Geschiedenis van de dood
Ten Have | Oktober 2006
Elk mens heeft over de dood nagedacht. Elk volk en elke generatie is geïntrigeerd door de eindbestemming van lichaam en geest. De dode heeft dan ook altijd een bijzondere plaats gekregen tussen de levenden. Gemummificeerd. De haren, het hart, de beenderen gekoesterd. Aan de aarde toevertrouwd. Door verbranding aan de natuur weergegeven' Welke beschikking de mens ook koos voor het dode lichaam, hij liet een herinnering na, een grafteken, van een eenvoudige kruis tot een immens mausoleum. Hoe gingen de verschillende Europese volkeren om met de dode? Dit boek geeft een unieke kijk op de markante Europese dodencultuur.
Recensie:
In twee indrukwekkende boeken (qua formaat én inhoud) behandelt de Vlaamse geriater Lucien de Cock de geschiedenis van de dood in Europa. Dit tweede deel behandelt Europese begraafplaatsen door de eeuwen heen, het eerste deel gaat over rituelen en gewoonten.
De Cock is gefascineerd door de menselijke existentie en bestudeert de dood al jarenlang, zo staat op de achterflap te lezen. Hij schreef eerder onder andere Wensen voor na de dood. Realiteit, geen taboe (2001), een gids voor bij het overlijden en Ouder worden, nieuwe stijl. Voor deze geschiedenis van de dood heeft hij talloze reizen ondernomen en honderden boeken, artikelen en andere bronnen bestudeerd. De boeken zijn goed geschreven en zitten niet alleen boordevol informatie over dood en begraven, maar ook over oude (en soms vergeten) Europese culturen en volkeren. Het zijn geen boeken om achter elkaar uit te lezen, maar om zo af en toe ter hand te nemen. Vooral voorafgaande aan een buitenlandse reis, om te kijken welke begraafplaats je zeker niet vergeten moet te bezoeken.
Het zijn boeken waarvan je het enthousiasme van de schrijver voor het onderwerp voelt – zonder enthousiasme kun je het waarschijnlijk ook niet opbrengen om zo’n gigantisch onderwerp aan te pakken – maar geschreven met eruditie. Toch heeft De Cock.’s verbazing soms ook wel iets humoristisch en naïefs. Hij schrijft in het ‘Woord vooraf’: ‘Er bestaat geen Europees volk of geen Europese cultuur waar ik niet werd geconfronteerd met vele en diverse funeraire aspecten. De confrontatie was vaak verbazend. Zelfs zij van wie ik als westerling vroeger te horen kreeg dat het Europese barbaren waren, bleken helemaal niet die vernietigende avonturiers of vandalen te zijn geweest. Ook zij hadden in hun regio van herkomst stilzwijgende of onbekende funeraire gewoonten.’ Alsof het een kenmerk van barbaren is om hun eigen doden niet netjes begraven. Is het niet juist de manier waarop ze met de levenden én doden van andere, vreemde’ volkeren omgaan wat ze tot barbaren maakt?
Er staan veel illustraties in, in kleur. Jammer is dat sommige mooie foto’s niet paginagroot zijn afgebeeld. Nu zijn alle foto’s maximaal in het formaat 5 x 7 cm, erg klein dus. Maar goed, anders waren de boeken nóg dikker geworden.
ISBN 90 7794 202 5