Mr Willem van der Putten

Mr Willem van der Putten Spelregels
Over Mr Willem van der Putten
Facultatieve
Sponsors

Overdracht grafrecht en herbegraving


17 april 2007

Vraag nummer: 4772  (oude nummer: 9187)

Geachte heer Van der Putten,

Voor de verlenging van het grafrecht met 10 jaar, van een kind van 7 jaar , dat overleden is in 1974, is contact opgenomen met de ouders. Deze zijn sinds langere tijd gescheiden. De vader was als 1e contactpersoon geregistreerd en de moeder als 2e. Helaas heb ik de vader voor toestemming m.b.t. de verlenging vanaf 2004 niet kunnen bereiken , hij was verhuisd. Vervolgens is bij de moeder als 2e contact persoon nagevraagd of het grafrecht verlengd diende te worden. Zij heeft het grafrecht voor 10 jaar tot juli 2014 verlengd en de kosten betaald. In 2005 heeft de vader van het overleden zoontje, met mij contact opgenomen en na de verlenging gevraagd. Ik heb hem doorgegeven, dat dit reeds door de moeder verlengd en inmiddels betaald was geworden. Hij verzocht mij om de kosten op hem te verhalen. Ik heb hem verzocht met de moeder contact op te nemen en de kosten met haar te verrekenen.

De moeder is in november 2006 overleden. De vader heeft mij hierover geïnformeerd en mij verzocht het grafrecht aan hem te verlenen. Dit heb ik schriftelijk in januari 2007 bevestigd en de grafrechten aan hem overgedragen. In februari 2007 heeft hij mij om toestemming voor herbegraving van zijn zoontje op een natuurbegraafplaats bij hem in de buurt gevraagd. Aangezien het kind reeds 33 jaar op onze begraafplaats begraven is geweest en er geen bezwaar m.b.t. de lijkrust van toepassing was, heb ik hiervoor toestemming gegeven. Ik heb wel om het verlof tot opgraving en herbegraving van de gemeente verzocht en gekregen, aangezien het kind in een andere gemeente herbegraven is geworden.

Na 1 maand word ik door de broer en zus van het overleden kind gebeld, tot hun ontsteltenis hebben ze waargenomen, dat de grafsteen van hun broertje verdwenen was. Ik heb hun uitgelegd dat de vader mij als kerkhofbeheerder voor herbegraving van zijn zoontje verzocht heeft. Aangezien hij de vorige grafrechten in 1974 en 1993 betaald had en ik hem vanwege zijn verhuizing bij de laatse verlenging niet meer kon bereiken ik met hun moeder de grafrechten regegeld heb.

Broer en zus hebben nu de volgende opmerking. Aangezien hun moeder in het bezit van het grafrecht van hun broertje was, zij als erfgenamen hier nu het grafrecht van over zouden nemen.
Ze willen geen nieuwe herbegraving, maar een symbolische grafsteen op de oude begraafplek, tot het einde van het grafrecht tot juli 2014 gebruiken .
Ik heb hun wel uitgelegd, dat ik schriftelijk reeds het grafrecht aan de vader verleend heb, en hij het nieuwe grafrecht heeft gekregen. Indien hij namelijk bereikbaar was geweest, hij ook de grafrechten gekregen zou hebben.

Kunt U betreffende de situatie, nadat gebleken is dat de vader de kinderen niet over de herbegraving geïnformeerd had en er de laatste jaren geen contact meer tussen vader en de kinderen is geweest, om dien te gaan?

Graag zie ik Uw reactie spoedig tegemoet.

Groetend,

F. Xxxxxxxx

Antwoord:

Geachte heer,

Ik heb het hele verhaal gelezen. Mijn eerste reactie: u moet het niet zo moeilijk maken, vooral voor uzelf niet. U neemt te veel verantwoordelijkheid, dat hoeft niet.

Dat u in 2004 de verlenging hebt laten regelen door de moeder, toen de vader onbereikbaar was en zich zelf niet tijdig meldde, lijkt mij correct. (Strikt formeel mag je dan niet verlengen en moet je het graf opnieuw aan de ander uitgeven, maar goed, laten we nu even niet muggezifterig doen).
Ook is het correct dat u na het overlijden van de moeder het grafrecht hebt overgeschreven op de vader. Hij is duidelijk belanghebbende en na het overlijden van een rechthebbende mag ieder ander om het grafrecht vragen. Later hebben zich de zoon en dochter van het echtpaar gemeld en hier bezwaar tegen gemaakt. Dat is natuurlijk vervelend, maar maar u hebt correct gehandeld. U had de vader het grafrecht niet kunnen weigeren. De stelling van de zoon en dochter dat zij er als erfgenamen van de moeder recht op hadden, is onjuist. Zo werkt het niet met grafrechten. Een erfgenaam is niet automatisch een nieuwe rechthebbende. Ik heb dat wel eens uitgelegd in een commentaar bij rechterlijke uitspraken, die zijn opgenomen in het Thematisch Handboek Lijkbezorging (uitg. SDU, www.sdu.nl), wil dat nu niet allemaal herhalen.

Maar het overschrijven van het grafrecht is één kwestie, de opgraving en herbegraving elders een tweede. De zoon en dochter zullen dat laatste u niet in dank afnemen, maar dat is uw verantwoordelijkheid niet. U schrijft wel "Ik heb toestemming gegeven", maar dat is eigenlijk niet aan de orde. Een houder van een begraafplaats kan geen toestemming geven voor een opgraving; en hij kan het ook niet verbieden. De houder is lijdelijk: als iemand van de burgemeester een verlof tot opgraving krijgt, kan en mag de begraafplaatshouder niet weigeren. Daar is jurisprudentie over. Als andere belanghebbenden zoals in dit geval een zoon en dochter van de rechthebbende vinden dat er geen herbegraving zou moeten plaatsvinden, dan moeten zij bij de burgemeester bezwaar maken tegen het verlof tot opgraving. Niet bij de beheerder van de begraafplaats.

Ik begrijp uit uw verhaal dat u het verlof tot opgraving bij de gemeente hebt aangevraagd. Maar eigenlijk mag en moet u dat niet doen. Ik begrijp wel dat u het doet om mensen te helpen, maar het gaat te ver. Dat is te veel service, die ook verkeerd kan uitpakken. Want de persoon die het verlof vraagt, moet het ook motiveren, ook al is het maar heel kort. Als er anderen zijn die er mogelijk bezwaar tegen hebben, dan is de aanvrager degene die zijn aanvraag moet verdedigen (formeel niet, de burgemeester moet zijn beslissing heroverwegen, maar dat steunt natuurlijk op de aanvraag). En dat is niet uw taak; dat is de taak en verantwoordelijkheid van degene die de opgraving wil, de vader. Dat is wat ik bedoel aan het begin van mijn verhaal: u neemt te veel verantwoordelijkheid. Een belanghebbende, de vader in dit geval, moet het zelf doen. Zodat als anderen het er niet mee eens zijn, zij de belanghebbende/aanvrager er op aan kijken en niet de man of vrouw van de begraafplaats. Die moet neutraal zijn en blijven in dit soort zaken.

Overigens heeft het nodig hebben van verlof er niets mee te maken of de overledene in een andere gemeente herbegraven wordt of niet. Ook voor een herbegraving in een ander graf op dezelfde begraafplaats is verlof nodig.

De zoon en dochter willen nu op het lege graf een herdenkingsplek maken. Maar dat kan zomaar niet. Het grafrecht is betaald tot 2014 en de vader is de rechthebbende. Daar mag dus niemand anders een monument plaatsen. Vader is nu rechthebbende tot 2014, ook al is de verlenging door moeder betaald.

Ook als daar niemand begraven is, heeft de vader het grafrecht. Een grafrecht staat los van de vraag of een graf vol of leeg is, dat maakt geen verschil.
Vader is geen rechthebbende meer, als hij uitdrukkelijk schriftelijk afstand van het graf heeft gedaan. Maar als hij afstand heeft gedaan, heeft niemand het grafrecht en is het grafrecht opgehouden te bestaan. Dan hebben de zoon en dochter ook geen recht om er een herdenkingsplek van te maken, tenzij zij vragen om de plek van het graf opnieuw, tegen betaling, aan hen uit te geven. Dat zou wel kunnen.

Dat er tussen vader en zoon/dochter geen contact was en dat de vader hen (bewust, waarschijnlijk) niet over de herbegraving heeft geïnformeerd, daar kunt u niets aan doen. En hoeft u ook niets aan te doen. En had u niets aan hoeven doen. Het is uw taak en verantwoordelijkheid niet. En u had het hoogstwaarschijnlijk toch niet kunnen oplossen, want zoiets heeft een reden en waarschijnlijk een lange geschiedenis.

Met vriendelijke groet,

mr W.G.H.M. van der Putten

Stel een vraag:

Naam *:  
E-mailadres *:
De titel van uw vraag *:
Uw vraag *:
* Wel verplicht, maar wordt niet gepubliceerd in de website (alleen uw vraag en antwoord).   Verzenden >

Heeft u op dit moment een
uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219
Dag en nacht bereikbaar



Nee, ga verder >