Mr Willem van der Putten

Mr Willem van der Putten Spelregels
Over Mr Willem van der Putten
Facultatieve
Sponsors

Reactie op 6421 en 6428 (opgraving Winkler Prins)


15 september 2005

Vraag nummer: 4024  (oude nummer: 6456)

Lieve mensen,

Graag wil ik me toch graag even aan u voorstellen,

Ik ben Jan Woldhuis van Gravendienst Noord-Nederland, en niet als uitvaartverzorger, (verwarring) en ik was belast met de opgraving van de familie Winkler Prins, en heb naar beste weten gehandeld, en heb het dan ook met enige trots gedaan, samen met mijn vrouw,
het volgende blijft mij dan nu ook bezighouden en zou graag toelichting willen. dit omdat ik het mogelijk niet goed begrijp,

In de wet op lijkbez. artikel 31 staat onder anderen het volgende:

Ruiming van graven is het uit graven verwijderen van de overblijfselen van lijken en eventuele resten van kisten en omhulsels.
het doel van het ruimen is het opnieuw gebruiken van de graven.
voor ruiming is geen vergunning nodig van de burgemeester van de gemeente waar gebraving heeft plaatsgevonden.

In dat geval is geen sprake meer van een lijk maar van een overblijfsel.

men schrijft daarbij in het boekje Uitvaartwezen compact (van mr. J.L.van Deventer-Klootwijk en W Klootwijk) uitgave 2004/2005 het volgend verhaal er nog bij:

Dat feit heeft geleid tot een uitspraak van de hoge raad(HR 28 februari 2003, LJN - nummer AE 1119)
een begrafenis ondernemer verzocht de gemeente Alphen aan den Rijn om de overblijfselen van DRIE stoffelijke overschotten in een familiegraf te verzamelen en bijeen(dus gemengd) te plaatsen in het onderste gedeelte van dat graf, om in dat graf ruimte te creeren om daarin een VIERDE stoffelijk overschot te gegraven. deze gemeente bracht daarvoor een bedrag in rekening een begrafenis rechten in rekening, gebasserd op het recht voor het (her)begraven van een stoffelijk overschot. de hoge raad bepaalde dat de wetgever in geval van ruiming na afloop van de wettelijke termijn de daarbij aangetroffen overblijfselen
niet meer heeft willen beschouwen als een lijk in de zin van de wlb. dit betekende in dat geval dat de gemeente geen begrafenisrechten in rekening kon brengen .

Ook veel gemeente ruimen graven en deponeren dan hun resten in een zogenmaamde knekelput.
10 tallen tegelijk.
(ook nooit meer te achterhalen wie wie is als dat nodig zou zijn lijkt mij)

Enige jaren geleden was ik belast met een opgraving in een grote gemeente in Overijsel, waar drie lijken waren begraven, ik moest de bovenste eruit halen, echter we moesten diep gaan om deze te vinden want hij was door mogelijke verzakkingen bij de tweede ( gedeeltelijk gekomen), inderdaad weet je dan niet wie je mee neemt, dit klopt gewoon ook niet, in de wlb., zou daar dan toch niet iets voor geregeld kunnen worden, een identieficatie nummer op de kist van tegenwoordig en het bijbehorend document heeft mijns inziens geen enkele nut voor als er eens opgegraven moet worden.

Ik wil toch nog even melden dat we tijdens de opgraving van de fam,. winkler prins twee metalen plaatjes vonden die we hebben meegenomen, daarop stond een nummer, wat ik eerst niet kon thuisbrengen,maar thuisgekomen keek ik de papieren van de begrafenis van de fam. 1908 en 1911 na en zag tot mijn verbazing deze nummer staan op de begraaflijst van de gemeente Voorburg het was van de dag van de begrafenis(sen). dit deed mij toch wel goed want dat correspondeerde met elkaar, wat voor mij toch een bevestiging was dat we wel de goeien hebben meegenomen, dit omdat slechts een betonnen paaltje van 10 bij 10 cm. het graf aangaf.

Ik heb naar beste geweten gehandeld.

En wees nou eerlijk,

de begrafenis was niet zo stijlvol verlopen als we met twee (bottenkistjes), wat we normaal gebruiken, aan waren gekomen in zo'n mooie koets.

Tot zo ver,

Warme groet,

Jan en Anja Woldhuis.

Antwoord:

Geachte heer Woldhuis,

Wat u citeert als artikel 31 van de Wet op de lijkbezorging is geen wettekst, maar een korte samenvatting in het boekje Uitvaartwezen compact (van mr. J.L. van Deventer-Klootwijk en W. Klootwijk) uitgave 2004/2005. Als u de wettekst wilt lezen, kunt u in een andere uitgave van mevrouw Van Deventer zoals 'Teksten wetgeving uitvaartwezen' kijken. Of in mijn Thematisch Handboek Lijkbezorging. Of de wettekst in de Editie Schuurman & Jordens. Of op internet bij www.uitvaart.nl in de Bilbiotheek (button links) en dan Wet- en regelgeving.

Het probleem is - en blijft - dat u opgraven en ruimen door elkaar haalt. Uw citaat "Ruiming van graven is het uit graven verwijderen van de overblijfselen van lijken (...). Het doel van het ruimen is het opnieuw gebruiken van de graven. Voor ruiming is geen vergunning nodig van (...) etc." geeft dat eigenlijk zelf al aan.
De kernvraag is: wat is het doel van de handeling? Wat was het doel van het verhuizen van de stoffelijke resten van het echtpaar Winkler Prins (WPs) uit het graf in Voorburg naar Veendam? Was het het doel om het graf in Voorburg leeg te krijgen? Of was het het doel om de WPs in Veendam een allerlaatste rustplaats te geven? Ik denk het laatste. Als het er alleen om ging om het graf in Voorburg leeg te krijgen, had u al die moeite niet hoeven doen. Dan konden de resten zo in een verzamelgraf op dezelfde begraafplaats of een andere in de buurt. Het is in Nederland niet gebruikelijk dat als men op begraafplaatsen in bijvoorbeeld Venlo, Voorburg of Vriezenveen graven leeg wil maken, de inhoud met groot ceremonieel naar Veendam wordt gebracht.

U moet ook niet zozeer kijken naar de handeling (het wegnemen van stoffelijke resten uit van het graf) maar kijken naar het totale plaatje. Want dát bepaalt de juridische situatie.

Ik pak eens een willekeurig voorbeeld dat omstandigheden de juridische situatie bepalen. Stel, u zit op een terras voor een café. Naast u zit een man. Voor hem op tafel ligt een mobieltje. U zit er een minuut of 5 en plots er komt een jonge knaap naar buiten hollen, grist het mobieltje van tafel en holt weg. "Hé" roept de man achter de tafel verbaasd.
En nu stop.
Wat is er aan de hand? Weet u het? Ik zie zo snel al 3 situaties 1) Het kan zijn dat we hier een brutale diefstal zien. 2) Het kan ook zijn dat het mobieltje eigendom van de jonge man is die het nu weg nam. Hij had eerder op die plek gezeten, moest even naar het toilet, kwam binnen nog een bekende tegen maar had nu haast om naar zijn volgende afspraak te gaan. 3) Het kan zijn dat de jonge vent de zoon is van de man die aan het tafeltje zit en zijn vader hem nog wilde naroepen voorzichtig te rijden. Dat is aan deze gebeurtenis niet te zien. Het is ook niet te zien of de man aan tafel misschien zelf wel het mobieltje van iemand anders had gestolen of geleend.
Maar u zult het met mij eens zijn dat in bepaalde situaties aan de handeling niet te zien is wat er juridisch gezien gaande is. Aan het wegnemen van stoffelijke resten uit een graf is ook niet te zien of sprake is van ruiming of opgraving en of verlof vereist was of niet. Dat hangt van het doel van de handeling af, zoals u terecht citeert uit het boek van mw. Van Deventer.

Ik ken het arrest van de Hoge Raad van 28 februari 2003. Ik had het bericht van het arrest 1 werkdag na de publicatie in mijn postvak (was maandag 3 maart). Ik heb zelf de LOB en de VNG die week geattendeerd op de belangrijke gevolgen voor de fiscale praktijk van gemeenten: men moet in de legesverordening het schudden van graven - want daar gaat het hier om - op de juiste manier regelen. Het gaat in dit arrest echter niet om opgraving, maar om, zoals ik al zei, het schudden van graven. Dat is ruiming. U kunt alle handboeken er op na lezen, maar dat is dus juridisch en wettelijk en feitelijk heel iets anders dan wat er met de WPs is gebeurd. Bij het schudden van het graf verlaten de stoffelijke resten het graf niet, maar worden onderin hetzelfde graf begraven.

U hebt gelijk dat het identificatienummer op de kist en het bijbehorend document geen nut hebben bij opgravingen. Dat klopt. Maar daar zijn ze ook niet voor bedoeld.

Als resten in een knekelput worden gedeponeerd, is inderdaad niet meer te achterhalen wie wie was. Althans niet eenvoudig. Maar dat is ruiming en ook juist de bedoeling van ruiming: dat de stoffelijke resten anoniem verder ontbinden op die plek.

Als er in een graf verzakkingen hebben plaatsgevonden, waardoor de stoffelijke resten gemengd waren, dan is er gewoon niet goed begraven. Dan kan het toevallig zo zijn dat er vrij snel na elkaar begraven is, waardoor de onderste kist nog niet geheel is ingezakt en die plek met aarde gevuld was. Maar dan heeft er toch te weinig aarde tussen de beide kisten gezeten (moet minimaal 30 cm), want anders kan het beslist niet mengen.

Inderdaad heeft men op sommige begraafplaatsen het gebruik om koperen plaatjes op de kist te leggen en mee te begraven, zodat men later bij opgravingen makkelijker de stoffelijke resten kan identificeren. Maar als men fout begraaft, te dicht boven op elkaar, zodat de graven inzakken zoals u beschreef, dan helpt dit ook niet.

Ik denk dat het voor u handig is om eens de 'Handleiding Opgraven en Ruimen' uit 2001 van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen te lezen. Daarin staan precies de verschillen tussen ruimen en opgraven, welke vergunningen van de burgemeester of van de officier van justitie (voor cremeren na opgraven) soms nodig zijn en wanneer men die vergunningen kan krijgen, of niet. Er wordt jurisprudentie behandeld, de vraag of de begraafplaats ook toestemming moet geven (nee) en er is een lijst van veel gestelde vragen. Deze handleiding is verkrijgbaar bij de LOB (www.begraafplaats.nl) en is opgenomen in het Thematisch Handboek Lijkbezorging van uitgeverij SDU/Vermande.

Niemand heeft bezwaar tegen een mooie ceremonie, maar een tweede (botten)kistje had vroeger of later dieper of hoger in het graf geplaatst dienen te worden. Dat dit niet gebeurd is, is trouwens ook een omissie van de begraafplaatshouder. Die had geen stoffelijke resten van twee personen in één kist mogen laten begraven. En men had ook moeten vragen naar de herkomst van de stoffelijke resten; bij een herbegraving dient het verlof van de gemeente van opgraving als bewijs van de herkomst. Hoe wil men deze begravingen in het register van de begraafplaats verantwoorden? Zonder het verlof tot opgraving vertrouwt men blijkbaar alleen iemand op z'n mooie ogen. U had bij wijze van spreken wel iemand kunnen vermoorden en in die kist kunnen stoppen. Of iemand anders had het kunnen doen op een moment dat de kist onbewaakt was. 's Nachts of tijdens het transport. Dat zou een perfecte moord geweest zijn. Dit soort misbruik van de situatie is natuurlijk onwaarschijnlijk (ik ben overigens blij dat uw vrouw nog leeft), maar het is niet uit te sluiten. Die wettelijke regels zijn er niet voor niets.
Het zal beslist allemaal wel in goed vertrouwen uitgevoerd zijn, maar vooral ook door de betrokken gemeenten zijn elementaire fouten gemaakt. Voor een seriemoordenaar zou het ideaal zijn als op deze wijze op grotere schaal bekende Nederlanders worden herbegraven.

Enfin, laten we de discussie maar stoppen. Het was inderdaad een goed idee en een waardige ceremonie. Maar het lijkt me toch verstandig als alle betrokkenen voortaan bij andere gelegenheden de juiste werkwijze en procedures volgen.

Met vriendelijke groet,

mr W.G.H.M. van der Putten

Stel een vraag:

Naam *:  
E-mailadres *:
De titel van uw vraag *:
Uw vraag *:
* Wel verplicht, maar wordt niet gepubliceerd in de website (alleen uw vraag en antwoord).   Verzenden >

Heeft u op dit moment een
uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219
Dag en nacht bereikbaar



Nee, ga verder >