schenkingen/leningen
22 december 2016
Vraag nummer: 48729
Geachte heer van de Griend.
Vorig jaar augustus 2015 is mijn demente moeder overleden na een langdurige opname in een verpleeghuis.
Zij bleek mij te hebben onterfd ten gunste van mijn broer middels een testament opgesteld omstreeks oktober 2003 toen reeds was vastgesteld dat er door een beginnende dementie en verschillende CVA' s cognitieve schade was ontstaan.
Onze vader was in 2001 overleden.
Ik heb in de jaren 96-97-98 geld geleend van mijn ouders voor het afronden van mijn studie en ook mijn broer heeft geld geleend in die periode.
na het wijzigen van het testament waarin ik onterfd ben heeft mijn moeder mijn broer in totaal 90.000 euro geschonken en nogmaals 35000 euro voor de aankoop van een auto.
Nu heb ik recht op mijn legitieme portie en claimt mijn broer dat de lening die ik heb gekregen en die ik aan het afbetalen was tot halverwege 2002 volledig dient te worden meegerekend bij het vaststellen van de legitieme portie.
Graag uw reactie
Mvrgr
Peter Visser
Antwoord:
Geachte heer Visser,
Deze gebruik leent zich er niet voor vast te stellen wat de hoogte van de legitieme aanspraak is/kan zijn. De legitieme aanspraak wordt in beginsel berekend in de waarde van de nalatenschap. Tot die nalatenschap behoren ook eventuele (restant) vorderingen uit hoofde van gesloten geldleningen (aan anderen). Indien betreffende vorderingen al gedeeltelijk waren afgelost, is er sprake van een lagere vordering.
Bij de zogenoemde legitimaire massa moeten overigens ook weer bepaalde schenkingen worden opgeteld. Ik raad u dus van harte aan om eens langs uw notaris te gaan voor nader advies.