Verschenen: 05-12-2008
DEPRESSIEVE OUDEREN HEBBEN MEER BUIKVET
Buikvet is gevaarlijk, zo blijkt. En nu blijkt uit onderzoek dat depressieve ouderen meer buikvet ontwikkelen dan ouderen zonder depressie.
Overgewicht in de vorm van te veel kilo's over het hele lichaam verdeeld, is niet per se ongezond; wat riskant is zijn de schadelijke vetcellen die zich diep in de buik ophopen. Op die plek doen vetcellen veel meer kwaad dan wanneer ze zich vlak onder de huid van billen en heupen bevinden. Dit buikvet is een belangrijke risicofactor voor diabetes en hart- en vaatziekten.
Nu blijkt uit een bevolkingsonderzoek van VU medisch centrum dat ouderen met depressieve klachten meer buikvet ontwikkelen dan ouderen zonder depressie. De onderzoeksresultaten geven meer inzicht in het verband tussen depressie en deze levensbedreigende ziekten.
Het VUmc bestudeerde de gegevens van 2088 ouderen tussen 70 tot 79 jaar met depressieve klachten. Gedurende vijf jaar werden de veranderingen in hun gewicht gevolgd. De mate van zwaarlijvigheid werd gemeten aan de hand van de Body Mass Index (BMI) en het percentage lichaamsvet. Daarnaast werd bij de deelnemers via een CT-scan de hoeveelheid vet in de taille gemeten. Na vijf jaar bleek er geen verschil in de BMI en het percentage lichaamsvet bij ouderen met en zonder depressieve klachten. Ouderen met symptomen van een depressie bleken aantoonbaar meer buikvet te hebben ontwikkeld. Blijkbaar kunnen chronische stress en depressie bepaalde hersendelen activeren en leiden tot een verhoogde aanmaak van cortisol. Dit hormoon stimuleert de opslag van vet in de buikholte. Een andere verklaring is dat depressieve mensen een ongezondere levensstijl ontwikkelen en daarmee een ander eetgedrag.
Depressieve klachten komen bij zo'n 10 tot 15 procent van de ouderen voor. De kans op hart- en vaatziekten is twee keer zo groot bij mensen met depressieve klachten.
|
|
