DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 09-08-2001
PAULINE PRIOR, FOTOGRAFE VAN UITVAARTEN

Vol schieten door de lens

Iedere week stellen we dezelfde 7 vragen aan iemand uit de uitvaartbranche. Ditmaal aan Pauline Prior uit Amsterdam, een van de weinige fotografen van uitvaarten in Nederland.


Naam: Pauline Prior
Leeftijd: 46
Beroep: fotograaf

1. Hoe bent u in de uitvaartwereld terechtgekomen?
In 1986 studeerde ik een jaar aan de kunstacademie in Praag. Doordat de leraren aan de kunstacademie geen tijd konden vinden voor mijn (speciale) lesprogramma ben ik alle begraafplaatsen gaan fotograferen die er zijn in Praag, de nieuwe en de oude. Het ging me daarbij vooral om het sociale leven. Ik heb er geleerd om heel snel te werken én om met heftige emoties om te gaan.

2. Wat zijn de mooie kanten van het fotograferen van uitvaarten?

Ik krijg regelmatig kaarten van mijn opdrachtgevers dat ze zo blij zijn met mijn serie als herinnering voor later. En wat ik van mezelf nog altijd komisch vind, is dat ik nog steeds vol kan schieten tijdens een begrafenis: bij de begrafenis van zigeunerkoning Koko Petalo schoot ik vol tijdens Frank Sinatra’s ‘I did it my way’. Ik vind het fijn om te merken dat emoties nog een rol kunnen spelen tijdens mijn werk.

3. Als uw zoon of dochter laat weten de uitvaartwereld in te willen, wat zegt u dan?

Doe het, maar zorg wel voor een balans tussen huil en lach.

4. Wat zou u zijn geworden als u niet in dit vak terecht was gekomen?

Toneelspeelster of huisvrouw. Nou ja, onzin toch. Ik zou nog steeds fotograaf zijn geworden, maar misschien met een wat minder zware thematiek als onderwerp.

5. Wat is uw mooiste ervaring als fotografe van uitvaarten?

Ik ben zelf gek op paarden en paardentuig, dus om terug te komen op die begrafenis van Petalo. Het was zo’n prachtig gezicht die koets en die zwetende mannen die meeliepen. Maar de vraag gaat over ervaring, dat is toch steeds weerd de dankbaarheid van nabestaanden en dat ik zelf tijdens een uitvaart weer eens over mijn eigen termijnplanning nadenk.

6. Wat hoopt u nooit meer mee te maken?

Dat ik zo vol schiet dat ik door de tranen niet meer door de lens kan kijken. Tot nu toe heb ik me altijd weer snel in de hand. Ik heb het ook een keer gehad bij het fotograferen van een oude, demente mevrouw, dat was een opdracht voor een vakblad voor verpleegsters. Plotsklaps vond ik het zo vreselijk wat ik daar stond te doen dat ik het grotere doel, het informeren van verpleegkundigen over een bepaald ziektebeeld, niet meer zag. In het ziekenhuis was een verpleegster die me opving, tijdens een uitvaart doe ik het zelf.

7. De dood betekent voor mij…

Na al die tijd met de dood om te zijn gegaan heb ik niet zo’n duidelijk beeld voor ogen. De omschrijving van Hermans ‘dit was niet meer slapen, dit was nooit meer slapen’ spreekt me het meest aan, daarnaast voel ik wel iets voor de eeuwige stilte. En vind ik het dus ook vreselijk dat het ‘eeuwige’ familiegraf waar ik in kom te liggen door allerlei plannen van de gemeente naast een snelweg is komen te liggen, voor mij dus ook dan weer geen stilte.



Terug naar archief...