Wetboek en wetregels over dat kinderen kosten uitvaart moeten betalen
16 november 2011
Vraag nummer: 26718
Geachte mr. van der Putten,
Ik heb een vraag. In welk wetboek en welk artikel staat dat een kind(eren) de rekening van de uitvaart van een ouder moet betalen indien een ouder geen of een niet goede uitvaartverzekering heeft?
Het is niet dat ik u niet geloof hierin, want in bijna elk antwoord geeft u dit aan, maar ik zou graag hier wat meer concrete informatie over willen hebben.
met vriendelijke groet,
Mw. A. van der Markt
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Ja, linksom of rechtsom moeten de kinderen de kosten van de uitvaart van een ouder betalen. Ik zeg het altijd kort samengevat, omdat het anders altijd een hele lap tekst is.
Er kunnen zich 3 situaties voordoen, waarbij de kinderen de kosten van de uitvaart van een ouder moeten betalen.
1. Kind is opdrachtgever
De eerste situatie is dat een kind zelf opdrachtgever van de uitvaart is. Hij gaat dan een overeenkomst aan met een uitvaartondernemer. Uit hoofde van die overeenkomst moet hij dan de rekening betalen.
Er is geen wettelijke bepaling die zegt dat kinderen de uitvaart van ouders moeten regelen. De meeste kinderen doen dat vrijwillig. Er is ook geen wettelijke regel die zegt dat je de overeengekomen kosten moet betalen. Er is wel een wettelijke regel dat wanneer één van de partijen de overeenkomst niet nakomt (niet betaalt) en hem dit kan worden toegerekend, er sprake van 'wanprestatie'. Dat was in het oude Burgerlijk Wetboek (BW) de gebruikelijke term, in het nieuwe BW wordt gesproken van 'tekortkoming in de nakoming'. Van toepassing is Burgerlijk Wetboek Boek 6, (Verbintenissenrecht) Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht, Titel 1 Verbintenissen in het algemeen; in het bijzonder: Afdeling 9 De gevolgen van het niet nakomen van een verbintenis. Er zijn allerlei artikelen van toepassing, afhankelijk van de situatie.
Zie bijvoorbeeld ook:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Overeenkomst_(Nederland)#Gevolgen_van_het_niet-nakomen_van_de_overeenkomst.
Een kind dat opdrachtgever was, kan hier niet onderuit komen.
2. Kind is erfgenaam
Als een of meer kinderen opdrachtgever van de uitvaart waren, of een derde, zoals een goede vriend van de overledene, mag de opdrachtgever de kosten verhalen op de nalatenschap. Het Burgerlijk Wetboek, Boek 4, artikel 7 regelt in het eerste lid: Schulden van de nalatenschap zijn:
a. (...);
b. de kosten van lijkbezorging, voor zover zij in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene;
c. (...).
De kinderen zijn altijd erfgenamen van een ouder. Zij kunnen slechts ten dele onterfd worden. Als (mede-)erfgenaam dragen zij de kosten van de lijkbezorging.
Een kind kan hier onderuit komen, door afstand te doen van de erfenis. Maar het is natuurlijk wel heel erg flauw als een broer, wiens zus opdrachtgever van de uitvaart was, tegen zijn zus zegt niet mee te willen betalen en afstand doet van de erfenis. Dan moet de zus voor de volledige kosten opdraaien. Niet netjes, maar het kan.
3. De gemeente regelt de uitvaart; kind aansprakelijk
Als kinderen en andere nabestaanden weigeren om de uitvaart van een ouder te regelen, moet de gemeente het doen. Formeel is het een taak van de burgemeester, maar u begrijpt dat die het zelf niet doet. De taak ligt formeel bij het bestuursorgaan 'burgemeester' en niet bij het bestuursorgaan 'burgemeester en wethouders' omdat een burgemeester sneller besluiten kan nemen dan het college van burgemeester en wethouders, dat normeel slechts 1 keer per week vergadert en besluiten neemt. Zo lang laat je een overledene niet in huis liggen, om het simpel te zeggen. De burgemeester kan direct een besluit nemen.
Van toepassing zijn dan de artikelen 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging, die u op deze site kunt vinden via de Infotheek > Wet- en regelgeving.
Artikel 21
1. Indien niemand voorziet in de lijkschouwing en lijkbezorging overeenkomstig de wet, draagt de burgemeester daarvoor zorg. (...)
Artikel 22
De kosten, verbonden aan de bezorging van lijken waarvoor de burgemeester zorg draagt, (...), komen ten laste van de gemeente. Voor zover zij door de bij de lijken gevonden, (...) goederen of gelden niet kunnen worden gedekt, kan de gemeente die kosten verhalen op de nalatenschap en, bij ongenoegzaamheid van deze, op de bloed- en aanverwanten, die krachtens de artikelen 392-396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest, (...).
Ik heb (...) even weggelaten wat nu niet relevant is.
De gemeente kan de kosten dus verhalen op de nalatenschap. Als de overledene een goed gevulde spaarrekening had, is de zaak snel opgelost. Maar als dat niet zo is, kan de gemeente de kosten ook verhalen op de nalatenschap, dus ook op de kinderen als erfgenamen. Maar als de kinderen afstand zouden doen van de nalatenschap, zou de gemeente via die weg achter het net vissen. Dat vond de wetgever niet redelijk. Die vindt dat niet de gemeente - ofwel de belastingbetaler - voor de kosten van iemands uitvaart op moet draaien, als er nog een echtgenoot of kinderen zijn. Die moeten daar niet onderuit kunnen komen door afstand te doen van de erfenis.
Daarom staat in artikel 22 ook dat de gemeente kosten kan verhalen op de bloed- en aanverwanten, die krachtens de artikelen 392-396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest. Dat zijn volgens artikel 1:392 BW de echtgenoot, de kinderen en de aangetrouwde kinderen.
Hier kunnen de kinderen niet onderuit komen.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten
Zie ook:
Zijn kinderen verplicht om de uitvaart van ouders te betalen?