DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 02-05-2002
RELIGIE: "HET ZAL GOED ZIJN"

Een concrete voorstelling van de hemel heeft ze niet, maar dat ze haar ouders terug zal zien is zeker. "Je weet dat ze nog ergens zijn en iedere ziel gaat verder," aldus de doopsgezinde Coos Wentholt. Haar geloof is blijmoedig: "De hemel is een gevoel. Het is er stralend, prettig en warm en met een hoop plezier. Lachen is goed voor de mens, ook dan, denk ik."


"Ik geloof niet in straf na de zonde," vertelt Drs. Coos Wentholt (52). "Ook al doe ik het hier fout, toch zal er erbarming zijn."

Coos Wentholt is voorzitster van de kerkeraad van de Doopsgezinde Gemeente te Den Haag, de Mennonieten. Een gemeente met 520 gedoopte leden. Een kleine vrouw met duidelijk omlijnde ideeën. De naam Mennonieten voor doopsgezinden is in Nederland - in tegenstelling tot elders in de wereld - niet erg in zwang. Dit terwijl de zestiende-eeuwse doper Menno Simons, aan wie de gemeenschap haar naam te danken heeft, een Fries was. Coos Wentholt spreekt echter liever over doopsgezinden. "De volwassen doop is tenslotte een van de kenmerken van onze kerk," legt ze uit. "Christus werd ook pas op latere leeftijd gedoopt, door Johannes de Doper."

De doopsgezinde stroming ontstond ten tijde van de Reformatie (1517), gestart door Luther. Omdat gedoopte mensen zich opnieuw lieten dopen werden de doopsgezinden ook wel anabaptisten (wederdopers) genoemd. Naast de volwassen doop, kenmerkt de kerk zich door het geloof in eigen verantwoording. "Je moet de bijbel zelf leren lezen, daar is geen priester voor nodig", legt Coos Wentholt uit. "Alleen door het geloof kun je heilig worden." Iedere doopsgezinde treedt toe tot de gemeente met zijn eigen belijdenis, zelf op schrift gesteld. Inhoudelijk kan het geloof dus voor iedere doopsgezinde verschillen. "Dat maakt het juist zo spannend. Het godsbeeld van mensen in de gemeente loopt uiteen, maar de grondslagen zijn hetzelfde. Geloof in God, Christus en de Heilige Geest én in de eigen verantwoording is de basis van ons bestaan." De doopsgezinden proberen ook een vredesgemeente te vormen. Een van de leerstellingen van Menno Simons in zijn geschrift 'Het Fundament' luidt dat de doopsgezinden wel in deze wereld moeten leven, maar niet van deze wereld moeten zijn. "Het komt er op neer dat we niet moeten toegeven aan de slechte dingen op deze wereld."

Iedere eerste zondag van de maand worden in de Haagse gemeente de doden herdacht. Een paar minuten stilte en een lied. "Precies weet ik het niet", geeft Coos Wentholt toe, "maar het gezang luidt ongeveer: Heer herdenkt hen, want U kent hen, neemt hen op in Uw geborgenheid." En zo is het ook, meent ze. "God neemt ons zeker op in zijn hand, hij laat niets verloren gaan. Hij gaat door met wat hij geschapen heeft." Dat geldt voor iedereen, een hel of 'het branden' bestaan niet voor Wentholt. "Je doet het hier zo goed mogelijk en als het misgaat pak je je weg opnieuw op. Het zal er zijn, voor iedereen, en het zal goed zijn."

Een concrete voorstelling van de hemel heeft ze niet, maar dat ze haar ouders terug zal zien is zeker. "Je weet dat ze nog ergens zijn en iedere ziel gaat verder." De hemel zelf is een gevoel. "Het is er stralend, prettig en warm en met een hoop plezier." Zelf lachend voegt ze eraan toe: "Lachen is goed voor de mens, ook dan, denk ik."

Van een hoop strenge christelijke ideeën wijken de doopsgezinden af, zoals de veroordeling van euthanasie bij voorbeeld. Binnen de Haagse gemeente wordt vrij gediscussieerd over levensbeëindiging, de meningen lopen ver uiteen. Coos Wentholt is voorstander van een vrije keuze, ze heeft genoeg oude en zieke mensen meegemaakt waarvoor ze blij was met de mogelijkheid om er een einde aan te maken. "Er moeten wel strenge regels zijn, maar je moet mensen de kans geven om zelf te beslissen èn je moet mensen kunnen laten gaan."

Over haar eigen begrafenis heeft Wentholt vaak nagedacht. "Het probleem is dat mijn ideeën bij iedere begrafenis weer veranderen," grinnikt ze. "Dan denk ik weer: zo dus in ieder geval niet! Misschien wordt het wel een crematie, voor het leven na de dood maakt het toch geen verschil. Ik vind het juist heel verstandig, want we kunnen toch niet zoveel ruimte innemen hier op aarde?" Twee dingen weet ze wel zeker, ze wil een kerkdienst en daarna een goeie borrel. "Een opkikkertje, iets vrolijks. Gezelligheid is essentieel."
(Brenda van Osch)

Eerder verschenen in Doodgewoon 9, zomer 1996.

Terug naar archief...