
Carolien Harrems
Carolien Harrems heeft een uitvaartbedrijf dat gevestigd is in Amstelveen, is moeder van vier jonge kinderen en werkt bovendien als buddy voor bijvoorbeeld mensen met aids of terminale patiënten. Daarnaast was zij tot oktober 2005 voorzitter van het Netwerk van Uitvaartvernieuwers.
Deze column wordt geschreven op persoonlijke titel en gaat over de dagelijkse belevenissen in een niet alledaags leven.
Kerstgedachte
Sint Nicolaas is nog niet buitengaats of met name de commercie verwacht dat wij allen meteen overspoeld worden door de kerstgedachte. Al typend realiseer ik me dat dat niet klopt. Want het gaat helemaal niet om de kerstgedachte. Het gaat vooral om overvloed in de vorm van kerstversiering, luxe cadeaus, veel en lekker eten. De winkels liggen vol met allerhande kerstspullen en die gaan al grif over de toonbank. De dag na Sinterklaas zag ik de eerste opgetuigde kerstboom al staan en in diverse tuinen is al het een en ander, zoniet de hele tuin, met lampjes versierd. Krijg ik daar een vredig en saamhorig gevoel van? Nee.
Telefoon
Dag en nacht zijn wij samen. Mijn telefoon en ik. We hebben een bijzondere relatie. Het is een beetje flauw om te zeggen dat de relatie louter zakelijk is. Als híj mij roept dan neem ík op. ’s Nachts of onder de douche, meestal overdag en soms als het mij eigenlijk niet schikt.
Wanneer komt de prins?
Toen mijn zoon Jan Julius een jaar of drie was overleed zijn “overgrootje”. Jan Julius was het eerste en enige achterkleinkind en een bron van vreugde voor zijn overgrootoma. Dat leek me een goede reden om naar de crematie te gaan. Ik heb het zoonlief voorgesteld en hij wilde mee. Op zulke momenten weet je dat je aan het opvoeden bent.
Harry
Harry heeft in mijn gezin veel beroering gebracht. Op een goede dag kwam hij een paar dagen logeren. De buren, bij wie Harry feitelijk woonde, gingen korte tijd op reis en of wij in die periode voor de hamster wilde zorgen.
Collega's
Een eenvrouwsbedrijf is soms wat eenzaam. Als ik in mijn kantoor geruime tijd tegen mijn computer aankijk mis ik wel eens een praatje met een collega. Bij voorkeur een leuke collega. Zo’n collega die je op maandagmorgen vraagt hoe je weekend was, je een compliment geeft over dat leuke rokje dat je aanhebt en tegen wie je kunt klagen over je baas. Nu ben ik mijn eigen baas en over jezelf tegen jezelf klagen geeft alleen maar een hoop kopzorgen.
"Je mag wel even aan mijn man zitten, hoor."
Een niet alledaagse uitnodiging. Dat kwam zo. Gerda belde mij op en vroeg me de begrafenis van haar jonge echtgenoot te organiseren. Nog geen twee weken waren Gerda en Hans getrouwd toen Hans overleed. Het overlijden was weliswaar verwacht, maar niet zo snel. De wittebroodsweken waren nog niet voorbij en Hans genoot van het getrouwd zijn. Hij vond het belangrijk om als gehuwd man te sterven. Gerda wilde graag met Hans trouwen maar vond het na een huwelijk en met drie volwassen kinderen iets minder belangrijk.
Euthanasie
Over euthanasie hebben de meeste mensen wel een mening. Ik ook. Ik hoop dat ik het zelf niet nodig zal hebben. Ik hoop de kracht en de moed te hebben om op mijn einde te wachten. En daar denk ik niet licht over. Sommige mensen zijn door hun ziekte zo verminkt geraakt of hebben zoveel pijn of zijn zo bang daarvoor dat euthanasie een zegen kan zijn. En ik ben tijdens een migraine-aanval al snel niet meer krachtig of moedig.
Wat moet ik aan?
Een kast vol kleren en toch niets om aan te trekken. Daar is maar één oplossing voor. De stad in en serieus shoppen. Nou is dat op zaterdagmiddag een slecht idee. Kledingwinkels zijn dan gevuld met stellen die samen kleding gaan kopen. Een crime. Ik erger me er dood aan. Manlief hangt onderuit gezakt in een stoel (als die al in de winkel staat) en kijkt op afroep naar zijn vrouw. In de tussentijd staren ze wat voor zich uit of in de pashokjes van andere vrouwen. “Schat, vind je dat dit me leuk staat?” Zelden komt er een zinnig antwoord. En ik kan het even echt niet laten: “Vrouw, koop alleen je kleren! Je trekt toch aan wat je zelf mooi vindt en wat jou lekker zit, daar heb je je man toch niet voor nodig. Bovendien kan ík dan rustig in mijn ondergoed in een pashokje staan zonder dat ik bekeken word (door jouw man)!” Pff, dat lucht op.
Rouw op je mouw
Vandaag speelde Ajax tegen PSV. De spelers droegen een zwarte band om de mouw. Het duurde even voor het tot me doordrong. Het verbaasde me dat er zoveel aanvoerders waren. Nogal verwarrend. Ik bleek inderdaad in de war. Het dragen van een zogenaamde rouwband was een eerbetoon aan Rinus Michels die in februari 2005 overleed. Ajax verloor op eigen terrein met 0-4 van PSV. Een zogenaamd eerbetoon.
Lang leve de koningin!
Het is net Koninginnedag geweest en dat deed me er aan denken dat alleen de koninklijke familie gebalsemd mag worden. Een uitzondering op deze regel geldt overigens voor overledenen die per vliegtuig vervoerd worden naar een ander land. In veel gevallen geldt dat ook voor vervoer over de weg. In de wet worden nog een aantal uitzonderingen genoemd. Door een overledene te balsemen wordt het lichaam geconserveerd en eventuele besmettelijke ziekten bestreden. Doordat het lichaam geconserveerd wordt is het voor nabestaanden in het buitenland mogelijk om de overledene nog te kunnen zien en afscheid te nemen. Ook als dat overlijden bijvoorbeeld een week geleden is.
Hoe gaat het met je?
Een paar weken geleden heb ik de tweejarige opleiding “Omgaan met verlies” van Riet Fiddelaers-Jaspers en Sabine Noten afgerond. (Er is mij gevraagd geen reclame te maken voor de opleiding; er is al een wachtlijst). Ik vond het een verplicht nummer om behalve Stivu (de opleiding van Marjon Klaassen bestond nog niet) en “Restauratie en piëteitsvolle verzorging” van CMO ook een opleiding over rouw te volgen. Met lichte tegenzin ben ik er aan begonnen. Die tegenzin bleek al op de eerste dag vooral weerstand te zijn. Om anderen in hun rouwproces te kunnen begeleiden moet je ook weten hoe jezelf met rouw omgaat. Kop in het zand is een aardige tijdelijke techniek. Ver kom je er niet mee. Vele tranen heb ik geplengd tijdens de opleiding, intervisiegroep en het lezen van literatuur.
Muis!
Het is vier uur ’s morgens en ik ben verbannen uit mijn slaapkamer door mijn hoogzwangere poes. Ik werd wakker door het angstige gepiep van een in doodsnood verkerende muis. Dat slaap niet lekker. Ik moedig poes aan de muis te vangen. Ik sla nog geen vlieg dood en vang braaf spinnen om ze zonder kwetsuur in de tuin te zetten. Maar in dit geval zou het fijn zijn als zowel de muis als ikzelf uit ons lijden verlost worden.
Vader heeft de oorlog nog meegemaakt
Afgezien van het overduidelijke verschil is een crematie beduidend anders dan een begrafenis. Begraven is een werkwoord wordt wel gezegd. Geen speld tussen te krijgen. Bij een begrafenis breng je iemand naar het graf. Een wandeling in de buitenlucht. Met familie, vrienden, collega’s en andere belangstellenden begeleid je iemand die deel uitmaakte van je leven naar het graf. In de afgelopen jaren heb ik slechts tweemaal dragers ingehuurd. Meestal draagt de familie of vrienden. Soms wordt de overledene op een rijdende baar naar het graf gebracht en soms is het combinatie van rijden en dragen. Bij het zogenaamde schouderen wordt de kist met de overledene op de schouders gedragen. Nog eenmaal houd je je dierbare hoog. Dat voel je. Een overledene geeft niet meer mee en is daardoor vaak loodzwaar. Je lichaam geeft als het ware je gemoedstoestand aan. Bij de verwerking van rouw is het enorm belangrijk dat je geheel doordrongen bent van het verlies. Het daadwerkelijk voelen van de last die je te dragen hebt gekregen draagt daar aan bij.