uitkering uitvaartverzekering

9 september 2013

Vraag nummer: 35567

Voor zover mij persoonlijk bekend waren mijn beide ouders verzekerd voor de uitvaartkosten bij uitvaartorganisatie Monuta. Nadat moeder was overleden heeft uitvaartverzekering aan vader de uitvaartkosten vergoed/uitbetaald. Nadat vader was overleden en gecremeerd vond ik in de eindafrekening en verantwoording van de notaris inzake de nalatenschap van vader nergens een uitbetaling van de uitvaartverzekering. Mijn beide broers weigeren inzage in de administratie en bankgegevens en bij Monuta verteld men mij doodleuk dat moeder wél was verzekerd maar dat vader zelf niet was verzekerd. Dus dat vader alleen moeder had verzekerd en daarnaast een onbekende mevrouw had verzekerd in plaats van zichzelf. De uitvaart van vader is echter wél door Monuta verzorgd. Ik heb een sterk vermoeden dat er een spelletje wordt gespeeld.

Op mijn vraag aan de uitvaartorganisatie Monuta wie die onbekende vrouw was waarvan de uitvaartkosten dan wel zijn vergoed geeft men mij als antwoord "dat is privé, daar doen wij geen mededeling over". Ik heb sterk het vermoeden dat beide broers de uitkering hebben opgestreken en onder 1 hoedje spelen met de uitvaartverzekering. Kan ik hier iets tegen ondernemen of heb ik het recht om inzage te krijgen aan wie "zogenaamd " die uitbetaling is gedaan? Of moet ik dit alles als zoete koek slikken.

Antwoord:

Geachte heer, mevrouw,

Monuta is een gerenommeerde en integere verzekeringsmaatschappij die absoluut niet zal/kan meewerken aan zaken die het licht niet kunnen verdragen. Ik weet dus heel zeker dat zij niet "een spelletje spelen" of onder "één hoedje spelen met uw broers". Dat dit gevoelig ligt, kan ik mij voorstellen maar is helaas iets dat zich in de familiaire relatie afspeelt. Dat Monuta geen informatie verstrekt is correct. U bent immers niet de verzekeringnemer. Privacy wetgeving verhindert het geven van informatie aan partijen die niet bij de polis betrokken zijn.

Ik kan u hiermee helaas niet helpen.

Met vriendelijke groet,
J. Zwaanswijk