Wij verzorgen uitvaarten
bekijk de reviews

Overlijden melden: 088 - 848 82 27

Herbegraving doodgeboren kind (na 40 jaar uit tuin)

10 oktober 2003

Vraag nummer: 2539 (oude nummer: 3177)

Een goede bekende van mij vertelde mij naar aanleiding van het feit dat ik een doodgeborene moest begraven dat hij in de jaren zestig binnen zijn gezin ook een situatie van een doodgeboren kind had meegemaakt.
Het bleek om een zwangerschap van 6 maanden te gaan en hij moest van de arts zijn kind maar in de tuin begraven. Kennelijk was de wet toen anders of ging de arts zijn boekje te buiten.

Die bekende van mij heeft nog dagelijks spijt van die situatie en ik heb hem aangeboden eens na te gaan of een herbegraving op een begraafplaats mogelijk is. Hij zou dat graag willen.

Deze situatie is wat uitzonderlijk. Ik ken de wet redelijk goed maar nu sta ik even te kijken. We praten dus over een opgraving in eigen tuin, is artikel 29 Wlb nu ook van toepassing? De beheerder van de begraafplaats waar we willen herbegraven zal een verlof willen. Dit verlof zal mij niet verleend kunnen worden op grond van de huidige A en B verklaringen. Evenmin kan ik de betreffende arts raadplegen, hij leeft niet meer.
Wat adviseert u mij in deze. Wellicht zijn er geen stoffelijke resten te vinden en hoeven we niet herbegraven maar voor het geval dat wil ik graag weten hoe te handelen.

Antwoord:

Geachte heer,

U kent de wet inderdaad goed, maar alles hangt eenvoudigweg – nog steeds – vast aan de regel dat de wet niet van toepassing is op onvoldragen menselijke vruchten.

Inderdaad was de wet in de jaren ’60 anders. De wet regelde de lijkbezorging van volwassen overledenen en van doodgeboren kinderen. En onder een ‘doodgeboren kind’ werd blijkens de wetsgeschiedenis een ‘voldragen’ menselijke vrucht verstaan. De leeftijd van de vrucht deed er toen formeel niet toe. Maar wat voldragen was en wat niet, riep vragen op. Daarom heeft de wetgever later in 1991 het criterium van 24 weken vastgelegd: een menselijke vrucht die ouder is dan 24 weken moet worden begraven of gecremeerd; een vrucht die jonger is kán worden begraven of gecremeerd.
In ieder geval was het in de (ziekenhuis)tuin begraven van een menselijke vrucht die 6 maanden oud was, in de jaren zestig legaal en een vaker voorkomend fenomeen.

Maar nu. Is herbegraving van dit mini-mensje op een gewone begraafplaats wettelijk mogelijk? Ja, zonder meer. Zowel onder de oude als onder de nieuwe wet van 1991.
Een lastig punt is evenwel de vraag, of er formaliteiten zijn en hoe aan de formaliteiten voldaan moet worden.
Een verlof tot begraven is niet aan de orde, omdat er destijds geen aangifte van overlijden zal zijn gedaan en geen verlof tot begraven is gevraagd. Dat verlof zou toen en nu een ambtenaar van de burgerlijke stand (abs) alleen kunnen afgeven aan de hand van een verklaring van een natuurlijke dood van een arts. En zo’n verklaring is nu niet meer te geven. Maar formeel was en is zo’n verlof ook niet nodig.
Verlof tot opgraving van de burgemeester biedt ook geen houvast, omdat zo’n verlof alleen aan de orde is bij opgraving uit een formeel graf-volgens-de-wet. Dat is dit graf in de tuin niet. Het grafje in de tuin is geen illegaal graf – het was en is wettelijk volstrekt legaal – maar het is geen graf in de zin van artikel 29 van de Wlb. Het grafje staat juridisch – heel oneerbiedig gezegd, zeg het maar niet verder – geheel gelijk aan het graf van een hond, cavia of goudvis in de achtertuin.

De beheerder van een begraafplaats kan een ter (her)begraving aangeboden lijk(je) zonder verlof van de abs accepteren, als het gaat om een te jong geboren menselijke vrucht. Dat is hier het geval. Het probleem is alleen dat de beheerder er van overtuigd moet worden, dat hij of zij legaal handelt door dit stoffelijk overschot ter begraving aan te nemen. Hij moet eigenlijk kunnen toetsen of het wel om het stoffelijk overschot van zo’n te jong geborene gaat. Normaal adviseer ik dan een beheerder om een verklaring van een arts of vroedvrouw te vragen. Dat kan in dit geval niet meer. Maar de beheerder kan zich natuurlijk ook op andere wijze overtuigen dat het hier gaat om de stoffelijke resten van zo’n te jong ter wereld gekomen kind. Dat kan via een verklaring van de ouders zelf zijn, mondeling en/of schriftelijk. Als je als beheerder al even met die mensen praat, zie, merk en voel je al snel dat het serieus is en ben je snel overtuigd, lijkt mij. En dat is voldoende; de wet eist geen verklaringen of rapporten van derden. Het gaat er maar om dat de beheerder weet of voldoende overtuigd is, dat hij de wet niet overtreedt. En daar is in deze situatie geen sprake van.
De familie zou zelfs bijvoorbeeld kunnen aanbieden dat hij bij de opgraving aanwezig is, als dat de beheerder nog extra zou overtuigen.

Een praktische vraag is echter ook, of je na 40 jaren nog wel stoffelijke resten aantreft. Het hangt van de grondsoort en diepte van begraven en dergelijke af, maar de kans is groot, dat je niets meer vindt, juist bij zo’n klein kind met kleine botjes.
De familie moet vooraf bedenken wat zij in zo’n situatie wenst.
Je kunt dan accepteren dat alles ‘weg’ is en verder niets doen.
Je kunt dan tóch op een begraafplaats een graf als herdenkingsplek inrichten, ook al is het kind daar niet begraven. Praktisch zou het ook een idee zijn om daarvoor een graf dat later voor de ouders zelf is bestemd, te gebruiken. Dan komen er later 3 namen op de steen, terwijl er t.z.t. maar 2 mensen begraven worden. Dat kan.
Wat men ook zou kunnen doen, als de locatie en diepte van het grafje in de tuin voldoende bekend zijn maar er ‘niets’ gevonden wordt, is om enkele symbolische scheppen zand uit dat grafje in een ander graf ‘her te begraven’. In díe grond is immers het kind in de schoot van moeder aarde opgenomen. Dat kan ook een bepaalde gevoelswaarde hebben.

Met vriendelijke groet,

mr W.G.H.M. van der Putten

Print deze pagina

×

Spelregels

  • U kunt een vraag intypen; het antwoord staat binnen 48 uur onder de vraag.
  • De service staat open voor particulieren en voor instellingen, ondernemers en begraafplaatsen die relatie zijn van Uitvaart.nl, Juridisch Adviesbureau Van der Putten of Grafzorg Nederland.
  • Een vraag moet een algemeen karakter hebben. Bijvoorbeeld: "Moet ik een uitvaartondernemer inschakelen ", "Mag een asbus worden begraven", "Mag een begraafplaats kosten voor onderhoud rekenen ", "Mag een lijk in een ambulance worden vervoerd ".
  • Vragen die betrekking hebben op individuele situaties (bijvoorbeeld: "Ik verschil van mening met de begraafplaats over de rechten op een graf ") kunnen niet worden behandeld, omdat voor een juist antwoord veel gegevens over feiten en omstandigheden nodig zijn. Voor dergelijke individuele vragen kunt u - vrijblijvend - bij juridisch adviesbureau Van der Putten terecht.
  • Zowel de vraag als het antwoord zijn openbaar.
  • Uw vragen worden serieus en zorgvuldig behandeld, maar uitvaart.nl en mr. Van der Putten aanvaarden geen aansprakelijkheid voor onjuiste toepassingen en gevolgen.

Heeft u op dit moment een uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219 Dag en nacht bereikbaar Nee, ga verder