Mr Willem van der Putten

Mr Willem van der Putten Spelregels
Over Mr Willem van der Putten
Facultatieve
Sponsors

Reactie op niet natuurlijk overlijden in items 10132 en 10178


29 januari 2008

Vraag nummer: 5169  (oude nummer: 10223)

Geachte mr van der Putten,

U geeft in de items 10132 en 10178 denk ik een ietwat verkeerd beeld voor wat betreft het doel van de overledenenschouw.

In de wet op de lijkbezorging staat “Hij die de schouwing heeft verricht geeft een verklaring van overlijden af, indien hij ervan overtuigd is dat de dood is ingetreden ten gevolge van een natuurlijke oorzaak.”

Volgens mij dient men dus ieder andere vorm (oorzaak) van niet-natuurlijk overlijden te melden bij de gemeentelijke lijkschouwer (en niet bij een officier van justitie).
Hierbij wordt niet gekeken naar de primaire oorzaak van het overlijden alleen (zoals bijvoorbeeld een ziekte of acuut overlijden door opgelopen trauma), maar ook naar hetgeen ten grondslag lag aan het overlijden (zoals overlijden door bedcomplicaties wat het gevolg was van bedlegerigheid door eerder opgelopen trauma).

Ook als de oorzaak niet het gevolg was door toedoen van derden (zoals een misdrijf) zal melding bij de gemeentelijke lijkschouwer moeten worden gemaakt, waarbij deze een verklaring van niet-natuurlijk overlijden afgeeft. Er is tenslotte sprake van een niet natuurlijke dood.

U geeft aan dat de Wet op de lijkbezorging er op is gericht om misdrijven op te kunnen sporen. Nergens in de wet staat dat dit het doel is van de overledenenschouw.

Graag uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Marc Wiegman

Antwoord:

Geachte heer,

Vraag 10132 staat in de sub-rubriek 'Euthanasie'.
Vraag 10178 staat in de sub-rubriek 'Natuurlijke en niet-natuurlijke dood'. Ik merk het even op opdat ook anderen de discussie kunnen volgen.

Men moet niet altijd alleen kijken naar de letter van de wet, maar ook naar de strekking, de geschiedenis van een artikel of bepaling, de toelichting die soms in Kamerstukken (zoals de Memorie van Toelichting, het Nader verslag e.d.) of in een debat in de Tweede of Eerste Kamer gegeven is, of naar de praktijk van alledag met betrekking tot de uitvoering. En voorts altijd logisch blijven denken.

Wat kan en moet de Officier van Justitie aanvangen met een melding dat iemand overleden is door bedcomplicaties wat het gevolg was van bedlegerigheid door eerder opgelopen trauma? Ik denk niets.

De Officier van Justitie moet wel overwegen of hij een ander onderzoek moet doen als bijvoorbeeld een patiënt met bed en al in een lege liftschacht is gereden en een doodssmak maakt. Was dat opzet? Was dat grove nalatigheid? Dat kan moord of doodslag zijn. Dat laatste ook als het 'per ongeluk' was.

Ik meen inderdaad dat de bepalingen omtrent de lijkschouwing in de Wet op de lijkbezorging er op gericht zijn om misdrijven op te kunnen sporen. Dat is mijns inziens logica. Maar ik kijk ook naar de geschiedenis van de bepalingen inzake de lijkschouwing. Tot 1955 stond in de wet dat "wanneer er teekenen of andere aanduidingen van een geweldigen dood aanwezig zijn" het lijk niet begraven mocht worden (crematie was nog niet geregeld) dan nadat het lijk "geregtelijk is geschouwd". Het toenmalige woord "geweldig" betekent "gewelddadig". Dan heb je het over situaties met moord en doodslag.

Iets anders is nog wie baat heeft bij de lijkschouwing. Daar lopen de meningen over uiteen. De een zegt dat alleen Justitie er belang bij heeft; anderen dat ook de opdrachtgever van de uitvaart er belang bij heeft, om het lijk te kunnen bezorgen. Deze invalshoeken spelen een rol in de discussie wie de lijkschouwing zou moeten betalen. Daar lopen de meningen ook over uiteen.

Met vriendelijke groet,

mr W.G.H.M. van der Putten

Stel een vraag:

Naam *:  
E-mailadres *:
De titel van uw vraag *:
Uw vraag *:
* Wel verplicht, maar wordt niet gepubliceerd in de website (alleen uw vraag en antwoord).   Verzenden >

Heeft u op dit moment een
uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219
Dag en nacht bereikbaar



Nee, ga verder >