Verschenen: 13-07-2005
CREMATORIUMTOERISME
 Vorige week in The New York Times: ‘To Cross to the Other Side, Just Cross a Dutch Frontier’, een stuk over crematoriumtoerisme vanuit Duitsland naar Nederland. “De mensen in Nederland praten openlijk over de dood, voor Duitsers is de dood nog steeds een taboe,” aldus een ‘cheerful’ Nederlandse crematoriumbeheerder. En een Duitse ‘toerist’: “In Duitsland zijn crematoria net fabrieken, in Nederland zijn ze als theaters.”
De Amerikaanse journalist gaat mee met een bus vol Duitsers op dagtrip naar het crematorium van Venlo. De reis wordt jaarlijks georganiseerd door de Duitse uitvaartondernemer Karl Schumacher. Van de 2500 mensen die elk jaar worden gecremeerd in Venlo, zijn er 1500 afkomstig uit Duitsland. Menigeen van die 1500 arriveert in de lijkauto van Schumacher.
Niet alleen is cremeren in Nederland veel goedkoper dan in Duitsland, 1600 euro tegenover 2500 euro, ook is de wetgeving hier minder streng. In Duitsland moet de urn met as onder officieel toezicht worden begraven in een graf op een begraafplaats. ‘Officieel’ wordt de as van Duitsers die in Nederland zijn gecremeerd in ons land verstrooid of in een columbarium bijgezet. Schumacher denkt echter dat vele Duitsers de as de grens over ‘smokkelen’ en mee naar huis nemen en eventueel illegaal verstrooien in eigen tuin of in huis bewaren.
Ook in Tsjechië is cremeren goedkoper en minder aan regels gebonden, dus ook aan de oostgrens van Duitsland met Tsjechië is sprake van ‘crematoriumtoerisme’.
Op de foto een enthousiaste Duitse met urn.
|
|
