Verschenen: 15-10-2001
MAG PLASTINATIE NA MIJN DOOD?
 Een vraag van een bezoeker aan dood.nl:
Mag ik mijn lichaam na mijn dood laten plastineren? Plastineren is een techniek waarmee lichamen kunnen worden geprepareerd om 'tot in de eeuwigheid te bewaren' en die is uitgevonden door de Duitse patholoog Gunther von Hagens. Von Hagens heeft zijn techniek tot een kunstvorm verheven en er een tentoonstelling mee samengesteld, Körperwelten, waarmee hij volle zalen trekt, op dit moment in Brussel. Zie De dood tentoongesteld.
Het antwoord op de vraag 'Mag ik mijn lichaam na mijn dood laten plastineren?': Ja dat mag, als het maar ten behoeve van de wetenschap is. Dat wil zeggen dat u uw lichaam doneert aan een wetenschappelijk instituut dat Von Hagens techniek gebruikt. Dit gebeurt inmiddels op meerdere plaatsen in de wereld, nog niet in Nederland. Wilt u daarnaast graag na uw dood tentoongesteld worden voor miljoenen zich vergapende bezoekers, dan kunt u zich het beste bij Von Hagens aanmelden. Een informatiefolder en formulieren waarmee u zichzelf kunt doneren kunnen worden aangevraagd op de site van de tentoonstelling Körperwelten. (Uiteraard wil een aanmelding niet zeggen dat u zeker bent van plastinatie, laat staan dat u de tentoonstellingscollectie zult halen.)
De persvoorlichting van de tentoonstelling Körperwelten laat weten dat de lichamen afkomstig zijn uit veel Europese landen en: "We accepteren ook lichamen vanuit Nederland." "De Nederlandse wet staat donatie toe," vervolgt de voorlichter. "Zorg er echter wel voor dat je donatieformulier goed is ingevuld en ondertekend."
Jurist Willem van der Putten laat ons weten dat afstaan ten behoeve van plastinatie (aan een buitenlands of een binnenlands wetenschappelijk instituut) kan en mag, "omdat het een wetenschappelijke collectie betreft, die wordt gebruikt bij wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Ook de academische ziekenhuizen in Nederland hebben vaak een anatomisch museum, waarbij geprepareerde menselijke resten ten toon worden gesteld. Dat is in wezen hier niet anders. Een wetenschappelijke collectie mag best in verschillende steden getoond worden."
|
|
