vraagt of er nog andere consequenties zijn dan de vermelding in de akte?
Ik kan het niet helemaal overzien, maar het eerste waar ik aan denk zijn de erfrechtelijke gevolgen. Als een echtpaar zonder kinderen samen een ongeval krijgt en de man overlijdt een uur eerder dan de vrouw, dan erft de vrouw alles van de man en vervolgens de familie van de vrouw alles van de vrouw (dus ook alles van de man). Dus erft de familie van de man niets van de man. Dat kan al helemaal lastig zijn als beiden samen zelfmoord plegen en zij pas na enige tijd gevonden worden. Welk tijdstip dan aan ieders overlijden wordt toegekend, kan grote gevolgen voor het erfrecht hebben. Men kan dit bij testament door bepaalde clausules voorkomen, maar dat terzijde.
Een ander gevolg kan zijn dat bijvoorbeeld AOW of een pensioenuitkering een dag eerder of later eindigt. Zie bijvoorbeeld vraag Verkeerde overlijdensdatum op akte.

Ja, dit kan de statistieken een beetje vervuilen. Maar per saldo zal het wel geen effect hebben, verkeerde inschattingen over een dag eerder of een dag later - net voor of net na middernacht - zullen elkaar waarschijnlijk opheffen.

Er kunnen, zoals ik al eerder aangaf, waarschijnlijk wel dingen worden recht gezet. Hoe precies, weet ik niet. Maar de vraag is dan wie of wat er belang bij heeft om wel een tijdstip van overlijden in de stukken genoemd te krijgen. Vaak zal er helemaal geen belang zijn. Alleen onvrede over de onterechte vaagheden.

Met vriendelijke groet,

mr W.G.H.M. van der Putten


TIP
Laat nabestaanden niet onnodig zoeken naar oude polissen. Registreer of u een uitvaartverzekering hebt op uitvaartverzekeringsregister.nl
Ook verstandig om in te vullen als u GEEN verzekering hebt.

TIP
Vergelijk snel en eenvoudig offertes van uitvaartondernemers via de site Uitvaartoffertes.nl

TIP
Bezoek ook eens de video-adviesrubriek: Infotheek - reportages - kijkersvragen - juridische vragen en antwoorden (klik hier).
Zoals: Wie is verantwoordelijk voor de kosten van de uitvaart?


TIP
Melden van overlijden. Landelijk gratis meldnummer overlijden: 0800-783 73 43.

TIP
www.urnenwinkel.nl. De mooiste collectie urnen voor de beste prijs.

Print deze pagina

×

Spelregels

  • U kunt een vraag intypen; het antwoord staat binnen 48 uur onder de vraag.
  • De service staat open voor particulieren en voor instellingen, ondernemers en begraafplaatsen die relatie zijn van Uitvaart.nl, Juridisch Adviesbureau Van der Putten of Grafzorg Nederland.
  • Een vraag moet een algemeen karakter hebben. Bijvoorbeeld: "Moet ik een uitvaartondernemer inschakelen ", "Mag een asbus worden begraven", "Mag een begraafplaats kosten voor onderhoud rekenen ", "Mag een lijk in een ambulance worden vervoerd ".
  • Vragen die betrekking hebben op individuele situaties (bijvoorbeeld: "Ik verschil van mening met de begraafplaats over de rechten op een graf ") kunnen niet worden behandeld, omdat voor een juist antwoord veel gegevens over feiten en omstandigheden nodig zijn. Voor dergelijke individuele vragen kunt u - vrijblijvend - bij juridisch adviesbureau Van der Putten terecht.
  • Zowel de vraag als het antwoord zijn openbaar.
  • Uw vragen worden serieus en zorgvuldig behandeld, maar uitvaart.nl en mr. Van der Putten aanvaarden geen aansprakelijkheid voor onjuiste toepassingen en gevolgen.

Heeft u op dit moment een uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219 Dag en nacht bereikbaar Nee, ga verder