DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 28-09-2001
ROKEN DOET LEZEN

Dat je van roken dood kunt gaan, dat weten we inmiddels wel. Dat roken ook domweg genieten kan betekenen, dat horen we nauwelijks nog. Wie durft dat nu nog luidkeels te verkondigen, bang beschuldigd te worden van het aanzetten tot schandelijk en gevaarlijk gedrag. Theo van Gogh durft dat, maar zijn agressieve, in rookwalmen verpakte taal doet de anti-rooklobby eerder goed dan slecht. Nee, dan pakt Martin van Amerongen het heel wat stijlvoller aan, met een prachtig uitgegeven boekje dat de titel Rook doet leven draagt. Ondertitel: Over het recht op een hedonistisch bestaan.

Maar Theo van Gogh is dan ook een sigarettenroker. En de sigarettenroker is, aldus Van Amerongen 'een, ronduit gezegd, egocentrisch stuk protoplasma, zich kuchend en rochelend door de wereld bewegend, onderwijl naar alle richtingen een geelgroenachtige slijmafscheiding sproeiend.' Als Van Amerongen scheldt dan scheldt hij als een echte heer:
Hij is '…de schimmel op de samenleving, hij is de vuurvretende terrorist van de tweedeklascoupé, hij is de adembenemende gesel van het eersteklasserestaurant, hoestend en proestend de kus des doods gevend aan de geserveerde spijzen en wijnen.'

Nee, Van Amerongen behoort tot de sigarenrokers, 'de aristocraten onder de nicotinegebruikers'. De sigarenroker ontziet zijn longen, want hij inhaleert niet. De sigarenroker is matig want beperkt zijn gebruik tot enkele sigaren per dag, waar dan ook echt van genoten wordt. En de sigarenroker is sociaal, want altijd onmiddellijk bereid zijn bolknak uit te maken als een ander daar last van heeft.

Helaas dat de buitenwereld (de anti-rooklobby voorop) alle rokers over één kam scheert: sigarettenrokers, pijprokers (Van Amerongen: 'sabbelend op de plaatsvervangende moederborst […] één onontknoopbare bundel complexen en frustraties'), en de sigarenrokers.

Maar omdat Van Amerongen nu eenmaal een liberaal standpunt inneemt 'over het particuliere recht op genot, inclusief het risico van zelfvernietiging', noopt dat hem 'tot solidariteit met de sigarettenrokende medemens.' Want 'rokers zijn de drop-outs van de samenleving, gepest, beledigd, doodverklaard. […] Inderdaad, yoghurt is vast gezonder dan tabaksrook. Het is zelfs niet uit te sluiten dat men aan de gevolgen van het roken voortijdig kan overlijden. De tegenstanders van het roken hebben ongetwijfeld een schraal soort gelijk. Niettemin, van hoop en troost, spanning en ontspanning hebben de anti-tabaksfanatici geen bal verstand.'

Voor de Nederlandse Nietrokersvereniging CAN (Clear Air Now) heeft Van Amerongen geen goed woord over. En terecht. Al was het alleen maar omdat ze verkeerde informatie verstrekt. Dat Van Amerongen een inoperabele slokdarmkanker heeft, heeft niets met zijn sigarenconsumptie te maken zoals de vereniging op haar site www.nietrokers.nl beweert, maar alles met de regelmatige inname van gedistilleerde dranken. Met de oproep die CAN vervolgens doet aan Van Amerongen, toont de vereniging hoe wanhopig ze is in haar moeizame strijd tegen de rook, waarbij blijkbaar alle middelen zijn toegestaan:
'Het is te hopen dat Van Amerongen op de valreep nu alsnog de moed kan opbrengen afstand te nemen van zijn jarenlange tabakspropaganda (waarvoor hij door de tabaksindustrie werd betaald) en, net als zijn eerder aan zijn tabaksgebruik overleden collega Feike Salverda, zijn situatie - hoe tragisch en betreurenswaardig ook - gebruikt om alsnog een anti-roken waarschuwing te laten klinken.'

Jongeren, maak je niet bang met kanker en de dood. Want als je jong bent, ben je onsterfelijk. Denk je.
Laat jongeren a.u.b. in die heerlijke waan. Sigaretten roken behoort tot de jeugdzonden. Als je begint denk je aan niets anders dan aan 'er bij horen', het spannend of stoer vinden en - helaas - al snel ook lekker. Nader je de veertig, dan ben je hopelijk niet alleen wijzer geworden, maar dan ontdek je ook de eerste vervelende verschijnselen van twintig jaar roken, zoals kuchen en hoesten, onsmakelijke ochtendrochels en verkoudheden die maar niet over lijken te gaan. Dan begint het verslavende aspect je steeds meer tegen te staan en begin je je steeds vaker in gezelschap asociaal te voelen.

En dan op een dag, dan stop je en dan blijkt je dat eigenlijk heel goed af te gaan. Na een week heb je al nergens meer last van. En na een aantal maanden denk je nog maar heel af en toe aan die enkele echt lekkere sigaretten die er ook waren. En als het dan ook nog eens waar blijkt te zijn, zoals veel artsen beweren, dat wie rond zijn veertigste stopt goede kans heeft dat zijn longen weer geheel schoon worden en dat het risico twintig jaar later longkanker te krijgen snel aanzienlijk minder wordt, dan heb je twintig jaar genoten van een lekkere sigaret om vervolgens rookvrij nog heel oud te worden. (Anja Krabben)

Martin van Amerongen, Rook doet leven. Over het recht op een hedonistisch bestaan, verschenen bij uitgeverij Mets & Schilt, f 27,55.

N.B. Blijft een feit dat de overheid gigantisch veel boter op haar hoofd heeft als het gaat om roken en de volksgezondheid en dat de tabaksindustrie de afgelopen decennia de meest schandalige capriolen heeft uitgehaald om de gevaarlijke aspecten van het sigaretten roken te verdonkeremanen en de consument toch vooral maar aan het roken te houden. Wie daarover wil lezen, schaft Het rookgordijn aan, van Joop Bouma, verschenen bij uitgeverij L.J. Veen. Nu slechts f 25,-.

N.B. N.B. Ik hoop dat de uitgever en auteur het mij niet kwalijk nemen dat ik in bovenstaand stukje zoveel citeer uit Rook doet leven. Het is uit bewondering. Er blijft nog genoeg moois te lezen over.
Terug naar archief...