DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 13-02-2008
WEBLOG VAN MARIJKE KATSBURG 10

Jaarverslag van de dood

Precies een jaar geleden ben ik als columnist van dood.nl begonnen. Ik stond destijds op het punt om met de opleiding tot ritueelbegeleider te beginnen – vooral om iets constructiefs te doen met de dood van mijn moeder, waar ik nog steeds geen kant mee op kon. Daarnaast werkte ik als oproepkracht in een rouwcentrum, als gastvrouw.


En mijn hoofdberoep was al twintig jaar tekstschrijver en journalist. Alles bij elkaar leek me dat een mooie mix van interesses en bezigheden om zo nu en dan hardop, op deze plek, wat te filosoferen over afscheid nemen en de dood. Wie had een jaar geleden kunnen bedenken dat de confrontatie met afscheid en de dood zo dichtbij huis zou gaan plaatsvinden. Eerst Johnny, de jongen uit de buurt waarmee ik vaak de hond uitliet. Toen het buurmeisje van 6, met leukemie. En als klap op mijn vuurpijl mijn lieve vriend Max.

De mensen die het afgelopen jaar uit mijn leefomgeving verdwenen door de dood worden nog steeds herdacht en besproken. Dat voelt goed. Dat is goed. Voor mij is het iets wat ik heb moeten leren. Ik ben niet zo’n prater over gevoeligheden. Maar sinds de dood van mijn moeder én mijn opleiding heb ik het gevoel dat ik een missie heb, als mens. De missie om andere mensen te helpen met het overleven van die dood. Inclusief mezelf: ik zal zelf ook door die zure appel heen moeten. De dood bestaat. Doe er wat mee.

Niet omzichtig een naam vermijden, of de ogen neerslaan als de moeder van het overleden buurmeisje langs fietst. Ik denk dat ik dat vroeger zou hebben gedaan, om pijn te vermijden. Nu zwaai ik vanuit de verte, als ik Johnny’s vader zie lopen met de hond. Dan lopen we naar elkaar toe en doen het rondje samen. Even bijkletsen. Eerst over hoe hij zich samen met de hond dood had willen rijden, vlak na de begrafenis van zijn jongste zoon. Maar inmiddels, een jaar later, zit er weer wat meer toekomstperspectief in onze praatjes.

Als de vader van het overleden buurmeisje bij de garage bezig is met zijn motor, steek ik even over om gedag te zeggen. Vader en moeder zijn allebei weer aan het werk, na jaren van zorg. Dat viel niet mee. Collega’s hebben een aantal weken begrip, maar daarna moet het toch weer allemaal normaal zijn. En de nieuwe gezinssamenstelling… “Als we nu met z’n drietjes aan tafel zitten dan zie ik toch alleen maar die lege plek. En dan voel ik me zo schuldig naar mijn zoontje…”

Eigenlijk vind ik mijn constatering na de dood van Max nog de meest leerzame van het afgelopen jaar: hoe persoonlijk en creatief en zorgvuldig het afscheidritueel ook vorm wordt gegeven – het verdriet neem je niet weg. Het overleven van de dood is een hoofdstuk apart.

Vorige week werd ik hevig snikkend wakker. Voorzichtig ging ik terug in de droom die dat had veroorzaakt. Die droom ging over mijn moeder, die bijna vier jaar geleden is overleden. In het rouwcentrum waar ik ooit werkte, vond de begrafenis van mijn moeder opnieuw plaats. Maar dit keer had mijn moeder de leiding. Op de manier die ik zo goed van haar ken, regelde zij alles, gedecideerd en vriendelijk, zorgzaam en eigenwijs. Opgewekt. Haar gebaren, haar gezichtsuitdrukking, haar hele manier van zijn… Met de tranen nog op mijn wangen verbaasde ik me erover hoe levensecht zij nog steeds is opgeslagen in mijn onderbewuste. Mooi is dat! Ik heb de dood van mijn moeder overleefd. Het gemis is geen rauw gevoel meer. Het is een zoet gemis, met dankbaarheid en de vreugdevolle constatering dat ze nog steeds bij me is. Verankerd in mijn leven.
Dat wens ik iedereen toe.

Eerdere bijdragen van Marijke:
Johnny
Meriam
Oscar
Het broertje van Haweja
Jos Brink
Willem
Jos Brink, nogmaals
Max
"Mijn geliefden… Anna en Christina"

Terug naar archief...