DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 30-06-2003
NIEREN, DONOREN EN VROUWEN

Nierpatiënten in Nederland die wachten op een niertransplantatie hebben, vergeleken met andere Europese landen, de grootste kans te sterven op de wachtlijst, meldt de Nierstichting Nederland. Vrijblijvendheid remt donatie van nieren.


Nederland telt zeer weinig donoren en zeer weinig niertransplantaties per miljoen inwoners telt. Onlangs heeft Compliance Consult, in opdracht van de Nierstichting en Nierpatiëntenvereniging LVD, een verkenning gedaan naar internationale verschillen bij niertransplantaties. Aanleiding van het onderzoek is de schrijnende situatie in Nederland voor nierpatiënten die wachten op een transplantatie. Momenteel staan er 1272 nierpatiënten op de wachtlijst en is de gemiddelde wachttijd opgelopen tot 4,5 jaar. De wachtlijst groeit niet meer verder omdat patiënten op de wachtlijst sterven, terwijl ze wachten op een nieuwe nier.

Het rapport van Compliance laat zien dat de kans dat nierpatiënten overlijden op de wachtlijst in Nederland het grootst is. Het rapport maakt inzichtelijk dat landen met een bezwaarregistratie systeem, zoals Spanje, Oostenrijk en België meer niertransplantaties realiseren dan landen met een toestemmingsregistratie (zoals in Nederland). Bij een bezwaarregistratie systeem is iedereen donor tenzij hij of zij aangeeft geen donor te willen zijn. ‘Vrijblijvendheid remt donatie van nieren,’ luidt een conclusie van het rapport.

De Nierstichting vindt het onacceptabel dat nierpatiënten gemiddeld vier jaar moeten wachten op een donornier en heeft zich ten doel gesteld de wachttijd voor een niertransplantatie te verkorten tot maximaal twee jaar. De focus ligt hierbij op het overtuigen van de overheid van de noodzaak van een andere wet. De huidige Wet op de Orgaandonatie gaat uit van een vrijblijvende toestemmingsregistratie. Van de ruim 12 miljoen Nederlanders boven de 18 jaar heeft circa 60 % zich niet geregistreerd. Bij niet-registratie gaan nabestaanden er vaak van uit dat de overledene zijn organen niet wilde afstaan. Hierdoor gaat een heel groot deel van het toch al geringe donorpotentieel verloren. De Nierstichting pleit daarom bij de overheid voor de invoering van een bezwaarregistratie systeem, om zo het donorpotentieel substantieel te vergroten.

Daarnaast start de Nierstichting in het najaar een grote landelijke voorlichtingscampagne Weet u het al van elkaar? De Nierstichting wil met de campagne mensen stimuleren om op zijn minst met elkaar te praten over orgaandonatie. Zodat bij het stellen van de donatievraag aan de nabestaande, het huidige aantal nee-zeggers afneemt. Aldus een persbericht van de Nierstichting.

Maar misschien is er nog een andere mogelijkheid het aantal niertransplantaties te verhogen. Bijvoorbeeld een campagne van de Nierstichting om levende familieleden of vriend(inn)en er toe te brengen een nier af te staan aan broer, zus, kind, vriend(in) die op de wachtlijst staat. Tenslotte blijkt uit onderzoek dat nieren die zijn afgestaan door levende donoren het beter doen dan nieren van dode donoren.

Een leuke wetenswaardigheid daarbij is dat vrouwen vrijgeviger zijn dan mannen. Sinds de eerste niertransplantatie met een levende donor in Nederland plaatsvond in Leiden in 1966, zijn er in totaal 1115 levende donoren geweest. Uit de verzamelde gegevens blijkt dat 61 procent van de ontvangers man is, tegen slechts 45 procent van de donoren.

Dit blijkt overigens geen Nederlands kenmerk. Uit onderzoek in 40 landen blijkt dat 64 procent van alle ontvangers man is en slechts 36 procent vrouw. Maar van alle donoren is 43 procent man en 57 procent vrouw. Zijn vrouwen altruïstischer dan mannen? Of gewoon moediger?

Terug naar archief...