DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 11-06-2012
VOORGOED VOORBIJ

Dichter Jacques Perk (1859-1881), jong overleden, nog voordat één dichtbundel van hem verschenen was, is begraven op De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Zijn graf is onlangs gerestaureerd en aan de voet daarvan werd O en voorgoed voorbij gepresenteerd.


De anjers die tijdens de presentatie zijn neergelegd, liggen er nog steeds. Onno Blom, schrijver van O en voorgoed voorbij las, voordat hij aan Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van het Prins Bernhard Cultuurfonds, het eerste exemplaar overhandigde, het hoofdstuk over Perk voor: 'Goedemorgen, ik ben er nog!'

Perk werd op 5 november 1881 begraven op de oude Oosterbegraafplaats in Amsterdam, die ongeveer lag op de plek waar nu het Tropenmuseum is. Aan het einde van de 19e eeuw werden de graven op deze begraafplaats geruimd en er werd een nieuw begraafplaats aangelegd buiten de stad, dat is nu De Nieuwe Ooster. De ouders van Perk kozen ervoor hun zoon te laten herbegraven op de nieuwe plek.

De jonge P.H. Ritter, die later een belangrijke criticus zou worden, was erbij en beschreef het tafereel: 'Ineens zag ik het schrikkelijk beeld, dat mij heel mijn leven is bijgebleven. De dodenschrijn gaf zijn geheimnis prijs. Een ijl geraamte, in povere weefsels gebonden, tot strengen van verkleurde draden vergaan, lag weerloos onder de open hemel. Allen de blonde baard was vol en uitgegroeid en golfde nog onbesmet over het tenger skelet. "Die blonde baard!" riep de oude Perk opeens en hij wendde zich af en steeg ijlings in het rijtuig terug. Een kreet van zo nameloze smart heb ik sedert nooit meer van enig sterveling gehoord.'

'Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij,' zo legde J.C. Bloem het levenseinde vast in een fameus gedicht. De regel, gebeiteld in zijn grafsteen, bevat een paradox. Na de dood van een schrijver leven zijn woorden immers voort. Die mythologie geeft schrijversgraven een mysterieuze kracht: de stenen zijn tastbare bewijzen van de vluchtigheid van het leven én van de notie van eeuwigheid. Niet voor niets zijn schrijversgraven literaire bedevaartsoorden.

Voor O en voorgoed voorbij bezochten biograaf Onno Blom en fotograaf Werry Crone 21 graven van vaderlandse schrijvers. Zij legden vast hoe de schrijvers 'erbij liggen', hoe hun laatste uren zich voltrokken, hun laatste woorden klonken. Van Louis Couperus in Den Haag, Conrad Busken Huet in Parijs en Annie M.G. Schmidt in Amsterdam tot Gerard Reve in Machelen aan de Leie, die dichtte: 'Niets te verwachten, niets te hopen: / Er rest mij niets dan duisternis en Dood.'

In 2008 hebben de Koninklijke Boekverkopersbond en het Prins Bernhard Cultuurfonds samen het fonds Perzik van Onsterfelijkheid ingesteld. De naam is ontleend aan het gelijknamige boek van Jan Wolkers. Doelstelling is het financieel ondersteunen van het behoud, het herstel en de instandhouding van graven, meer in het bijzonder grafmonumenten en -tekens van overleden Nederlandse schrijvers.

De restauratie van het graf van Jacques Perk is gefinancierd uit dit Cultuurfonds. In oktober 2011 werd op de Algemene Begraafplaats van Noordwijk aan Zee het gerestaureerde graf van de schrijver en dichter Albert Verwey als eerste resultaat van het fonds gepresenteerd.

O en voorgoed voorbij is een uitgave van de Arbeiderspers en kost € 22,50 (isbn 97 890 29 584 098). Vijf euro van de verkoopprijs komt ten goede aan het fonds Perzik van Onsterfelijkheid.

Foto: Roy de Beunje

Terug naar archief...