DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 08-04-2004
IN ZIEKENHUIS STERVEN IETS MINDER POPULAIR

Het aantal mensen dat in een ziekenhuis sterft is absoluut gezien al jaren ongeveer gelijk, ruim 45.000, maar percentueel gezien daalt het licht. Van 36,1 % in 1992 naar 33,1 % in 2002. Het gaat langzaam, maar thuis sterven wordt steeds populairder. Er gaat toch niets boven je eigen huis en bed als het om de intieme zaken des levens gaat.


Prismant, onderzoeks- en adviesbureau voor de Nederlandse gezondheidszorg, deed een onderzoek naar sterven in ziekenhuizen, vandaag verscheen de publicatie ‘Nederlandse (ziekenhuis)mortaliteit. De realiteit onder ogen zien’. De publicatie levert vooral cijfers, zonder er verdere conclusies aan te verbinden.

45.000 mensen die jaarlijks in het ziekenhuis sterven, dat wil zeggen dat van elke 100 opgenomen patiënten er 3 overlijden. (Om precies te zijn 3,19 in 2001, het meest recente jaar waar gegevens van zijn.) Dit is het algemene, nationale cijfer. Als je ziekenhuizen en regio’s met elkaar vergelijkt, zijn daar duidelijk verschillen tussen. Geografisch gezien blijven de ziekenhuizen in de drie noordelijke provincies onder het Nederlandse gemiddelde: 2,96 in 2001. In de ziekenhuizen in het westen komt de ziekenhuissterfte de laatste jaren télkens boven het landelijke niveau uit: 3,26 in 2001. Ook de omvang van het ziekenhuis blijkt bepalend voor de verschillen in sterfte. Kleine ziekenhuizen hebben de laagste sterfte, de grote algemene ziekenhuizen scoren het hoogst. Opvallend is dat de universitaire ziekenhuizen duidelijk lage scoren dan de grote algemene ziekenhuizen.

Wat zegt dit over de kwaliteit van de zorgverlening van een ziekenhuis? Dat je in het ene ziekenhuis meer kans hebt te overlijden dan in het andere? Of geeft het alleen maar aan dat de grote ziekenhuizen en de ziekenhuizen in het westen van het land de relatief zwaardere gevallen in huis krijgt? Een ziekenhuis dat is gespecialiseerd in kanker, een aidsafdeling heeft én ook nog eens midden in een grote stadswijk ligt waar veel allochtonen wonen, die volgens een ander onderzoek korter leven dan autochtonen, zal toch zeker een hoger sterftecijfer hebben dan een klein ziekenhuis in een provinciaal stadje?

Dus wat moeten we met deze cijfers? Volgens Prismant kunnen ze misschien een rol gaan spelen in de discussie rond de kwaliteitsverbetering van ziekenhuizen en in de onderlinge concurrentie. Prismant schrijft: ‘Mede in het licht van de huidige aandacht en discussies in de gezondheidszorg over onderwerpen als kwaliteitsverbetering, prestatie-indicatoren, benchmarking, is het voorstelbaar, dat ook sterfte in de nabije toekomst als één van de factoren van betekenis/beoordeling zal kunnen worden aangemerkt.’

Maar als we het dan over kwaliteitsverbetering hebben, moeten we het niet hebben over het terugdringen van het sterftecijfer in ziekenhuizen, maat kunnen we het beter hebben over een betere zorg en meer aandacht voor de mensen die nu sterven in ziekenhuizen. Een kwaliteitsverbetering van de palliatieve zorg in ziekenhuizen, misschien een uitbreiding van het aantal palliatieve afdelingen in ziekhuizen. Artsen die het gesprek over de naderende dood niet uit de weg gaan, want daar kan nog veel aan verbeterd worden. Zie ook: Ziekenhuisartsen moeten leren praten over lijden en dood.

En de interviews met een specialist, “Ik ben niet zo’n afscheidnemer” en een arts in opleiding, Mag een arts huilen?, over omgaan met de dood.

Terug naar archief...