Lopen
25 augustus 2002
Vraag nummer: 932 (oude nummer: 1259)
Mijn ouders woonden in een middelgrote plaats. Toen mijn vader eerste overleed, hij was thuis opgebaard, liepen we van huis naar de kerk en later naar het kerkhof. Dat was in 1972. Mijn moeder overleed bijna 20 jaar later. Toen wilden we hetzelfde, maar de uitvaartonderneming zei dat we voor het lopen geen toestemming van de politie kregen. Het was winter, dus sommige familieleden vonden dat eigelijk niet erg. Dat heb ik altijd jammer gevonden. Lijkt me wel een vraag voor u. Zijn er regels voor het wandelen in een begrafenisstoet? Is er een regel dat het per auto moet? Ik vind dat een stoet altijd voorrang moet hebben op ander verkeer, maar blijkbaar is dat niet zo. Maar het lijkt mij een vraag die in de lange rij van vragen goed past.
Bij voorbaat dank voor uw moeite.
J. Esser
Antwoord:
Geachte heer of mevrouw Esser,
Er zijn geen regels voor het wandelen of rijden in een begrafenisstoet. Tot 1991 was er een artikel in de Wet op de lijkbezorging dat zei dat gemeenteraden in een verordening moesten regelen hoe stoffelijke overschotten naar een begraafplaats of crematorium werden gebracht. Maar die plaatselijke regelingen hielden verband met het belang van de openbare orde en volksgezondheid. Dat kwam neer op het voorschrift dat een stoffelijk overschot in een lijkauto of zoiets naar de begraafplaats of het crematorium moest worden gebracht en niet bijvoorbeeld per schillenkar. Dat zei echter nog niets over de volgstoet.
U schreef dat uw vader in 1972 was overleden en uw moeder bijna 20 jaar later. Nu weet ik niet of dat nog net onder de oude wetgeving was of niet. Veel gemeenten hebben overigens hun verordeningen niet direct in 1991 bij de wijziging van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) aangepast. Er zijn zelfs gemeenten die nu nog niet hun verordeningen hebben aangepast. Zo zag ik vorige week een verordening met tarieven voor begraven en onderhoud van graven op een gemeentelijke begraafplaats, waar een tarief werd geheven voor het onderhoud van grafmonumenten onder verwijzing naar artikel 21 Wlb. Wel, dit artikel - dat in 1991 is vervallen - stelde dat bij plaatselijke verordening regels worden gesteld voor het stichten van grafkelders, gedenktekens etc. Dit dient dan echter te gebeuren in een beheersverordening. De betreffende gemeente had echter geen beheersverordening voor de gemeentelijke begraafplaats; had die ook nooit gehad. Maar laat de verwijzing naar artikel 21 Wlb anno 1998 wel in een heffingsverordening staan! Fouter kan niet...
Alhoewel er dus soms zaken vreemd en onjuist geregeld worden, kan ik me niet voorstellen dat in de woonplaats van uw ouders rond 1991 regels waren voor een begrafenisstoet. Althans, als de politie een verbod ergens op baseerde, had het alleen een plaatselijke verordening kunnen zijn. Landelijke wetgeving bestaat en bestond niet op dit punt. Wel voor openbare manifestaties en voor het kunnen afkondigen van een noodverordening met beperkende maatregelen in het geval van dreigend oproer e.d., maar zo schat ik de uitvaart van uw vader niet in. In verkeerswetgeving zie ook ook niet direct een aanknopingspunt.
Ik kan mij hooguit voorstellen dat de uitvaartondernemer contact heeft gehad met de politie en dat de laatste zei niet blij te zijn dat de route over een drukke hoofdweg zou gaan en een alternatieve route voorstelde of zoiets, waar de ondernemer niets in zag. Of hij vond het zelf zo koud weer dat hij gemakshalve maar zei dat 't niet mocht. Ik zie anders geen verklaring.
Overigens ben ik zelf een groot voorstander, liefhebber mag ik zelfs zeggen, van wandelen bij een uitvaart. Een uitvaartstoet waarbij gelopen wordt, heeft wel iets. Het is eenvoudig en sfeervol, juist ook in een tijd dat er nauwelijks nog reden is om op straat te lopen.
mr W.G.H.M. van der Putten
7 februari 1998