spaarhypotheek
29 november 2004
Vraag nummer: 8802 (oude nummer: 5059)
Mijn vader is enige tijd geleden overleden. Toen is er een vordering ontstaan op moeder. Nu ze gaat hertrouwen is die opeisbaar kunnen en willen we afrekenen.
Alleen is niet duidelijk hoe hoog die vordering nu is. we hebben onder andere onduidelijkheid over de spaarhypotheek.
Het huis was ten tijde van het overlijden van vader al hypotheekvrij. Daarnaast hadden mijn ouders een spaarpolis met kapitaalverzekering op elkaar afgesloten. Het probleem is nu dat die polis al zo een beetje voor 80% bij elkaar was gespaard (want we kregen steeds een overzicht van de waarde)en dus niet meer nodig was voor de hypotheekaflossing.
Toen mijn vader overleed keerde de polis uit. Nu is mijn stelling dat het gedeelte wat al gesaaprd was (80%) mee moet worden genomen in de nalatenschap van vader, die 20% uiteraard niet.
Mijn moeder zegt echter dat die spaarpolis er helemaal buiten valt.
Wie heeft er nou gelijk?
Antwoord:
Geachte heer,
Over het algemeen vallen rechten voortvloeiende uit (overlijdensrisico/spaar) verzekeringen buiten de nalatenschap. De polis bepaalt namelijk wie begunstigde is. Het overlijden is slechts het moment van uitkeren.
Dat er doorgaans ook successiebelasting is verschuldigd, wil niet zeggen dat het tot de nalatenschap heeft behoord.