DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 27-01-2013
VAN KERKHOF NAAR CREMATORIUM – EEN FUNERAIRE REVOLUTIE!

Wim Cappers heeft met zijn proefschrift Aan deze zijde van de dood een standaardwerk geschreven. Of, zoals een van de hoogleraren tijdens de verdediging van zijn proefschrift zei: “Even het naslagwerk Cappers erbij pakken.”


Ondertitel van het werk: 'Funeraire componenten van seculariserende cultuurlandschappen in Nederland 1576-2010.' Wim Cappers heeft er 28 jaar over gedaan. Dat is te zien: het zijn twee dikke delen; te voelen: ze zijn zwaar; en te lezen: er staat enorm veel informatie in. Het is het eerste proefschrift waarin beschreven wordt hoe de afgelopen vier eeuwen de houding in Nederland is veranderd ten opzichte van de dood. Het is daarom een pionierswerk en als er van het boek een handelseditie uitkomt, zal het voor een groot publiek interessant zijn.

Wim Cappers (1956) studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en is al vele jaren gespecialiseerd in de geschiedenis van de dood, vooral in de medische en juridische kanten ervan. Hij schreef er voor zijn proefschrift al enkele boeken over, zoals Vuurproef voor een grondrecht, de geschiedenis van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie (1999), Doodse dingen: funeraire cultuur in landschappelijk verband (2002) en het deeltje Arnhem in de Funeraire Cultuur reeks van de Terebinth. En daarnaast meerdere artikelen.

Cappers laat met veel kennis van zaken zien hoe de houding tegenover de dood in Nederland sinds het eind van de zestiende eeuw verwereldlijkte. De aandacht voor het leven ná de dood verschoof naar het leven vóór de dood. Niet de kerk, maar artsen en burgers gingen bepalen hoe de samenleving met de dood moest omgaan en de laatste rustplaats eruit moest zien.

Soms is het zware kost en erg veel pagina’s, maar het is dan ook geen eenvoudig doel dat Cappers zichzelf heeft gesteld: vier eeuwen beschrijven waarin een funeraire revolutie heeft plaatsgevonden. Gelukkig wordt het lezen beloond met talloze leerzame historie en ‘leuke’ feitjes. Zoals het herdenken van gesneuvelde soldaten: daar was vroeger geen sprake van! Geen woord, geen steen voor de soldaten die in grote getale dood neervielen op het slagveld en ter plekke haastig werden gedumpt in een anoniem massagraf. Nu houden we elk jaar herdenkingen bij talloze gedenkplaten, grafmonumenten en/of uitgestrekte velden vol oorlogsgraven.

De manier waarop mensen met de dood omgaan zegt het meest over een cultuur. De dood is een onmiskenbaar onderdeel van het leven en in Nederland betekent dit een eeuwenlange ‘worsteling’ met het Christendom. Sinds de scheiding van kerk en staat kreeg de burger en vooral de overheid de zeggenschap over de uitvaart en de begraafplaats. De overheid werd gedwongen, door de ontstane kennis met betrekking tot hygiëne, het begraven in kerken te verbieden, en verplichtte de aanleg van begraafplaatsen buiten de bebouwde kom. Cappers laat met talloze voorbeelden zien hoe de kerk langzaam haar greep verloor op leven en dood in Nederland. Het duurde bijvoorbeeld lang voor de overheid crematie toestond. Pas in 1912 verrees het eerste crematorium (Westerveld) in Nederland. Inmiddels kiest iets meer dan de helft van de Nederlanders voor een crematie. Een funeraire revolutie of het verlies van een belangrijk ritueel? Cappers cultuurgeschiedenis over de dood helpt de Nederlander na te denken over deze en andere vragen, zoals zijn/haar houding ten opzichte van de eigen dood straks.

Achter in het tweede deel zit een goed verzorgd personen-, plaatsen- en zakenregister, waardoor je dus (ook) een prima naslagwerk in huis hebt. Cappers’ 28 jaar durende werk heeft geresulteerd in twee leerzame boeken die een handelsuitgave afdwingen.
(Roy de Beunje)

Wim Cappers, Aan deze zijde van de dood. Funeraire componenten van seculariserende cultuurlandschappen in Nederland 1576-2010, 2 delen, 925 p., € 40,-.

Terug naar archief...