DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 25-04-2002
RELIGIE: KRISJNA IS BLAUW

Het is beroerd, maar de meeste zielen verhuizen, vóór zij reïncarneren in een nieuw lichaam op aarde, eerst voor een flinke tijd naar een van de vierentwintig helplaneten. Want niet alleen moordenaars, vleeseters en overspeligen moeten er afschuwelijke martelingen ondergaan. Ook het eten van eieren wordt in het hiernamaals bestraft en het gebruiken van opwekkende middelen als koffie, alcohol, sigaretten of aspirine. Aldus Hare Krisjna-gelovige Punya Palaka Dasa.


De ziel wordt nimmer geboren,
noch sterft ze ooit. Ze is niet ontstaan,
ontstaat niet en zal niet ontstaan.
Ze wordt niet gedood wanneer
het lichaam wordt gedood.

- Bhagavad-gita

"Stel, iemand sterft," zo begint een vraag aan de achtentwintigjarige Hare Krisjna-gelovige Punya Palaka Dasa. "Dat zou heerlijk voor die persoon zijn," is de onmiddellijke reactie. het lijkt een twijfelachtige genoegen. Weliswaar "is men verlost van de materiële wereld met alle lijden dat daarmee verband houdt," zoals Punya het schetst, Maar een enkele reis naar een van de hemelplaneten is slechts voor weinige weggelegd.

Maar wat gebeurt er wanneer iemand sterft? "De ziel, die individueel en onsterfelijk is, verlaat het stoffelijk omhulsel door een van de lichaamsopeningen," legt Punya uit. Hij noemt de Sanskrit termen op van de verschillende mogelijkheden. door de mond, door de anus, door de ogen. Het staartje bovenop de kaalgeschoren schedel van de meeste Krisjna-aanhangers dient ertoe om de bovenste van de lichaamsopeningen, de fontanel, te bedekken.

Punya vindt het ook beroerd, maar de meeste zielen verhuizen, vóór zij reïncarneren in een nieuw lichaam op aarde, eerst voor een flinke tijd naar een van de vierentwintig helplaneten. Men moet dan denken aan een periode van enkele duizenden jaren. Niet alleen moordenaars, vleeseters en overspeligen moeten er afschuwelijke martelingen ondergaan. Ook het eten van eieren wordt in het hiernamaals bestraft en het gebruiken van opwekkende middelen als koffie, alcohol, sigaretten of aspirine.

In de martelingen op de helplaneten schuilt een opmerkelijke logica. Zij zijn een uitvergroting van de begane zonden. "Iemand die bijvoorbeeld vlees van dieren heeft gebraden, wordt dan zelf gebraden," weet Punya te vertellen. "En de natuurwetten bepalen hoe lang je er moet blijven." Promotie naar een minder erge helplaneet, of zelfs een hemelplaneet is op den duur wel mogelijk.

Punya woont in Tsjechië. hij logeert tijdelijk in een Amsterdamse Hare Krisjna-tempel, op doorreis naar India. Daar zal hij op een jaarlijks feest honderden andere Krisjna-gelovigen ontmoeten. Zes jaar geleden besloot hij zijn leven aan Krisjna te wijden. Want dat is wat de Hare Krisjna-gelovigen doen. Het duizenden keren per dag chanten van zijn naam, de kleding die men draagt, het eten dat men klaarmaakt, gebeurt allemaal met de bedoeling dat het Krisjna zal welgevallen, en dat het hem zal smaken.

Punya vertaalt de boeken van A.C. Bhaktivedanta Swami Prabupeda, de in 1977 overleden zendeling van het Krisjna-geloof, in het Tsjechisch. de boeken die Krisjna-aanhangers op straat verkopen zijn door deze man geschreven.

Hoe ziet Krisjna er uit? "Hij is blauw van kleur," weet Punya te vertellen. "Hij verandert steeds, net als alles in de natuur. Maar hij heeft wel armen en benen, want de mens heeft hij naar zijn evenbeeld geschapen. Zijn vorm bestaat uit spirituele substantie. Hij heeft bijvoorbeeld geen bloed." Ondanks het feit dat Krisjna zo'n vijfduizend jaar geleden voor het eerst werd beschreven, oogt hij volgens zijn Tsjechische leerling nog steeds jeugdig.

Krisjna woont op de hoogst hemelplaneet. Alleen zijn meest toegewijde aanhangers kunnen na hun dood bij hem in de buurt komen. De beschrijving van deze hemelplaneet klinkt een beetje saai. "Krisjna wordt daar voortdurend aanbeden en verheerlijkt."

Is Punya bang om te sterven? Onzeker kijkt hij naar een collega, die geruststellend nee knikt. "Nee, Krisjna-aanhangers zijn geloof ik niet bang voor de dood. We kijken er ook niet naar uit. Want we leven in het heden en niet in het verleden of de toekomst."
(Eva den Buurman)

Eerder verschenen in Doodgewoon 1, zomer 1994.

Terug naar archief...