DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 06-10-2017
COLUMN: HIJ IS DOOD

Of hij nu echt een zigeunerkoning was, of alleen die bijnaam had, weet ik niet, net zomin als zijn naam. Het was in elk geval niet Koko Petalo, want die overleed in de jaren negentig. Fernando (zoals ik hem nu maar even noem) bracht de laatste weken van zijn leven eind jaren zeventig door in het Amsterdamse ziekenhuis waar ik werkte als stagiair voor mijn verpleegkundige-opleiding. Vers van het vwo, geen greintje ervaring met medische of andere drama’s.

Fernando had een eenpersoonskamer. Omdat hij een klasse verzekering had (dat bestond toen nog), omdat hij ernstig ziek was, of omdat hij zoveel luidruchtig bezoek kreeg dat dat voor andere patiënten te veel overlast zou geven. Of om alle drie de redenen.

Op elke kamerdeur hing een briefje ‘niet meer dan twee bezoekers per patiënt’. Of de bezoekers van Fernando dat niet konden of wilden lezen was ook niet duidelijk, ze kwamen – bezoekuur of niet – gerust met z’n tienen. Ouderen (sommige met weinig tanden), dertigers, tieners, peuters, baby’s op de heup: luid pratend (Duits? Spaans?) verdwenen ze in zijn kamer en soms zwol het rumoer aan. Fernando was een jaar of 60, zijn huid was geel, net als zijn oogwit, een teken dat zijn lever het had begeven. Levertransplantaties werden toen nog niet gedaan, zijn situatie was dus eigenlijk uitzichtloos. Hij droeg zijn lot met berusting en stijl. Hij had zijden pyjama’s, een droevige blik en een indrukwekkende snor. Dat het rumoer uit zijn kamer soms oplaaide kwam omdat er meerdere vrouwen claimden ‘zijn vrouw’ te zijn en als die elkaar op bezoek tegenkwamen sloeg soms de vlam in de pan. Niemand van de verpleging durfde hen te wijzen op de ‘twee bezoekers-regel’.

Op een dag ging er een noodbel vanaf Fernando’s kamer. Ik was toevallig als eerste ter plaatse en zag dat Fernando bezig was de geest te geven. Zijn hoofd hing scheef, zijn ogen waren open maar zagen duidelijk niets van het drama om hem heen. Protocol was dat je ging reanimeren. Stap één: weer een noodbel geven, stap twee: de plank uit het voeteneind van het bed onder de patiënt leggen en beginnen met hartmassage en beademen. Ondertussen halen collega’s de crash-cart en zodra de anesthesist binnen is kan die de leiding overnemen. In dit geval kon helemaal niemand een stap zetten. De familie dromde om het bed en vormde een ondoordringbare haag. Ze gilden en schreeuwden, baby’s huilden, vrouw-één en vrouw-twee huilden in elkaars armen en zowel de jonge als de oude mannen riepen: ‘Hij is dood! Hij is dood!’ (uit te spreken zoals in ‘dot’ maar dan langgerekt).

De ene na de andere witte jas of jurk stoof naar binnen, maar kon niets anders doen dan getuige zijn van het inderdaad doodgaan van Fernando. Niet dat reanimatie het verschil had kunnen maken, alleen geven dokters graag het gevoel dat ze met man en macht geprobeerd hebben de stervende van de rand van het ravijn weg te grissen. De familie rammelde kermend aan de jas van de dokter, maar de afdelingsarts schudde zijn hoofd. Er was (nu) niks meer aan te doen. De familie liep als een kluwen de gang op, handen in de lucht, nog steeds loeiend dat hij dood was. Patiënten en medewerkers maakten zich uit de voeten, misschien bang weggeblazen te worden door deze orkaan van verdriet. Iemand zette de deur van de bezoekersruimte open en dirigeerde ze daar naar binnen. Een kar met koffie en kopjes die klaar stond voor de afdeling werd bij de familie naar binnen gereden maar het gejammer, afgewisseld met kreten, bleef uit die ruimte komen.

Het was een leerzame vuurdoop. Waarom staat de Nederlandse zelfbeheersing of stijfheid eigenlijk zo hoog aangeschreven? Waarom schamen wij ons als het ons even te veel wordt en zeggen we dan, wapperend met een hand ‘sorry’? Ik heb die familie een boel horen roepen, maar het woord ‘sorry’ was daar zeker niet bij.

Marieke Henselmans, journalist en besparingsdeskundige, auteur van Laat je niet kisten door de commercie, over de praktische en financiële kant van het organiseren van een uitvaart.
Zie: http://rechtopgeld.nl/bespaarboeken
Terug naar archief...