Laatste wens moeder!

18 mei 2003

Vraag nummer: 2257  (oude nummer: 2681)

Sun, 18 May 2003 13:41

Geachte mijnheer/mevrouw,
Mijn moeder is onlangs overleden (31/12/02). Bij leven heeft zij gezegd dat haar auto door mijn broer en mij verkocht kon worden en de opbrengst onder ons verdeeld mocht worden. Dit omdat wij met zijn tweeen de gehele verzorging op ons genomen hebben tot aan haar dood. Wij hadden gederfde inkomsten omdat we 3,5 maand niet of nauwelijks gewerkt hebben. Mijn 2 halfzussen (die nooit hebben geholpen met de verzorging, niet eens op bezoek kwamen of belden) waren hiervan op de hoogte, evenals de rest van de familie waaronder zussen van mijn moeder, hun echtgenotes en het overgrote deel van mijn vrienden. Na haar dood hebben wij de auto verkocht. Deze halfzussen zijn mijn moeders stiefdochters en in haar testament genoemd als erfgenaam. Nu eisen zij hun deel van de opbrengst van deze auto op (1/6, < omdat wij door deze toestand toch onze legitieme portie hebben opgeeist (1/3)). Mijn moeder heeft hierover (auto) niets meer op papier kunnen zetten vanwege haar ernstige ziekte. Overigens ging zij ervan uit dat dit op beschaafde wijze geregeld zou worden. Nogmaals zij waren hiervan op de hoogte!!!!! Is het nou zo dat aan de laatste wens(en) van een persoon voorbij kan worden gegaan, terwijl deze wens(en) bij vele mensen bekend was?? Hoe zit dat als we zouden aangeven dat mijn moeder deze auto langer dan 180 dagen voor het overlijden aan ons geschonken heeft?? Welke opties hebben wij hierin zodat haar wens gerespecteerd wordt? Ik hoop dat u deze vragen zoudt willen beantwoorden. Bij voorbaat dank!!!
Met vriendelijke groet
mw Rachel

Antwoord:

Geachte mevrouw,

Een mondelinge laatste wens kan de rechtsgeldige wens die op papier staat (het testament) niet veranderen. Het testament is geldig en daar kunnen de halfzussen zich op beroepen. Uw moeder had een notaris aan het ziekbed moeten laten komen om het testament te veranderen.
Maar ik adviseer u om voor de zekerheid advies bij een notaris te vragen. Zie vraag 2345 in de sub-rubriek Erfrecht.

mr W.G.H.M. van der Putten

18 mei 2003