DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
Verschenen: 21-03-2002
RELIGIE: ZONDER RECHTHOEKEN STORT ALLES IN ELKAAR

Wat gebeurt er als we sterven? Hoe ziet het hiernamaals eruit? Vragen die velen bezighouden. De diverse religies geven er antwoord op. Zoveel geloven, zoveel denkbeelden. En even zoveel interviews met aanhangers van deze geloven. Phia Kuijten heeft een bestuursfunctie in een vrijmetselaarsloge. "De vrijmetselarij is een praktisch denkstelsel dat vooral op het aardse leven is gericht. Wij spreken dan ook wel over het Heilig Nu. de dood krijgt daar wel een plaats in, maar pas op het moment dat zich een sterfgeval voordoet. Wij lopen er niet op vooruit."


"Van een overleden vrijmetselaar wordt wel gezegd dat hij of zij het werk voorzet op en hoger niveau," onthult Phia Kuijten uit Amsterdam. Zij combineert sinds kort haar beroepen pianolerares en deskundige op het gebied van genealogisch onderzoek met een bestuursfunctie in een vrijmetselaarsloge.

Haar loge maakt deel uit van de Internationale Orde der gemengde Vrijmetselarij 'Le Droit Humain', voor mannen en vrouwen. Naast deze orde bestaat de veel grotere Orde van Vrijmetselaren voor uitsluitend mannen.

Kuijtens uitleg over het gedachtegoed van de vrijmetselarij moet onvolledig zijn. Veel kennis is geheim voor niet-vrijmetselaren. Nou ja, geheim. "In een universiteitsbibliotheek kan je het zo opzoeken," relativeert Kuijten. Maar zij vertelt er niet over. Daarmee zou immers het verrassingselement worden ondermijnd. "Tijdens een inwijding schenk je mensen iets voor de eerste keer. Als je voorkennis hebt is de impact veel kleiner, dat is zonde. Bovendien, je kan iemand toch ook niet uitleggen hoe een roos ruikt?"

Desondanks gaat ze vragen over de dood niet uit de weg. Betekent het 'werk voortzetten na de dood' bijvoorbeeld dat de passer en de winkelhaak ook in het hiernamaals worden gehanteerd? Zo ver wil Kuijten niet gaan. "Nee, die voorwerpen zijn toch meer aan het aardse leven gebonden. Daarom juist zegt men ook wel van een gestorvene dat hij of zij de werktuigen heeft neergelegd."

Maar bouwt men nu wel of niet verder na het leven? Dat is voor een vrijmetselaar helemaal geen vraag. De meningen daarover kunnen sterk uiteenlopen. "De vrijmetselarij is immers geen religie en ook geen pseudo-religie", verklaart Kuijten. "Het is een verzameling denkbeelden die uit verschillende wereldgodsdiensten zijn samengesteld. Maar het kent geen dogma's of een gemeenschappelijke geloofsovertuiging." Zelf denkt Phia Kuijten dat je na de dood naar je oorsprong terugkeert. "Wat dat dan ook moge zijn, al was het stof. Maar", benadrukt zij nogmaals, "die mening wordt bij ons dus niet en bloc onderschreven."

Zij legt uit: "De vrijmetselarij is een praktisch denkstelsel dat vooral op het aardse leven is gericht. Wij spreken dan ook wel over het Heilig Nu. de dood krijgt daar wel een plaats in, maar pas op het moment dat zich een sterfgeval voordoet. Wij lopen er niet op vooruit."

De passer en de winkelhaak zijn centrale symbolen die dat praktische aspect weerspiegelen. "Het ene is om je werk af te passen en het andere om je werk haaks te maken. De vrijmetselaar streeft ernaar dat je als een bewust mens leeft. Bewust van wie je bent en wat je doet. De symboliek uit de bouwwereld geeft aan dat je werk 'in de haak' moet zijn. Je kunt niets opbouwen zonder rechthoeken, want anders stort het in elkaar."

Bij het spirituele aspect van de vrijmetselarij worden de begrippen 'licht' en 'duisternis' veel gehanteerd. "En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen," citeert Phia Kuijten uit het evangelie van Johannes als voorbeeld van een belangrijke tekst. Het verwijst volgens haar niet letterlijk naar 'leven dat de dood overwint' of iets dergelijks. "Maar ik zou niet rechtuit kunnen zeggen wat het wel betekent."

Vrijmetselaren kennen een 'rouwloge', of rouwbijeenkomst, en een eigen begrafenisritueel. Die zijn voor een deel ook weer geheim. Naaste familie mag op verzoek een deel van de rouwloge bijwonen. "Dan wordt een toespraak gehouden over wat het lid in de Vrijmetselarij heeft betekend." Tijdens een begrafenis dragen de mede-vrijmetselaars hun ceremoniële kleding, onder meer het voorschoot en de witte handschoenen. "Bij de kist worden vier wachters opgesteld," vertelt Kuijten, "en men plaatst drie witte rozen op de kist. Het is een indrukwekkend ritueel, maar meer kan ik er niet over zeggen. Een uitleg zou de mensen toch niets zeggen."
(Eva den Buurman)

Eerder verschenen in Doodgewoon 6, herfst 1995.

Terug naar archief...