Mr Willem van der Putten

Mr Willem van der Putten Spelregels
Over Mr Willem van der Putten
Facultatieve
Sponsors

Eigendomsaspecten grafsteen (effecten voor de natuursteensector)


26 november 2002

Vraag nummer: 1662  (oude nummer: 2027)

Tue, 12 Nov 2002 10:20

Geachte heer Van der Putten,

Mede in het kader van de recente bevestiging door de Hoge Raad van eigendomsrecht gedenktekens aan de grondeigenaar(es) heb ik de volgende vragen:
- waarom is er geen sprake van onrechtvaardige verrijking van de grondeigenaar(es) bij plaatsen van de steen. U heeft al eens aangegeven dat bij beëindiging grafrecht de steen teruggegeven zou moeten worden, om dit te vermijden. Maar los van die teruggave is het toch ook onrechtvaardig dat de waarde van zijn grond toeneemt ?
- kan de begraafplaats iets worden verweten als men de steen na afloop grafrecht gaat "hergebruiken" ? Het is toch hun steen ?
- moet er niet formeel een toestemming worden gegeven om een steen te verwijderen ten bate van het hakken van een aanvullende graftekst, anders pleeg je toch diefstal ?
- wat gebeurt er als de steen breekt tijdens dit aanbrengen van een tweede tekst. Wie is dan aansprakelijk ? De steen van de begraafplaats is gebroken, en niet de steen van de grafrechthebbende, hoe krijgt deze een nieuwe steen ?

Bij voorbaat hartelijke dank voor het beantwoorden van deze vele vragen, wellicht past het al in u reactie op de uitspraak Hoge raad.

A.J. van Luijk
Natuursteensector

Antwoord:

Geachte heer Van Luijk,

Uw vragen kan ik beantwoorden als volgt.

- Bij het plaatsen van een grafsteen op een graf is gewoonlijk geen sprake van 'onrechtvaardige verrijking' van de grondeigenaar omdat die niets krijgt, maar de rechthebbende krijgt iets. De grondeigenaar/begraafplaats wordt weliswaar juridisch eigenaar, maar dat betekent NIET dat de steen 'VAN HEM IS' in de normale betekenis van die term. Het vertroebelt de discussie van de afgelopen dagen in deze rubriek en in de kranten, dat men denkt dat een eigenaar alles kan en mag en dat de steen van hem is. Dat is niet zo. De juridisch eigenaar heeft feitelijk niets over de steen te vertellen. Dat heeft de rechthebbende op het graf, die op grond van zijn grafrechten zich feitelijk als (economisch) eigenaar kan en moet gedragen. De grondeigenaar, wordt dus niet verrijkt, zolang er een rechthebbende op het graf en het grafmonument is. Hij wordt wél verrijkt als er géén rechthebbende is of wanneer deze rechthebbende een wanbetaler is de steenhouwer een beroep kan doen op zijn eigendomsvoorbehoud. Als de grondeigenaar/begraafplaats de steen 'gratis' krijgt van een steenhouwer die niet betaald krijgt, is die verrijking ook nog eens onrechtvaardig. En dan biedt artikel 6:212 BW de oplossing: de grondeigenaar moet dan de waarde van de verrijking betalen. Een belangrijk element van de wet is, dat de ongerechtvaardigde verrijking ten koste moet gaan van een ander. Dat speelt in het geval dat een steenhouwer met een wanbetaler van doen heeft en de begraafplaats er beter van zou worden.

- Nee, een begraafplaats kan niets worden verweten als zij de steen na afloop van het grafrecht zou gaat 'hergebruiken'. Veel begraafplaatsen staan het toe dat een rechthebbende 'zijn' steen vlak vóór het einde van het grafrecht weer in bezit neemt en van het graf af haalt. Sommige begraafplaatsen hebben dat zelfs in hun verordening of reglement staan. Maar als het grafrecht is geëindigd, kan de begraafplaats met de steen doen en laten wat zij wil. De meeste begraafplaatsen vernietigen de steen dan. Maar in vroeger tijden hield menig koster een mooie dorpel voor zijn voor- en achterdeur over aan het beheer van de begraafplaats.
Wat een enkele keer voorkomt, is dat begraafplaatsen met oude zeer monumentale graven die graven inclusief het oude monument her-uitgeven, onder het beding dat men het oude monument laat staan en in ere houdt. Wel kan men de inscriptie wijzigen of er een nieuwe naamplaat op aanbrengen. Deze werkwijze komt neer op een vorm van monumentenbescherming. Ik meen persoonlijk een effectieve vorm. Voorbeelden zijn er in Maastricht en ik meen dat men dit een paar jaar geleden ook in Veghel wilde doen.

- Er moet voor het tijdelijk verwijderen van een steen geen toestemming worden gevraagd aan de beheerder van de begraafplaats (soms op grond van de beheersverordening of het -reglement wel, maar om andere redenen dan vanwege het juridisch eigendom), omdat de zeggenschap over de steen bij de rechthebbende rust. De rechthebbende moet opdracht geven. Zonder toestemming van de rechthebbende zou het verwijderen als diefstal aangemerkt kunnen worden, maar dan alleen nog als de persoon die de steen wegnam het oogmerk had om hem te houden. Dat zal bij steenhouwers niet snel het geval zijn.

- Als de steen breekt tijdens het aanbrengen van een tweede tekst, is degene die het breken veroorzaakt, aansprakelijk. Soms is gewoon de conditie van een steen in de loop der tijd slecht geworden en breekt hij al bij de afname, zonder dat er bijzonder ruw wordt gehandeld. Dit is dan een risico voor de rechthebbende. Maar het is voor zowel de begraafplaats als de steenhouwer verstandig om tevoren de rechthebbende op dat risico te wijzen. Dan is dat duidelijk. Ik adviseer begraafplaatsen - sinds een uitspraak van een kantonrechter van een jaar of 2 geleden - altijd om in hun verordening of reglement te zetten dat het tijdelijk wegnemen van een steen ten behoeve van een begrafenis of het bijwerken van de tekst voor risico van de rechthebbende is. [Terzijde; ik vond de uitspraak van die kantonrechter, die u waarschijnlijk wel kent, ook wat vreemd. De begraafplaats kan er niets aan doen dat een steen van een dusdanige kwaliteit is, dat hij bij afname breekt. Dan heeft de rechthebbende een slechte keus gemaakt of de steenhouwer een matige of slechte steen geleverd, of heeft gewoon de tand des tijds haar werk gedaan. Maar in ieder geval kon de beheerder van de begraafplaats daar niets aan doen.]
Het maakt de begraafplaats overigens zelf niets uit of er een nieuwe steen komt of niet. Hij kan op grond van zijn voorschiften vorderen dat de rechthebbende een nieuwe steen laat plaatsen, omwille van het aanzien van de begraafplaats. Wordt die steen niet geplaatst, dan kan de sanctie volgen dat het grafrecht vervalt, als die sanctie in de verordening of het reglement is opgenomen of wanneer de beheerder een beroep doet op artikel 28, lid 4, van de Wlb. De rechthebbende heeft dan geen recht op teruggave van de betaling voor het lopende grafrecht en de begraafplaats kan de plek opnieuw uitgeven. Dus voor de begraafplaats is het niet rampzalig als een gebroken steen niet wordt vervangen. De begraafplaats als juridisch eigenaar heeft ook geen plicht tot onderhoud of vervanging; dat heeft op grond van het reglement of de verordening de rechthebbende. Dat dit zo geregeld kan worden, heeft het Gerechtshof Amsterdam al bepaald in de tussenstap van het arrest van de Hoge Raad.

In het algemeen wil ik nog opmerken dat het arrest van 25 oktober 2002 van de Hoge Raad voor de praktijk nauwelijks gevolgen heeft. Juridisch zit het een beetje ingewikkeld, maar de rechthebbende op een graf kan zich - moet zich zelfs - gewoon als eigenaar gedragen. Derden zoals een steenhouwer kunnen hem als zodanig beschouwen. En met hem zaken doen, als ware hij de eigenaar.

De juridische situatie heeft feitelijk alleen betekenis als er door de (omgevallen) grafsteen schade aan derden wordt toegebracht. En dan in de situatie dat er geen rechthebbende is. De begraafplaats is dan voor de schade verantwoordelijk. Maar dat is nauwelijks anders dan de verantwoordelijkheid van de begraafplaats voor losliggende stoeptegels, oneffen paden en vallende boomtakken, die schade kunnen veroorzaken.

mr W.G.H.M. van der Putten

13 november 2002

Stel een vraag:

Naam *:  
E-mailadres *:
De titel van uw vraag *:
Uw vraag *:
* Wel verplicht, maar wordt niet gepubliceerd in de website (alleen uw vraag en antwoord).   Verzenden >

Heeft u op dit moment een
uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219
Dag en nacht bereikbaar



Nee, ga verder >