Verschenen: 08-08-2009
BEDELBRIEVEN VAN HET UITVAART MUSEUM
Waarom betaalt een groot deel van de uitvaartwereld niet mee aan 'het visitekaartje van de branche'? Dat vraagt Guus Sluiter, directeur van het Nederlands Uitvaart Museum zich terecht af in het vakblad Uitvaart (juli-augustusnummer).
In het Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover staat - sinds de opening in december 2007 - het nationaal funerair erfgoed en de moderne uitvaart in het multiculturele Nederland van nu centraal. De collectie omvat onder meer oude haarschilderijen, dodenmaskers, filmfragmenten, kisten en urnen, maar bijvoorbeeld ook een collectie miniatuurlijkwagentjes en ingrediënten voor een moderne moslim-uitvaart zoals lotuspoeder, kamfer en musk. Daarnaast organiseert het museum wisselende exposities en wil het een dynamisch podium worden voor een open communicatie over de dood.
Het museum heeft het financieel niet makkelijk. Naast twee vaste krachten, de directeur en de conservator, werken er uitsluitend vrijwilligers en moet er voor de wisselende tentoonstellingen allerlei culturele fondsen worden aangeschreven. Behalve enkele grote sponsoren uit de uitvaartwereld, heeft het grootste deel van de uitvaartbranche tot nu toe nauwelijks financieel bijgedragen aan de totstandkoming en de gezonde voortzetting van het museum.
Dat moet veranderen vindt directeur Guus Sluiter. "We willen het visitekaartje van de uitvaartbranche zijn." Hij is begonnen met het versturen van bedelbrieven. Te beginnen aan de 28 crematoria die nog geen sponsor zijn van het museum. In de brief wordt gevraagd of de crematoria per crematie 1 euro willen afstaan. Dat zou het museum 30.000 euro per jaar extra opleveren. Later dit jaar worden de begraafplaatsen aangeschreven.
|
|
