Mr Willem van der Putten

Mr Willem van der Putten Spelregels
Over Mr Willem van der Putten
Facultatieve
Sponsors

Cremeren stoffelijke resten na ruimen


6 februari 2004

Vraag nummer: 2865  (oude nummer: 3963)

Geachte heer Van der Putten

Mijn collega en ik zijn bezig om een plan van aanpak te maken voor het ruimen van een deel van onze begraafplaats aan de Xxxxxxxxweg. Deels gaat het om eigen en om algemene graven. Wij willen uit ruimtelijke overwegingen de stoffelijke resten laten cremeren. We hebben de ervaring dat de vertering bij ons slecht verloopt en dat we nogal wat slecht onverteerde resten tegen komen. Herbegraven zou ten koste van erg veel nieuwe plaatsen gaan.

Moet de crematie-as per se op ons terrein worden bijgezet of verstrooid? Of kan het elders? Op onze nieuwe begraafplaats Xxxxxxxxxxx of bij het crematorium?

We zijn er ook niet helemaal uit of er voor de crematie van resten toestemming nodig is van de rechthebbenden. Wij menen dat die toestemming niet nodig is omdat de grafrechten verlopen zijn, maar volgens de Juridische Controller van onze dienst zou het wel zo zijn.

Maakt het nog verschil of het algemene of eigen graven zijn?

Vriendelijk groetend,

Antwoord:

Geachte heer,

Voor het cremeren van stoffelijke resten uit graven nadat de grafrechten verlopen zijn, dus bij wijze van ruiming, is ZEKER toestemming nodig. Dat is echter niet de toestemming van de voormalige rechthebbende op het graf, maar van de persoon die opdracht gaf voor de begraving. Bij een eigen graf zal dat meestal samenvallen: de persoon die opdracht gaf en de rechthebbende, maar dat hoeft niet dezelfde persoon te zijn. En algemene graven kennen geen rechthebbende; het is dan niet zo dat niemand toestemming hoeft te geven. Na het overlijden van de opdrachtgever voor de begrafenis komen anderen in aanmerking.
En strikt genomen gaat het niet om toestemming, maar om OPDRACHT van de nabestaanden.

Ik wijs op de wet. Artikel 31 van de Wet op de lijkbezorging gaat over ruiming. In het derde lid staat: “De overblijfselen der lijken worden op een begraafplaats ter aarde besteld of, met overeenkomstige toepassing van het gestelde in artikel 29, derde lid, in een crematorium verbrand.” Verbranden mag dus alleen als aan lid 3 van artikel 29 voldaan wordt. Daar staat (o.a.): “Een opgegraven lijk mag worden verbrand met schriftelijk verlof van de officier van justitie (OvJ) van de plaats der opgraving, wanneer het verzoek daartoe gedaan wordt door de in artikel 18 bedoelde persoon”. De in artikel 18 bedoelde persoon is de persoon die voorzien heeft in de lijkbezorging, zeg maar de echtgenoot (m/v), het kind of de andere persoon die de begrafenis heeft geregeld.

Als we – zoals moet – artikel 31 en 29 combineren dan lezen we dat (alleen) de persoon die in het verleden opdracht heeft gegeven voor de begrafenis, aan de OvJ verlof kan vragen voor de crematie van stoffelijke resten. Zie ook blz. 177 van mijn Handboek Wet op de lijkbezorging.
Het is formeel dus niet eens de gemeente die ruimen wil, die de crematie van de geruimde resten van lijken mag initiëren. Het verzoek aan de OvJ moet van de nabestaanden uitgaan. Als men daar wat minder strikt in is en de gemeente toch het initiatief neemt, dan zal ze voor het verlof van de OvJ toch minstens een schriftelijke toestemming van de opdrachtgever of van een directe nabestaande die in diens plaats kan zijn getreden moeten overleggen.
Handelen in strijd met artikel 29, derde lid, is strafbaar.
Mij lijkt dat ook het crematorium voorafgaand aan de crematie moet controleren of verlof van de OvJ aanwezig is voor de stoffelijke resten van een aantal met name genoemde personen. Net zo, als dat men bij de crematie van een pas overleden persoon moet controleren dat een verlof tot verbranding aanwezig is.

Ik merk hier bij op dat crematie ná begraving een onderwerp was dat in het parlement zeer uitgebreid en herhaaldelijk besproken is. Men had er grote principiële bezwaren tegen dat mensen die wellicht bewust gekozen hebben voor begraven, wellicht later toch verbrand zouden kunnen worden. Zie blz. 178-180 van het Handboek.

Het maakt geen enkel verschil of het gaat om algemene of om eigen graven. Het gaat bij het aanvragen voor het verlof ook niet om de rechthebbende om een (eigen) graf, maar om de opdrachtgever voor de begrafenis.

Als nabestaanden vragen om of instemmen met crematie van stoffelijke resten, dan maakt het m.i. niet uit waar de as wordt verstrooid of bijgezet.

Als uw begraafplaats na de ruiming nog ruimtenood houdt, kan er een andere oplossing zijn dan het cremeren van de stoffelijke resten. Dat is het overbrengen van de resten naar een verzamelgraf op een andere begraafplaats. In het derde lid van artikel 31 staat “een begraafplaats”, bewust, omdat het niet dezelfde begraafplaats hoeft te zijn. De resten kunnen zelfs op een andere begraafplaats in een andere gemeente worden begraven. Ik heb de indruk dat dat nog wel eens goedkoper en in ieder geval veel minder tijdrovend zou zijn dan het uitvoeren van de idee van crematie. Want het opsporen en overleggen met alle opdrachtgevers van alle begrafenissen lijkt mij geen eenvoudige zaak.

Met vriendelijke groet,

mr W.G.H.M. van der Putten

Stel een vraag:

Op dit moment is het stellen van nieuwe vragen tijdelijk niet mogelijk.

Heeft u op dit moment een
uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219
Dag en nacht bereikbaar



Nee, ga verder >