Opeisbaarheid erfdeel
7 maart 2009
Vraag nummer: 12435 (oude nummer: 12438)
Geachte heer / mevrouw,
In het testament van mijn vader, welke is opgemaakt in 1989 wordt beschreven dat al het vermogen in eerste instantie aan mijn moeder toekomt, maar dat zij de erfdelen van de kinderen aan de kinderen schuldig blijft. Zij hoeft hiervoor geen zekerheden te stellen. Verder wordt beschreven dat indien zij o.a. in een bejaardentehuis zou worden opgenomen het deel wat de kinderen toekomt zou moeten worden uitbetaald.
Mijn vader is overleden in oktober 2004.
Ik stel mij nu dan ook op het standpunt, daar mijn moeder nu anderhalf jaar geleden is opgenomen in een bejaardentehuis dat mijn arfdeel op dit moment groot 35.000 euro inclusief de verschuldigde 6% rente, moet worden uitbetaald.
Nu zijn de familie omstandigheden niet van dienaard dat dit op een normale wijze kan worden afgewikkeld. Met name mijn broer steld zich op het standpunt dat de verzorgingsgedachte preveleerd boven het artikel waarin wordt aan gegeven dat het erfdeel zou moeten worden uitgekeerd aan de kinderen.
Graag zou ik uw mening hierover graag vernemen.
Nu speelt er tevens nog een andere situatie. In het verleden hebben, toen nog mijn vader en moeder, een bedrag van ongeveer 22.000 euro, volgens de successieaangifte aan ons geleend. Naar mijn idee is dit verkeerd aangegeven in de successieaangifte, maar dit terzijde. Dit bedrag is echter nooit direct op onze prive rekeningen gestort maar rechtstreeks in een BV. Van deze lening is nimmer een overeenkomst opgesteld. De tegenpartij stelt nu dat deze lening moet worden verrekend met het erfdeel. Mijn vraag is kan dat zomaar? Nergens staat beschreven dat deze lening per direct opeisbaar is en nimmer ben ik aangesproken op het feit dat ik deze lening zou moeten aflossen.
Ook hier verneem ik graag uw mening over.
Met vriendelijke groeten,
Jan Schutte
Antwoord:
Geachte heer,
Ieder kind kan zelf uitmaken op hij/zij het eigen erfdeel wel of niet wil opeisen (indien sprake is van opeisbaarheid). De meningen kunnen daarover dus verschillen.
Verrekening van de lening moet strikgenomen tweezijdig en kan natuurlijk alleen indien de schuldeiser en schuldenaar dezelfde persoon zijn (en omgekeerd). Is er een derde (BV) schuldenaar, dan kan er geen sprake zijn van verrekening. Verder is het uiteraard niet zeker of de lening wel opeisbaar is bij overlijden van de schuldeiser. Ook dan lijkt mij dat er geen sprake kan zijn van verrekening.
Ik raad u aan eens langs een notaris te gaan om één en ander te laten onderzoeken.