Een hele troost, eten en rouwen op Zorgvlied
Juni 2008
In Amsterdam en omstreken en vooral op de ‘trendy’ begraafplaats Zorgvlied is het sobere plakje cake en een kopje koffie na afloop van een uitvaart al lang geen standaard meer. In Een hele troost brengt culinair journalist Johannes van Dam ‘het funeraire eetpatroon’ van het multiculturele publiek van Zorgvlied in kaart. Hij doet dit samen met historicus Jeanette Diepenbroek, op initiatief van begraafplaats Zorgvlied.
In het boekje worden de culinaire rouwrituelen van Amsterdammers die op de Amsterdamse begraafplaats begraven liggen (moslims, joden, Surinamers, Javanen) in kaart gebracht, om zo te laten zien dat ieder volk en iedere religie zijn eigen gebruiken heeft. Surinamers drinken warme dikke chocolademelk, eten veel zoete hapjes zoals gesuikerde pinda’s, en eten achteraf vaak nog uitgebreid bij familie en vrienden. Bij een Molukse begrafenis is het de gewoonte zelf voor een pan kip-kerrie te zorgen. Iedereen gooit vervolgens zijn eigen brouwsel in een gemeenschappelijke pan en daar wordt dan samen van gegeten.
Tot een paar honderd jaar geleden was er ook in Nederland een veel uitgebreidere rouwtraditie op culinair gebied, hoewel de enorme rouwfeesten van toen vooral om drank draaiden - vooral bier, dat droefbier werd genoemd. Daarbij werden grote cakes gegeten die leedbollen werden genoemd.Tegenwoordig willen mensen steeds meer een eigen invulling geven aan een rouwplechtigheid, inclusief het culinaire gedeelte. Begraafplaats Zorgvlied heeft onlangs de keukens verbouwd om hieraan gehoor te kunnen geven.
Het boekje is te koop bij begraafplaats Zorgvlied.