DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 09-02-2007
DOKTER, HOE LANG HEB IK NOG?

‘Dokter, hoe lang heb ik nog?’. Een bekende vraag, die patiënten die gehoord hebben niet meer te kunnen genezen van hun kanker, vaak stellen aan hun arts. Nieuw onderzoek helpt de artsen een preciezer antwoord te kunenn geven.


De overleving van patiënten in de palliatieve fase, wanneer geen genezing meer mogelijk is, wisselt sterk. Een medewerker van de afdeling Medische Oncologie van het UMC Utrecht, Saskia Teunissen, deed onderzoek en beschrijft als eerste welke symptomen bij een patiënt met kanker een voorspellende waarde hebben voor de levensduur.

Misselijkheid, benauwdheid, slikstoornissen, verwardheid en afwezigheid van depressie verkorten de levensverwachting sterk. Als patiënten drie of meer van deze klachten hebben, leven ze tot 9 x kroter dan wanneer die symptomen afwezig zijn. Deze kennis helpt artsen een antwoord te geven op de vraag ‘Dokter, hoe lang heb ik nog?’.

Voor het onderzoek ondervroeg Teunissen 181 palliatieve patiënten naar hun lichamelijke en psychische klachten. De gemiddelde overlevingsduur in het onderzoek bedroeg zestig dagen, dat varieerde van enkele dagen tot twee jaar.

Verder ontdekte Teunissen dat bij verschillende leefdtijdsgroepen praktisch dezelfde symptomen voorkomen. Ze vergeleek hiervoor 200 patiënten in drie categoriën: jonger dan zestig jaar, tussen de zestig en de zeventig, en ouder dan zeventig. Oudere mensen hebben dus evenveel recht op de best mogelijke palliatieve behandeling, concludeert Teunissen. Ziekenhuizen die ouderen opnemen voor symptoombestrijding, moeten het hele scala aan behandelmogelijkheden overwegen. Alleen morfine tegen de pijn geven is onvoldoende.

Een andere belangrijke uitkomst van het onderzoek van Teunissen is dat patiënten die angstig en/of somber zijn, niet meer pijn of andere lichamelijke klachten blijken te hebben dan patiënten die geen stemmingsstoornissen hebben. In de praktijk wordt vaak aangenomen dat angst en depressie de oorzaak zijn van andere symptomen, waardoor eerst wordt gestart met angstremmers of antidepressiva. Teunissen pleit ervoor te starten met behandeling van de lichamelijke symptomen en vervolgens dagelijks te meten hoe de stemmingsklachten zich ontwikkelen.

Terug naar archief...