Mr Willem van der Putten

Mr Willem van der Putten Spelregels
Over Mr Willem van der Putten
Facultatieve
Sponsors

Lijkvinding, altijd schouwarts? (verward met onbekende oorzaak overlijden)


5 september 2002

Vraag nummer: 1007  (oude nummer: 1341)

Fri Jul 23 17:44:04 1999

Twee maanden terug vond ik mijn moeder dood in de gang. Ik heb de ambulance gebeld die weer de huisarts erbij hebben gehaald. de huisarts zei dat het een hartaanval was. Daar ik het niet vertrouwde heb ik een obductie aangevraagd. Ze bleek uiteindelijk aan een hersenbloedong te zijn overleden. Nu vraag ik me af of er niet een gemeentelijke schouwarts had moeten komen omdat mijn moeder al waarschijnlijk al anderhalve dag dood was toen ik haar vond. Daarnaast vraag ik me af of ze wel meteen een verklaring van natuurlijk overlijden had mogen afgeven. Voor hetzelfde geld had mijn moeder een overdosis medicijnen genomen. Voordat ze overleed was ze zoverre we toen wisten niet ernstig ziek (uit obductie bleek dat ze heel erg ziek was). Ik vind de wet op de lijkbezorging niet erg duidelijk.
Met veel dank
Elisa

Antwoord:

Sun Jul 25 13:59:15 1999

Beste Elisa,

Ten eerste nog gecondoleerd met het verlies van je moeder. Om zo onverwachts je moeder dood aan te treffen lijkt me niet niks.
Je vraagt je af of - nadat je de ambulance hebt gewaarschuwd die de huisarts erbij haalde - men niet direct een gemeentelijke lijkschouwer had moeten waarschuwen. Je vindt de Wet op de lijkbezorging niet duidelijk.

Ik denk dat de wet toch wel duidelijk, of althans duidelijk genoeg, is. Een gemeentelijke lijkschouwer moet worden ingeschakeld als men twijfelt of er sprake is van een niet-natuurlijke dood. Als een lichaam gevonden wordt, is dat nog niet per definitie een niet-natuurlijke dood. In dit geval was dat ook zo. De huisarts meende dat een hartaanval de doodsoorzaak was, terwijl obductie een hersenbloeding uitwees, maar beiden zijn natuurlijke doodsoorzaken. Als een overdosis medicijnen zou zijn genomen, is dat voor een arts mogelijk wel zichtbaar (neem ik aan; ik ben ook geen arts) en/of zou e.e.a. af te leiden zijn aan de aanwezigheid van medicijnendoosjes op het nachtkastje waar te veel exemplaren van pillen ontbraken etc. Je moet als arts voorzichtig zijn, maar ook niet overdreven wantrouwend, want dan kan achter elk overlijden wel een komplot of misdrijf steken. Dat is natuurlijk niet zo.

Ook hoe lang iemand dood is, een uur, een dag of een week, maakt geen verschil. Alleen zal het zo zijn dat als iemand al heel lang dood is, het voor een gewone arts steeds moeilijker valt vast te stellen of het een natuurlijke dood is. En dat maakt het dan weer wel zinvol om er een meer ervaren lijkschouwer bij te halen of om obductie te plegen.

De term 'lijkvinding', die jij gebruikt, is in dit geval niet van toepassing. Tenminste niet de term waarmee een bepaalde situatie volgens de wet (het Burgerlijk Wetboek en het Besluit Burgerlijke Stand) anders wordt behandeld dan normaal. Ik ken jou en jouw achtergrond niet, maar uit de manier waarop je jouw vraag stelt, lijkt het alsof je beroepshalve meer met deze materie van doen hebt. Gewone mensen kennen de Wet op de lijkbezorging niet en kijken die niet na (dat moet men ook niet doen; alleen voor mensen met een chronisch slaapgebrek is het een probaat middel om toch snel de slaap te vatten).
Lijkvinding is ook niet geregeld in de Wet op de lijkbezorging. Lijkvinding is ook geen wettelijke term. Het is aan de orde als een lichaam wordt gevonden waarvan op dat moment de identiteit niet bekend is, of als het tijdstip van overlijden niet bekend is. Denk aan het vinden van een lijk - kennelijk slachtoffer van een misdrijf - in het bos. Een tijdje geleden zag ik ook een proces verbaal van lijkvinding van de politie, waarbij het ging om iemand die in zijn auto was vermoord. Het ging om zijn eigen auto; de man was als vermist opgegeven en had ook al zijn papieren bij zich, maar op het moment van vinden van het lijk was niet voor 100% zeker dat het de betreffende meneer was, de papieren niet vervalst waren etc. en dan neemt de politie het zekere voor het onzekere. Pas na onderzoek en identificatie door familie staat dan de identiteit vast. Een en ander kan gevolgen hebben als de identiteit later niet of niet met zekerheid kan worden vastgesteld en aangifte moet worden gedaan bij de Burgerlijke stand van een onbekend lijk. Daar is de term 'lijkvinding' voor. Het vinden van een onbekend lijk staat in artikel 1:19f van het Burgerlijk Wetboek en is als het ware de pendant van het inschrijven in het geboorteregister van de Burgerlijke stand van een vondeling; ook een persoon met onbekende identiteit.

Maar de kern van mijn antwoord is dat 'lijkvinding' dus los staat van een natuurlijke of niet-natuurlijke dood; alleen als niet zeker is dat sprake is van een natuurlijke dood moet een schouwarts worden gewaarschuwd.

mr W. van der Putten

25 juli 1999

Stel een vraag:

Op dit moment is het stellen van nieuwe vragen tijdelijk niet mogelijk.

Heeft u op dit moment een
uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219
Dag en nacht bereikbaar



Nee, ga verder >