DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 02-08-2001
WILLEM VAN DER PUTTEN, JURIDISCH ADVISEUR, DIRECTEUR STICHTING GRAFZORG NEDERLAND, VOORZITTER LOB

Per ongeluk

Iedere week stellen we dezelfde 7 vragen aan iemand uit de uitvaartbranche. Ditmaal aan Willem van der Putten, die eind jaren tachtig per ongeluk beroepsmatig met de uitvaartbranche in aanraking kwam, inmiddels is zo'n 75 procent van zijn activiteiten op een of andere manier gerelateerd aan de uitvaartbranche.



Naam: Willem van der Putten
Leeftijd: 44
Functie: Diverse. Juridisch adviseur, directeur Stichting Grafzorg Nederland, voorzitter Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen, commissaris/adviseur diverse bedrijven binnen en buiten de uitvaartbranche. Neven-activiteiten zijn honorair rechter sector Bestuursrecht, voorzitter beroepscommissie gemeente, auteur bestuursrechtelijke boeken en artikelen.

1. Hoe bent u in de branche terecht gekomen?

Per ongeluk. Eind jaren tachtig was ik werkzaam bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar ik zo'n 25 zeer verschillende wetten en onderwerpen in portefeuille had, zoals de Wet op de adeldom, de wettelijke tijd (denk aan de zomertijd), een verdrag over grensoverschrijdende bestuurslichamen, casinospelen en de fysieke instandhouding van de grens (dat varieerde van het laten schilderen van grenspalen tot regelingen voor niemandsland (er zijn stukjes grond tussen België en Nederland die niet bij een van beide landen behoren)). De Wet op de lijkbezorging was één van die 25 onderwerpen, maar wel een die relatief veel tijd kostte vanwege de wetswijziging die toen speelde en de vele vragen uit het veld. Toen ik in 1990 bij Binnenlandse Zaken vertrok werd ik later nog benaderd door bijvoorbeeld uitvaartorganisaties en begraafplaatsen, omdat ik - blijkbaar - van die praktische oplossingen wist voor dingen die niet in de wet stonden. Ik heb toen in 1991 mijn adviesbureau voor bestuursrecht opgericht en ben later bij andere bedrijven en instellingen betrokken geraakt. Op dit moment is zo'n 75% van mijn activiteiten op een of andere manier gerelateerd aan de uitvaartbranche.

2. Wat zijn de mooie kanten van uw funeraire werkzaamheden?

Ik zou mijn werkzaamheden niet als 'funerair' betitelen. Ik heb in mijn werk nog nooit een overledene gezien (wel vaak privé, want ik kom uit een grote familie) en iets als 'funerair recht' bestaat niet. Het is gewoon publiek recht waar het voorschriften van de overheid betreft en privaat recht als het bijvoorbeeld gaat om afspraken tussen een uitvaartondernemer en nabestaanden. Het mooie van mijn werk vind ik dat ik heel veel contacten heb met heel uiteenlopende personen en bedrijven, die soms heel veel maar soms ook maar een heel klein beetje met een uitvaart of het uitvaartwezen van doen hebben. Het kan gaan om toeleveranciers, nabestaanden, uitvaartondernemers, politie/recherche, diverse ministeries, begraafplaatsbeheerders, gemeenten, kerkgenootschappen, Schiphol, de Oorlogsgravenstichting, ambassades, journalisten, verzekeraars, GGD's, ziekenhuizen, crematoria, grondspeculanten, architecten, planologen, advocaten, noem maar op. Ik denk dat er weinig mensen zijn die zo'n breed beeld hebben van alles wat er organisatorisch bij doodgaan en dood-zijn komt kijken.
Voor een jurist is de regelgeving rond lijkbezorging een juridisch luilekkerland, omdat er vanuit de praktijk gezien zo weinig vast ligt in de wet en op heel veel vragen toch een antwoord moet worden gegeven. De wetgever heeft veel niet geregeld en kon zich waarschijnlijk ook geen goede voorstelling maken van veel praktijkproblemen van enerzijds bijvoorbeeld uitvaartverzorgers en begraafplaats/crematoriumbeheerders en anderzijds nabestaanden. Heeft bijvoorbeeld iedere nabestaande recht op een beetje as, als de wet zegt dat dat verdeeld mag worden? Is diefstal van een asbus grafschennis? De wet is vaak onduidelijk en onvolledig. De uitdaging vind ik om dan toch antwoorden te vinden, die logisch en consistent zijn en mensen in de praktijk houvast bieden

3. Als uw zoon of dochter laat weten de uitvaartwereld in te willen, wat zegt u dan?

Doe maar, jongen/meisje. Het is een heel brede - voor velen onbekende - wereld, met zeer uiteenlopende werkzaamheden, op allerlei niveaus. Maar het belangrijkste is dat er veel aardige en interessante mensen in rondlopen. Dat zal in andere branches ook wel zo zijn, maar deze branche doet nergens voor onder.

4. Wat zou u zijn geworden als u niet in dit vak terecht was gekomen?

Het hangt er van af wat je met 'dit vak' bedoelt. Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe het is om geen jurist te zijn. Als ik wel jurist zou zijn, maar niet mijn huidige bezigheden had, zou ik waarschijnlijk rechter zijn. Ik ben een paar jaar geleden gevraagd om rechter te worden, maar besloot om het niet te doen. Inhoudelijk is het erg leuk, maar de verambtelijking van de rechtersfunctie is niet aantrekkelijk. De kwaliteit van de rechtspraak staat erg onder druk. Ik ben geen perfectionist, maar wil wel dat mijn werk 'goed' is. Een rechter wordt tegenwoordig eerder beoordeeld op het aantal vonnissen, dan op de vraag of hij goede vonnissen maakt. Ik zie soms van die rafelige ondoordachte vonnissen, duidelijk haastklussen. Dat vind ik een slechte zaak. Als ik geen jurist zou kunnen zijn, zou ik wel drukker willen zijn.

5. Wat is uw mooiste ervaring tijdens het werk?

Ik heb er vele. Maar de fijnste ervaring is en blijft altijd de dankbaarheid van mensen voor wie je een probleem goed oplost. En dat maak ik gelukkig regelmatig mee.

6. Wat hoopt u nooit meer mee te maken?

Eigenlijk niks.

7. De dood betekent voor mij…

Vakmatig is de dood voor mij een abstract begrip. Net zoals een bankier met geld omgaat. Dat is niet 'echt'. Dat doet je emotioneel niets. Maar als in je naaste omgeving iemand dood gaat, dan ben je net zo in de war en hulpeloos als ieder ander. Dan zie je hoe nuttig en belangrijk een goede uitvaartverzorger is. Daarna is mijn waardering voor 'de branche' weer een stukje groter.

Willem van der Putten verzorgt op uitvaart.nl een juridische adviesrubriek.
Terug naar archief...