DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 06-06-2002
EEN CATACOMBE VAN GEDRUKTE TROOST

De dood kan op diverse manieren en vanuit verschillende invalshoeken tot hobby worden gekozen. Roy de Beunje, ex-redacteur van Doodgewoon, verzamelt boeken over de dood. Hij heeft er inmiddels meer dan 500. De Beunje is een echte verzamelaar. Toen hij twaalf was bedacht hij dat hij van alle dingen op de wereld één exemplaar in zijn bezit wilde hebben. Naarmate hij ouder werd kreeg hij door dat die wens nooit vervuld zou worden. Nu is hij iets selectiever in zijn voorkeuren, maar een verzamelaar blijft hij. En niet alleen van boeken over de dood.


Een boekenliefhebber die zich een voorstelling maakt van het paradijs, komt met zijn beschrijving waarschijnlijk dicht in de buurt van het huis van De Beunje. Hij bewoont twee vrijwel geheel met boeken gevulde etages in de Amsterdamse Rivierenbuurt. De toch al niet brede hal wordt nog smaller gemaakt door de aan weerszijden opgestelde boekenkasten. In de huiskamer hetzelfde verschijnsel: er is één onbenutte wand en daar staat de bank voor. Verder bevinden zich van voor tot achter imposante, bruine houten boekenkasten met een zo mogelijk nog imposantere inhoud. De verzameling reikt van Goethe tot James Joyce en van W.F. Hermans tot Boudewijn Büch. Een deel van de planken wordt bezet door honderden cd’s van Prince. Twee kasten zijn voorzien van vitrineglas. Eén daarvan is gereserveerd voor het werk van Hermans, de andere bevat louter eerste drukken en gesigneerde exemplaren.

Op zolder is het al niet veel anders. Planken vol met duizenden stripboeken. “Daar ben ik mee gestopt.” In een ton staan wat filmposters, ook die hobby is verleden tijd. Wat overblijft zijn de andere bijna dagelijks groeiende verzamelingen.

Dat De Beunje boeken over de dood verzamelt heeft meer met zijn passie voor verzamelen te maken dan met een ongebreidelde interesse in de dood. Hij is er nu zo’n tien jaar mee bezig. “Ik vond het een origineel onderwerp. De dood is één van de pijlers van alle culturen, samen met religie, kunst, liefde en seksualiteit, maar de manier waarop mensen met de dood omgaan zegt het meeste over een cultuur.”

Hij kijkt afstandelijk tegen de dood aan. “Het is voor mij geen troost voor verdriet. Misschien wordt dat anders als ik er zelf heel direct mee geconfronteerd word. Dan blijkt die fascinatie misschien wel heel banaal te zijn.”

Een verzameling beperkt zich bij De Beunje zelden tot het verzamelen alleen. Daar komen andere activiteiten bij. In elke stad waar hij is, bezoekt hij de begraafplaats, of hij bezoekt een stad vanwége de begraafplaats. Hij maakt foto’s en als een echte verzamelaar bergt hij ze ordelijk op in plakboeken en foto-albums.

Hij was een heel gewoon kind, vindt hij. Een kind van twaalf dat zijn kamer volstouwde met boeken. Er was nog net ruimte voor een bed. “Ik had tegen mijn vader gezegd dat ik van alles op de wereld één ding wilde hebben.” Die moedigde hem aan. “‘Begin eens met tijdschriften’, zei mijn vader. ‘Van elk tijdschrift één exemplaar.’ Hij werkte bij het Journaal en nam al die tijdschriften mee naar huis.”

Ook was hij een kind dat zijn moeder graag liet schrikken. “Ik was precies zoals Harold uit het toneelstuk Harold and Maud. Net doen alsof ik verongelukt was of zelfmoord had gepleegd. Dan gooide ik alle stoelen in de kamer omver en ging er voor dood onder liggen. Als mijn moeder dan binnenkwam schrok ze zich rot. Het waren vooral de kick en het plezier vooraf die dat soort grapjes leuk maakten. Maar je moet oppassen, want je kunt te ver gaan.”

Inmiddels beseft De Beunje dat het een onmogelijke opgave is om van alles op de wereld één exemplaar te bemachtigen. Daarom heeft hij zich beperkingen opgelegd. “Ik zal geen Japans wetenschappelijk werk over begraafplaatsen kopen. De persoonlijke verhalen, over de dood van kind, moeder of man, schaf ik ook niet aan, evenmin trekt mij dat mystieke gedoe of literatuur over bijna-dood-ervaringen.” Maar zelfs binnen de door hem gestelde grenzen zal hij altijd bezig kunnen blijven. “Ik ben een zot iemand. Verzamelen is een zinloze bezigheid. Het is deprimerend, omdat het nooit ophoudt. Maar dat is ook de gein ervan, dat het nooit compleet raakt. Je wilt ook niet dat er een eind aan komt.”

Dat het onderwerp ‘dood’ zich de laatste tijd in een groeiende belangstelling mag verheugen, is De Beunje niet ontgaan. “Er verschijnt alleen maar meer en meer op dat gebied. Een voordeel is dat er tegenwoordig zelfs antiquariaten zijn die er speciale planken voor hebben gereserveerd. Want meestal is het een heel gezoek. Boeken over begraafplaatsen kunnen overal staan: bij architectuur, bij kunst, bij landen of volkeren. Zoek het maar uit.”

Inmiddels vormen de ruim vijfhonderd boeken over de dood een klein, maar belangrijk deel van zijn bibliotheek. Het oudste boek uit deze collectie is het uit 1713 stammende Inleidinge tot het Ceremonieel, ende Plegtigheden der Begraavenissen, en der Wapenkunde uit deszelfs Oorspronkelijkheid Aangewezen en Opgeheldert door Cornelis van Alkemade, met Kopere Plaaten. Het boekje is gedrukt in Delft en heeft een plekje in één van de kasten met vitrineglas.

Veel collega-verzamelaars van boeken over de dood zijn er niet, volgens De Beunje. Persoonlijk kent hij er geen een. “Ik weet dat Boudewijn Büch op dat gebied een indrukwekkende verzameling heeft. Helaas heb ik deze nooit gezien. En misschien is de heer Henk Kok, van het Nederlands Uitvaart Museum i.o., de enige andere verzamelaar in Nederland.”

Het gevoel dat hij heeft als hij een bijzonder boek heeft gevonden, is nog steeds even sterk als in het begin. “Dat is bijna een orgasme. Het duurt kort, maar daardoor kun je weer verder.”

En verder gaan is een noodzaak. “Het is afzien. Het is verschrikkelijk hoe ik me tijdens vakanties wezenloos loop te sjouwen met die boeken. Eigenlijk heb je helemaal geen zin om al die antiquariaatjes in te duiken, je wilt liever op het terras zitten en zuipen. Aan het einde van de vakantie loop je vloekend en tierend met loodzware koffers het hotel uit. Het is een plaag. Als je het rationeel benadert, slaat het nergens op.” Hij denkt dat iedereen in zijn hart een verzamelaar is. “Maar de meeste mensen brengen het niet op. Niet alleen omdat het veel geld kost, maar ook omdat het energie vreet.”

Zijn hobby is een plaag met positieve kanten. “Je kunt in mijn huis aan de hand van mijn boeken de geschiedenis van mijn leven vertellen.” Bovendien geven zijn boeken hem een veilig gevoel. “Ik woon in een catacombe van gedrukte troost.”

Hij heeft niet al zijn boeken gelezen. “Je hebt lezen en lezen. Sommige boeken zijn er om in te lezen, niet om ze helemaal te lezen.” Van elk boek dat hij koopt, leest hij de bibliografie. “En als daar dan een boek in staat dat ik nog niet heb, moet ik dat ook te pakken zien te krijgen. Dan besef je dat het onbegonnen werk is om je verzameling compleet te krijgen.”

Sommige boeken worden bijna nooit uit de kast gehaald. De twee boeken over Italiaanse grafkunst bijvoorbeeld. “Ze zijn van rond de eeuwwisseling. Ik dacht dat ze peperduur zouden zijn. Echt van die boeken om met handschoentjes aan te pakken. Maar de antiquair bleek er slechts zo’n honderd gulden per stuk voor te hoeven hebben. Onwaarschijnlijk goedkoop. Kijk, ik heb ze zelf ooit bekeken, ik laat ze nu aan jullie zien en vervolgens liggen ze tot mijn dood in de kast.”

Wat er gebeurt na zijn dood, weet hij al. “Niets. Ik geloof niet dat er iets is. Ik ben dan ook niet bang voor de dood.” De toekomst van zijn boekenverzameling is onzekerder. “Het lijkt me leuk als mijn verzameling intact blijft, maar ik zou niet weten wat ik er mee moet. Eigenlijk moet je dat vastleggen. Ik heb geen kinderen en de meeste kinderen in mijn omgeving, neefjes en nichtjes bijvoorbeeld, interesseren zich er geheel niet voor. Maar waarschijnlijk belandt het allemaal op een veiling. Daarvoor heb je het dan allemaal gedaan.” Hoewel een veilingcatalogus van ‘de bibliotheek van Roy de Beunje’ ook mooi is. Eén boekwerk dat zíjn naam draagt.
(Marijke Streefkerk)

De tweede aflevering van een nieuwe serie op dood.nl: Een fascinatie met de dood die tot uitzonderlijke beroepskeuzen of hobby's leidt.
Terug naar archief...