DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 23-08-2001
ELLEN JANSEN, VORMGEVER/KISTENSCHILDER

Verkennnen van de grenzen

Iedere week stellen we 7 vragen aan iemand uit de uitvaartbranche. Ditmaal aan Ellen Jansen, vormgever. Sinds 1993 beschildert ze, op verzoek, doodskisten. Tevens heeft ze de laatste drie jaargangen van het tijdschrift Doodgewoon vormgegeven en opgemaakt.


Naam: Ellen Jansen
Leeftijd: 42
Beroep: vormgever

1. Hoe bent u kistenschilder geworden?
Door een combinatie van omstandigheden, denk ik: tekenen deed ik altijd al, meer en meer tijdens mijn studie kunstgeschiedenis toen mijn vader hoe langer hoe gekker werd. Na zijn zelfmoord kon ik letters niet meer thuisbrengen, ben ik een tijdje met de studie gestopt, wc's in een bejaardentehuis gaan poetsen en op mijn kamer gaan schilderen. Uiteindelijk kreeg ik de greep weer te pakken, bedacht dat over het naar mijn idee overkoepelende verschijnsel 'deur' nog niets geschreven was en studeerde ik in 1985 cum laude af, mede onder stimulans van Fons Elders, ooit gastdocent in Leiden. Nog niet klaar met de vraag wat een grens nu eigenlijk voorstelt zette ik die schilderend voort. David Elders, zojuist gestart met zijn uitvaartbedrijf, vroeg mij in 1993 of ik een kist zou kunnen beschilderen. Die vraag lag in het verlengde van mijn bezigheden - of beter, fascinatie, wellicht frustratie - tot dan toe, voortkomend uit het niet hebben mogen zien van een overledene, het staren naar een kist die je niets zegt, wel weten van een grens maar er niet aan hebben kunnen toetsen. Zodoende.

2. Wat zijn de mooie kanten van uw werkzaamheden?
Vijf - de bodem hoeft gelukkig niet - soms negen, als met de binnenkant ook iets moet gebeuren. Serieus genomen: het in lichte mate kunnen bijdragen aan de verwerking van een verlies en in de meeste gevallen de intensiteit van het contact dat met het invullen van een veelal onomlijnd idee over een beschildering gepaard gaat en het tot op heden altijd tevreden stellende resultaat daarvan.

3. Als uw zoon of dochter laat weten de uitvaartwereld in te willen, wat zegt u dan?
Doe waar je zin in hebt.

4. Wat zou u zijn geworden als u niet in het vormgeefvak (onder andere van kisten) terecht was gekomen?
Detective. Hoewel ik voorbestemd was min of meer topsportster te worden of anders wetenschapper. Bewegen en denken kun je ook los van een carričre, nu nog zou ik die mogelijkheden laten schieten. Zelf dingen in elkaar zetten geniet de voorkeur, met zo weinig mogelijk drang om geld op de plank te krijgen. En dan vooral vrolijk stemmende dingen. Niet te veel lijken dus.

5. Wat is uw mooiste ervaring als kistenschilder?
Dat zijn er vele, zie het artikel dat ik schreef voor de laatste papieren Doodgewoon. Maar de meest directe reactie op deze vraag blijkt toch de begrafenis van de eerste beschilderde kist waar ik ongeveer onder dwang naartoe ben geweest. Te zien hoe de afbeelding de mensen aansprak, de dode min of meer als levende persoonlijkheid werd behandeld, dat het werkte, kortom.

6. Wat hoopt u nooit meer mee te maken?
Dat de as van mijn vader, na inmiddels twintig jaar de wereld te hebben rondgevlogen, nogmaals in mijn gezicht vliegt.

7. De dood betekent voor mij…
Rust, niet meer opgejaagd worden. Dat in principe, maar ik zou toch graag nog wel een en ander (af) willen maken.

Lees hier Coverstories van Ellen Jansen, een artikel over haar ervaringen als kistenschilder dat eerder verscheen in Doodgewoon 29
Terug naar archief...