Achterhalen juiste doodsoorzaak
17 september 2003
Vraag nummer: 2482 (oude nummer: 3065)
Geachte heer van der Putten,
De volgende vraag is onder 'Overige onderwerpen', Lijkschouwing, nummer 374 reeds eerder door u behandeld geweest, echter voor mij onvoldoende duidelijk.
Wanneer familieleden de werkelijke doodsoorzaak van hun reeds overleden vader willen achterhalen, wat is dan voor hen mogelijk om dit te bewerkstelligen? (Familie is er stellig van overtuigd dat er sprake is van een on-natuurlijke dood.
In uw bovengenoemd antwoord geeft u terecht aan dat altijd toestemming van de burgemeester vereist is en men met een medisch inhoudelijk en feitelijk hard verhaal moet komen. Maar wat, wanneer de familie niet met (medische)documenten kan aantonen dat er sprake is van een onnatuurlijke dood? M.a.w. kan de familie dan nergens meer hun "recht" doen gelden?
Waarom biedt art. 30 Wlb in dit opzicht dan toch geen oplossing?
Antwoord:
Geachte heer,
Er is een belangrijk verschil. Het vermoeden van niet-natuurlijke dood is een zaak van justitie en niet van de burgemeester. In vraag 374 ging het niet om een niet-natuurlijke dood, maar om een wellicht andere natuurlijke doodsoorzaak.
Een lichaam wordt altijd geschouwd door een arts, alvorens er kan worden begraven of gecremeerd. Dus er was een verklaring dat de betreffende vader een natuurlijke dood is gestorven. Als de familie er van overtuigd was dat er sprake was van een niet-natuurlijke dood, had ze direct na het overlijden aangifte kunnen doen bij de politie. Dan zou er nog een uitgebreidere schouw mogelijk zijn geweest en zou de politie nog een onderzoek hebben kunnen instellen naar de omstandigheden.
Als de familie overtuigd is van een niet-natuurlijke dood, zijn er 2 vragen:
- waarop is dat gebaseerd? Als er voldoende objectieve redenen zijn, kan er inderdaad een nader onderzoek van justitie plaatsvinden.
- maar waarom komt de familie er nu mee? Zijn er nieuwe gegevens die eerder niet bekend waren?
Het punt is gewoon dát er al een onderzoek naar niet-natuurlijke dood is geweest en dat men nu wel met een heel sterk verhaal moet komen waarom dat onderzoek dan niet goed zou zijn geweest.
Het verschil tussen uw vraagstelling en de zaak in vraag 374 is, dat het in uw geval gaat om een niet-natuurlijke dood, waarbij het altijd om een justitieel onderzoek behoort te gaan.
Dan is geen gewoon verzoek aan de burgemeester om gewone opgraving aan de orde, maar justitieel onderzoek.
In een geval als dit is 'zelf rechercheren' niet toegestaan; de burgemeester zal geen toestemming geven om om te graven om zelf onderzoek te laten doen (door wie of wat?). De enige mogelijkheid is om justitie te overtuigen dat er iets ernstigs aan de hand was. Indien justitie overtuigd wordt dat dit inderdaad het geval is, kan justitie zelf onderzoek verrichten. Dat onderzoek kan bestaan uit onderzoek naar de omstandigheden (bijvoorbeeld diverse getuigen horen) én vervolgens als dat onderzoek meer vragen oproept, óók het stoffelijk overschot laten opgraven.
Men kan zeker 'recht' zoeken en doen gelden, maar alleen op basis van objectief sterke feiten en omstandigheden. En daarbij ook een goede verklaring geven waarom men er nu pas mee komt en niet direct na het overlijden.
mr W.G.H.M. van der Putten