"Dood zwijgen"
20 november 2002
Vraag nummer: 1608 (oude nummer: 1973)
Sun Feb 21 13:46:42 1999
Geachte heer Van der Putten,
Een vriend van mij is ongeneeslijk ziek.
.......
(een andere vraag volgt, zie vraag 1518)
.......
Daarnaast wil mijn vriend voorkomen dat er na zijn overlijden nog een woord/letter aan hem gewijd wordt in de vorm van advertenties, afscheidsdiensten etc. Hij vraagt zich af of dit bijv. strafbaar gesteld kan worden.
Hans Duynstee
Antwoord:
Mon Feb 22 21:05:17 1999
Geachte heer Duynstee,
Uw vraag over de zeebegrafenis ("Uitvaart op zee?", vraag 1518 in de subrubriek Zeebegrafenis) sloot u af met de opmerking dat uw vriend wil voorkomen dat er na zijn overlijden nog een woord/letter aan hem gewijd wordt in de vorm van advertenties, afscheidsdiensten etc.
U vraagt of dit bijvoorbeeld strafbaar gesteld kan worden.
Overtreding van een dergelijke wens kan niet strafbaar worden gesteld. Strafbaar is alleen iets dat bij wet is verboden en waar een officier van justitie achteraan kan gaan. Dat kan een particulier nooit regelen, want die kan geen (straf)wetten maken.
Uw vriend kan een dergelijke wens aan zijn erven opleggen bij testament.
Dat is civielrechtelijk, maar het is niet dwingend. Uw vriend kan een executeur testamentair benoemen die bijvoorbeeld de taak heeft om bekend te maken wat de wens van de overledene is en die de erfgenamen bij overtreding van dit gebod ("Gij zult niets over mij schrijven etc.)" kan 'straffen' door een stukje van de erfenis in te houden. Maar als zij het toch willen doen kan hij het niet voorkomen. Als erven de 'boete' voor lief nemen, kan men hen niet tegenhouden.
Of wanneer de executeur testamentair het testament niet uitvoert (dat kan ook), dan is het ook niet te voorkomen. Dan kunnen wel derden naar de rechter stappen met het testament in de hand en aangeven dat deze executeur testamentair van zijn taak ontheven moet worden, maar dan is het kwaad al geschied.
Maar men kan op geen enkele manier regelen dat derden, bijvoorbeeld de pers of niet-erfgenamen, zich aan dat gebod tot 'doodzwijgen' zullen houden.
mr W.G.H.M. van der Putten
22 februari 1999