Artikel 20 Wet op de lijkbezorging
25 maart 2008
Vraag nummer: 5311 (oude nummer: 10510)
Geachte meneer van Putten,
In artikel 20 van de Wet op de lijkbezorging wordt gesproken over degene die het lijk onder zijn berusting heeft.
Wie is degene. Kunt u een voorbeeld geven om degene te verduidelijken?
Hartelijk dank.
Met vriendelijke groet,
Marije Huneman
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Om uw vraag ook voor derden begrijpelijk te maken citeer ik even Artikel 20:
"Ingeval niemand maatregelen neemt tot lijkschouwing of lijkbezorging overeenkomstig de wet, waarschuwt degene, die het lijk onder zijn berusting heeft, de burgemeester en wel uiterlijk op de derde dag na het overlijden."
Als je letterlijk naar de tekst kijkt, dan is de persoon die het lijk 'onder zijn berusting heeft' de persoon die het lijk onder zijn hoede heeft. Dat kan op vele manieren het geval zijn. Enkele voorbeelden.
Stel de politie vindt langs de kant van de weg het lijk van iemand die is doodgeschoten. Zij laat het stoffelijk overschot gerechtelijk onderzoeken en speurt tegelijk naar de identiteit van de overledene en naar nabestaanden, maar kan geen nabestaanden vinden. Dan is de politie degene die het lijk onder zijn berusting heeft.
Stel een alleenstaande persoon overlijdt in zijn huurwoning en wordt daar aangetroffen door de buren. Dan kun je zowel stellen dat bijvoorbeeld de huisbaas als dat de buurman het lijk onder zijn berusting heeft.
Het maakt eigenlijk niet uit wie het lijk op wat voor manier 'onder zijn berusting heeft'. Het gaat er primair om dat iemand die weet dat er een overledene is en die weet dat er niemand is die tot lijkschouwing of lijkbezorging overgaat, de gemeente waarschuwt.
De wettekst is eigenlijk zo geformuleerd dat de persoon die er het meest voor in aanmerking komt, die er op een of andere manier over waakt of anderszins onder zijn hoede heeft, de gemeente waarschuwt. Het is niet zinvol om in een wettekst te zetten dat 'iedereen die er van af weet' de gemeente moet waarschuwen. Dat is te algemeen. Stel er wordt een lijk op straat gevonden, het gebied wordt afgezet en je hebt 100 kijkers op afstand, dan is het niet handig om te stellen dat 100 kijkers de gemeente moeten waarschuwen. Maar wel dat de instantie die de regie voert, de politie, dat moet doen. Nog even los van strafrechtelijke onderzoek en zo.
Het is ook niet handig dat als in een buurtje het verhaal de ronde doet dat de oude dame op nummer 192 dood in huis is gevonden, dan iedereen die het nieuwtje weet de gemeente zou moeten waarschuwen. Het ligt voor de hand dat de eigenaar van de woning of een andere direct betrokkene zoals een medebewoner dat zou moeten doen.
En natuurlijk als binnen een gezin of een familie niemand iets wil doen, om welke reden dan ook, dat de medebewoners die over het lijk beschikken, de gemeente moeten waarschuwen.
Het 'onder zijn berusting hebben' is ruim geformuleerd om er allerlei situaties onder te kunnen laten vallen. Maar ook zodanig concreet dat je er verantwoordelijke mensen op aan kunt spreken. Het overtreden van artikel 20 Wlb is strafbaar. Als een huisbaas niets doet terwijl hij weet dat een huurder dood in de woning ligt en blijft liggen, is hij in overtreding. Idem een familie die niets onderneemt als de inwonende oma gewoon maar dood op haar kamer blijft liggen.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten