ongelijke erfdelen en inboedel
10 februari 2005
Vraag nummer: 9114 (oude nummer: 5587)
Geachte heer,
Wij delen een erfenis met 4 kinderen en 3 kleinkinderen (van een eerder overleden zus).
Door de executeur wordt gesteld:
BW boek 3 artikel 183 geeft de erfgenamen vrijheid een vorm van verdeling te kiezen die partijen goed dunkt.
De wet biedt voor die vorm niet meer aanknopingspunten dan dat de aanspraken van elk der erven op een voorwerp even groot is (A) en dat als de verdeling klaar is het resultaat gemeten mag worden (in ons geval) in 1/5 en 1/15(B). Hoe je van A naar B komt is niet voorgeschreven.
Hoe moet "A" geïnterpreteerd worden? Mogen de erfgenamen met 1/15 erfdeel even veel gewilde voorwerpen kiezen als de anderen? Een compensatie achteraf in taxatiewaarde heeft gevoelsmatig maar beperkte betekenis.
m.vr.gr.
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Eigenlijk zie ik het nog eenvoudiger: ieder heeft recht op betreffende erfdeel. Dit erfdeel kan zowel in (waarde van) goederen als in contanten als in een combinatie van die 2 worden voldaan.
Wie wat krijgt en welke waarde het heeft is een kwestie van onderling overleg. Neem je met minder goederen genoegen, dan wordt je voor dat mindere gecompenseerd in contanten.
Kom je er niet uit dan kun je bijvoorbeeld loten of bepalen dat geen van partijen het krijgt, maar dat het wordt verkocht. Ik zou niet zo kunnen zeggen dat je met een kleiner aandeel ook moreel minder recht het op een goed.
Komt je overigens niet uit de waarde, dan laat je taxeren.